Pieter Schipper werd geboren op Marken op 26 januari 1885. Hij voer als matroos op de kopvaardij op het s.s. 'Suriname' van de KNSM en vertrok op 13 september 1942 in konvooi van Port of Spain, Trinidad, naar New York. Al de volgende dag, 14 september 1942, werd het schip getorpedeerd ter hoogte van luik II door de Duitse onderzeeër U558. De vaart werd uit het schip gehaald en de reddingboten werden te water gevierd. Bij die manoeuvre werd het schip door een tweede torpedo getroffen ter hoogte van de stookplaat. De mororreddingboot, waarin reeds 12 bemanningsleden zaten, is toen waarschijnlijk getroffen. De reddingboot aan stuurboordzijde werd met alle inzittenden de lucht in geslingerd. Het schip begon snel te zinken en na vijf minuten verdween de 'Suriname' in de diepte. De reddingboten en vlotten werden door een vliegtuig opgemerkt en kort daarna kwam er een geallieerde korvet in zicht. Geruime tijd werd er nog naar overlevenden gezocht. Dertien personen werden vermist waaronder Pieter Schipper. De geredden kwamen op 14 september aan land te Willemstad, Curacao. Pieter Schipper woonde op de Kerkbuurt op Marken. De laatste Marker die hem gezien heeft was zijn zoon Jaap Schipper. Zij zwaaiden naar elkaar toen Jaap aan boord van de 'Aurora' een haven binnenvoer en Pieter op dat moment uitvoer. De naam van Pieter Schipper staat op bladzijde 1217 van de Erelijst van Gevallenen 1940-1945 die bewaard wordt bij de ingang van de Tweede Kamer. Zijn naam staat ook in het Slachtofferregister van de Nederlandse Oorlogsgravenstichting. Pieter Schipper wordt vermist sinds 14 september 1942.