Hermannus Adriani
1902-1943
Oorlogsslachtoffer
Is 41 jaar geworden
Geboren op 05-06-1902 in Barradeel
Overleden op 29-11-1943 in Nabij Kangean-eil. a/b Suez Maru
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Hermanus Adriani
BIOGRAFIE VAN HERMANUS ADRIANI
1. Algemene gegevens
- naam en voornamen : ADRIANI, HERMAN(US)
- rang : Landstorm Sgt. Inf. KNIL
- onderdeel : Landstorm Afd. Kediri, Oost-Java
- algemeen stamboeknr. : 160602
- plaats en datum geb. : Tzummarum/gem Baradeel (Fr.)
- overleden : op 29 nov 1943 in de omgeving van het
eiland Kangeon, ten NO van Bali;
slachtoffer ondergang vh ss “Suez Maru”
2.Korte Historie
HERMANUS ADRIANI, roepnaam Herman, werd op 5 juni 1902 te Tzummarum, gem. Baradeel/ Friesland geboren.
Zijn ouders waren Franciscus en Jasina Adriani.
Na het beëindigen van zijn studies, die ondermeer hadden bestaan uit een landbouwkundige opleiding, ging Herman in Indië o.a. op
een rubberonderneming werken van de Handelsvereniging Amsterdam (H.V.A.),
De HVA was in 1873 door een 5-tal Koloniale handelaren opgericht, die in eerste aanleg zich bezig hielden met het importeren van landbouwgoederen voor Ondernemingen.
Vanaf 1889 ging de HVA zich richten op de teelt van o.m. koffie, suikerriet, rubber en sisal waarvoor o.m. nieuwe ondernemingen moesten worden opgericht en plantages aangelegd.
Herman werkte vóór het uitbreken van WOII als tuinemployé op de
Rubberonderneming Soember(Sari)petoeng, Kediri.
Op 28 sep. 1933 was Herman te Malang in het huwelijk getreden met Johanna Geertruida LEEUWENBURGH (geb. 14 feb. 1904 te Lawang).
Het gelukkige echtpaar kreeg 2 kinderen, t.w.:
- Emmi Jozine, geb. 26 mei 1935 te Djember;
- Franciscus Jan, geb. 27 feb. 1937 te Krikilan/Banjoewangi.
Na het uitbreken van de oorlog met Japan in 1941 en in het kader van de algehele mobilisatie van onze strijdkrachten in Indië, werd Herman in dec. 1941 opgeroepen voor het vervullen van zijn dienstplicht bij de Landstormafdeling van het KNIL te Kediri.
Zoals alle Nederlanders in Indië had Herman in de loop der jaren daar vóór, normaal zijn dienstplicht bij het KNIL vervult en had hij regelmatig deelgenomen aan herhalingsoefeningen.
Na de capitulatie van ons Koloniale Leger in maart 1942 werd Herman door het Japanse Leger in verschillende kampen op Java geïnterneerd.
Tenslotte werd hij met andere krijgsgevangenen (kgvn.) begin 1943 overgebracht naar de voormalige KNIL. kazerne van het Xde Bat. Inf. te Batavia/Jakarta;
deze kazerne werd toen door het Japanse Leger als “doorgangskamp” gebruikt om de kgvn. via de havenstad Tandjong Priok, met vrachtschepen op transport te stellen naar o.a. Singapore, Birma, Siam , Japan en andere Indonesische eilanden.
3. HET DRAMA ROND DE ONDERGANG VAN HET JAPANSE “HELL” -
SCHIP SS “ SUEZ MARU”
Op 12 apr. 1943 stonden 1000 kgvn. waaronder Ldst. Sgt. Inf. KNIL,
Hermanus Adriani in het kamp aangetreden, te samen met 32 Offn en 968 OOn , Kpls en Manschappen ,….met al hun hebben en houden.
Men had geen idee waarheen ze zouden worden getransporteerd, maar van geruchten hadden de kgvn. gehoord dat ze naar een plaats zouden worden
gezonden, waar zij heel hard moesten werken.
‘s Middags om 17.00 uur marcheerde de eerste groep van 500 Ned. kgvn. naar het station van Jakarta, 2 uur later gevolgd door de 2de groep van 500 kgvn. Alle kgvn. moesten instappen in treinwagons voor 30 mensen, maar nu
moesten er 50 man + hun uitrusting, in één wagon.
Het was een verschrikkelijke treinreis, dat tenslotte bleek Soerabaja als eindbestemming te hebben, alwaar men vervolgens na 24 uur aankwam.
De meeste ramen van de wagons waren gedurende de treinreis gesloten en men zat erin, als haringen in een ton, met heel weinig water en vrijwel zonder voedsel.
Opgejaagd door luid schreeuwende Koreaanse militaire bewakers, werden de kgvn. na aankomst in Soerabaja afgemarcheerd naar het voormalige “Jaarbeursterrein”, dat als interneringskamp was ingericht.
De situatie in het kamp was verschrikkelijk; naast ondervoeding leden vele kgvn. aan ernstige oogziekten en er waren vele gevallen bij van acute dysenterie.
Later bleek, dat een aantal kgvn. al tijdens de treinreis waren overleden.
Na 4 dagen verblijf in het Jaarbeurskamp vertrokken 3 groepen van ca. 2000 kgvn vanuit het Jaarbeurskamp per trein naar het station Goebeng bij het havenemplacement van Tandjong Perak.
In de haven lagen 6 Jap. schepen klaar, die zoals later bleek de kgvn. naar de Molukken en Flores zouden brengen.
Deze transporten zouden naderhand de beruchte naam krijgen van “Molukkentransporten” met de z.g. Japanse Hell -schepen, met bestemming de Molukken en het eiland Flores.
Op 18 apr. 1943 ’s middags vertrok Herman samen met 6300 kgvn a/b van 6 Jap. schepen vanuit Tandjong Perak; 4 daarvan gingen rechtreeks naar Ambon/de Molukken en 2 schepen gingen naar het eiland Flores. De Japanse Commandant van het gehele transport was de wrede en beruchte Luitenant- Kolonel Anami.
Herman werd via Ambon met zijn groep kgvn. naar Amahei op het eiland Ceram gebracht. Aankomst 30 apr. 1943 op “Juliana kamp”.
Op o.a. AMAHEI moesten de kgvn. onder erbarmelijke en onmenselijke omstandigheden gedwongen werken aan o.a. het aanleggen van vliegvelden.
Op 10 okt. 1943 was men op Amahei gereed met de aanleg van het vliegveld, waarna de kgvn. eind okt. werden overgebracht naar het Peleau kamp op Haroekoe. Dit kamp stond onder leiding van de beruchte sergeantmajoor Mori (Bambu Mori).
Door het grote aantal doden en ernstig zieke kgvn. op de Molukken, besloten de Japanners na enige tijd, om de kgvn. naar Java terug te brengen en te doen vervangen door nieuwe krachten.
Op 26 nov. 1943 ’s middags om 13.00 uur werd Herman samen met 540 Amerikaanse en Nederlandse kgvn. in de baai van Amboina ingescheept a/b van het Jap. Hell schip ss “Suez Maru”, in ruim
3 en 4; daarvan waren 126 Ned. kgvn. ernstig ziek, waarvan een aantal strecher- gevallen, 157 man waren van de oorspronkelijke Amahei- groep, waar ook Herman, deel van had uitgemaakt.
Het schip voerde noch de verplichte Rode Kruis- tekens noch de letters POW, om onder meer daarmede aan te geven, dat er kgvn. aan boord waren.
Zij, die tijdens de zeereis stierven werden in goeniezakken gestopt
en over boord gegooid.
Op weg naar Java werd het ss “Suez Maru”,omstreeks 08.00 uur in de morgen, nabij het eiland Kangean, gelegen Noordoosten van Bali, op 29 nov. 1943 door de Amerikaanse onderzeeboot, USS “Bonefish” getorpedeerd en tot zinken gebracht; 132 Ned. kgvn. verloren daarbij het leven;
zij, die op het moment daarna, nog in leven waren en in de zee
ronddreven - ca 200 kgvn. waaronder mogelijk ook Herman - werden in opdracht van de Japanse LKol. Anami, door de manschappen van de Jap. Lnt. Koisho, vanaf de Japanse mijnenveger M 12, alsnog met mitrailleur- en geweer- schoten gedood; dat vond plaats vanaf omstreeks om 02.00 uur ‘smiddag tot omstreeks 18.000 uur.
Slechts één Britse militair, KEN THOMAS ontsnapte aan de dood en
werd 24 uur later door de Aus. Corvette HMAS BAILLARD op zee
opgepikt en gered.
Herman en alle overige kgvn. vonden daar hun ZEEMANSGRAF.
Moge Gods Zegen op hun allen rusten.
naschrift:
LKol. Anami werd na WOII daarvoor door de Ned. Temporaire Krijgsraad ter dood veroordeeld; de doodstraf werd in Singapore naderhand ten uitvoering gebracht.
Geplaatst door mike van venrooij op 31 maart 2017