Petrus Adrianus Smeijers
1908-1944
Oorlogsslachtoffer
Is 36 jaar geworden
Geboren op 14-07-1908 in Bladel en Netersel
Overleden op 27-12-1944 in Hilvarenbeek
Afbeeldingen
Afbeelding toevoegen?
Klik hierBijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Vrijheid spreek je af
Het jaarthema 2013 van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, moest ik een paar keer overlezen voor ik er mee uit de voeten kon. Vrijheid spreek je af, is voor de dag van morgen, Bevrijdingsdag. Vrijheid moet verdedigd worden. Als ze verpletterd wordt, zoals in de meidagen van 1940, moet ze worden bevochten en heroverd.
Vandaag, op dit uur, gaat de vlag halfstok. We staan stil bij de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en van gewapende conflicten nadien, waarbij landgenoten omkwamen. In ons Goede Vaderland vielen in ‘40-’45, bijna 200.000 doden, in Nederlands Indië ruim 6.200.
Sinds de dag dat Hilvarenbeek militairen, burgers en slachtoffers van de Holocaust herdenkt, waarvoor veel dank aan de oud-indië veteranen verenigd in Serdadu Serdadu Kembali en hun nazaten, neem ik deel aan die plechtigheid. Waarom? Opdat zij die vielen niet vergeten worden. Voor het eerst sta ik op deze plaats en denk aan …..
Je zoekt hem tevergeefs in enig deel van het Koninkrijk der Nederlanden van Lou de Jong. Je vindt hem niet in het 107 bladzijden lange register van persoonsnamen. Tussen de, vrij nauwkeurig, geschatte 6323 namen ontbreekt de zijne. Hij bleef naamloos en onopgemerkt in de grote geschiedenis. Zijn naam ontbreekt eveneens in een boekje dat de wederwaardigheden beschrijft van het dorp waarin hij op Koninginnedag van het jaar 1937 was komen wonen. Een dorp in oorlogsjaren. Voor dat dorp wordt die periode begrensd door Eerste Pinksterdag, [10 mei] 1940 en de naamdag van Franciscus, 4 oktober 1944. Na de oorlog kreeg Maria, Troosteres der Bedrukten, er een kapelleke. Dat is gebouwd met stenen van kapot geschoten boerderijen. Binnen in het kapelleke hangt een sober grijs geverfd bord. Daarop zijn in zwart geschilderd de namen van al degenen die door direct oorlogsgeweld zijn omgekomen. Drieëntwintig mannen en zeven vrouwen. 'Gedenkt hen in uwe gebeden' gebiedt het opschrift. In 1994 is zijn naam toegevoegd. Hij was geen soldaat, geen verzetsheld of passant die pardoes op een mijn trapte.
Met Kerstmis 1944 zijn de tijden allesbehalve gunstig. Het dorp is dan wel bevrijd maar in België woedt het Ardennenoffensief en de vijand bestookt de havens van Antwerpen met V1's. In die ongewisse dagen zijn de manschappen van de Binnenlandse Strijdkrachten paraat, bij tij en ontij. Hij is één van hen. Hij loopt een longontsteking op. Er zijn geen medicamenten voorhanden. Het ziekenhuis is onbereikbaar. De Lieve Heer, van het kruis gebeden, laat gebeuren wat gebeuren moet. Derde kerstdag 1944 sterft hij. 'De overledene was een man van bijzonderen ijver en buitengewone toewijding voor de goede zaak', schrijft het Nieuwsblad. Hij wordt met militaire eer begraven. De sneeuw ligt een halve meter hoog.
Zijn laatste rustplaats vindt hij op het ereveld van de Nederlandse Oorlogsgraven Stichting te Loenen. 1066 staat erbij. Een platte steen, zo groot als een fors uitgevallen plavuis, vermeldt de data: 14 juli 1908 – 27 december 1944. Slechts 329 dagen deelden wij het leven. Hij was mijn vader, ik zijn vierde kind.
Tekst uitgesproken door zoon Ad op 4 mei 2013 te Hilvarenbeek.
SluitenGeplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 11 augustus 2017
Kom vanavond met verhalen
2025 Dodenherdenking in Hilvarenbeek
Nooit meer?
Vandaag herdenken wij onze dorpsgenoten die omkwamen door oorlogsgeweld, op eigen bodem, in Indonesië, of elders. Hun namen vind je op twee plaatsen in de
gemeente. In sierlijke letters zijn ze vereeuwigd op het schild in het kapelleke aan de Diessenseweg, gewijd aan Maria, Troosteres der Bedrukten. Het werd in 1945 opgetrokken uit het puin van kapot geschoten boerderijen uit het Groot Loo. Een van de helpers destijds,
hij bikte de stenen, was de Amsterdammer Leo Rienks, die onlangs overleed, 92 jaar oud.
De tweede vindplaats is de plaquette die bevestigd is op de sokkel van de Feniks op de
Vrijthof. De namen van onze dorpsgenoten zijn in brons gegoten. In1961 werd het oorlogsmonument onthuld, de plaquette in 1994, 50 jaar na de bevrijding van Hilvarenbeek.
Ik spreek nadrukkelijk over dorpsgenoten en ben er mij van bewust dat dit
exclusieve uitgangspunt te kort doet aan iemand als de
Noord-Nederlander Willem Vermeer. Bij gevechten rond Tilburg in het
najaar van ‘44 reed zijn jeep op een bermbom. Soldaat Vermeer was
op slag dood. De ontploffing deed zich voor net over de grens van de
gemeenten Tilburg/Hilvarenbeek aan de Beekse kant. Willem Vermeer is
begraven op het Ereveld van de Oorlogsgraven Stichting in Loenen, net
als Adrianus Brekelmans uit Biest-Houtakker en Janus Smeijers.
In mijn onnozelheid heb ik lang gehoopt dat de mensen die wij hier vandaag herdenken de
laatste, allerlaatste oorlogsslachtoffers in de geschiedenis zouden zijn. Nooit meer oorlog, nergens ter wereld, was de diep gekoesterde wens na de verschrikkingen van de de Tweede Wereldoorlog. De Verenigde Naties werden opgericht.
De NAVO en het Warschaupact, twee afschrikkingsmachten, hielden elkaar in evenwicht.
De Koude Oorlog kwam ten einde bij de val van de Berlijnse Muur in november ‘89. Aan Gorbatsjov werd in 1990 de Nobelprijs voor de Vrede toegekend. Dat was toen.
Mijn naïviteit, nooit meer oorlog, heeft sindsdien een flinke knauw gekregen.
Wat is de zin van het vernietigen van de infrastructuur in de Oekraïne of Gaza?
Van het ontwrichten van de samenleving?
Duizenden doden en nog meer lichamelijk verminkten
En even zovelen die belast zijn met het PTSsyndroom.
Waarom toch?
‘The answer is blowing in the wind’
Een van de velen.
Wat stelt mijn verhaal voor in de grote geschiedenis? Klein leed, vermoed ik, maar
een groot drama in het gezin waarin ik geboren ben. Het vierde kind ben ik, altijd de jongste gebleven. Dat zijn dorre data. Van een andere orde is het label ‘dat is de jongen die zijn vader nooit gekend heeft’. Daarin ben ik niet uniek, zelfs niet in het Beekse. Ik deel dat lot met Johan Prinsen en Toos de Brouwer.
En nu vraag ik uw aandacht voor de lotgevallen van een Beeks oorlogsslachtoffer: Janus Smeijers.
Jaren voor de deur van de lerarenkamer voorgoed achter mij in het slot
viel, genoot ik pensioen. De startdatum was 28 december 1944, de dag
na het overlijden van Janus Smeijers, mijn vader; de
pensioenuitkering stopte op 3 februari 1962, de dag dat ik 18 werd.
Data die u waarschijnlijk niets zeggen, maar die van grote
importantie geweest zijn op mijn leven. Vooral die eerste datum.
Toen het pensioen inging wist ik nog van niets. Ik lag in de luiers,
krijste van de honger en stilde die aan moeders borst. Het
pensioen was een wezenpensioen en kwam uit de kas van het Ministerie
van Oorlog. Janus Smeijers heeft dat pensioen verdiend, zijn vrouw
en vier kinderen hebben het uiteindelijk gekregen. In 1949 werd het
toegekend en met terugwerkende kracht uitgekeerd. Janus was lid van
de Binnenlandse Strijdkrachten. Op Dolle Dinsdag, 5 september 1944,
werd het legeronderdeel Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten,
kortweg BS opgericht.
Waarom ging hij bij de BS?
Het blijft gissen naar zijn beweegredenen.
Een motief zou kunnen zijn de zucht naar avontuur. Janus was in Bladel lid van de
katholieke verkenners geweest. Hij leerde er spelenderwijs zich
staande houden onder hachelijke omstandigheden. De bossen kenden,
overdag noch ‘s nachts, weinig geheimen voor hem. De meeste BS’ers
in Beek waren vrijgezelle jongemannen. Janus niet. Na zijn huwelijk, in
1937, trouwde hij in bij zijn schoonouders. Die woonden op de Varkensmarkt A 552.
Het verhaal gaat dat zijn schoonmoeder, mijn oma, een nogal dominante persoon was. Misschien ontsnapte hij aan het regime dat zij oplegde aan allen
die met haar onder een dak woonden: zijn schoonvader, zijn vrouw, een
ongetrouwde zwager en vier kinderen waarvan de oudste in 1944 5 jaar
was.
Een motief van economische aard zou kunnen zijn het soldij dat een BS’er ontving.
De administratie van Gewest 16, District Tilburg, Detachement
Hilvarenbeek van de BS vermeldt dat aan Janus Smeijers over de
periode 15 t/m 24 november 1944 was uitbetaal: ƒ 10,00
Zijn, naar ik hoop, belangrijkste motief: het morele appel. Zijn buurman op de Platte
Beek was de commies Leendert van den Hazel. Leendert was onder ir. Cees van Meel plaatselijke commandant van de BS geworden. Zou die buurman Janus Smeijers enthousiast gemaakt hebben om BS’er te worden? Om ‘iets’ voor het vaderland in nood te doen? Voor mijn vader was dat ‘iets’: patrouilleren, bij nacht en ontij, en zijn
bevindingen rapporteren. Zijn bijdrage aan de goede zaak mag dan
bescheiden zijn geweest. Echter, vergeet dit niet: het kostte hem wel
zijn leven.
Janus Smeijers woonde maar 7 jaar in Beek. Te kort, qua tijd, voor een
geslaagde integratie? Nou nee, hij was betrokken bij maatschappelijke
organisaties zoals de Vincentiusvereniging, zat in het bestuur de
Credo Pugno club en de RK Werkliedenbond. In de loop der jaren
deemsterde hij weg uit het collectieve geheugen van hen die de oorlog
overleefd hebben. Mijn tekst ‘Niets dan een fors uitgevallen
plavuis’ bracht hem in 1994 terug in de publieke belangstelling.
Hij werd opgenomen in de canon Beekse oorlogsslachtoffers.
10 mei 2018 kreeg Janus Smeijers postuum uitgereikt het Mobilisatie Oorlogskruis. Ik mocht het in zijn naam ontvangen uit handen van de majoor
Marco Kroon.
Tot slot iets over dat pensioen.
Het bedroeg in 1949 87 gulden per jaar. Vijf jaar later was het gestegen
tot 252 gulden. Een stijging van 289%. U begrijpt dat moeder en haar
vier kinderen niet van de honger omkwamen!! Zij leden meer onder het
gemis van de afwezige vader.
Ad Smeijers
Geplaatst door ad smeijers op 17 april 2025
Voeg zelf een monument toe
Log in om een monument toe te voegenVoeg zelf een verhaal of document toe
Log in om een bijdrage toe te voegenNationaal archief
Bekijk persoonsdossierCategorieën
Leg bloemen op dit graf
