Johannes Antonius Snoeij
1927-1945
Beroep
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Gouda in de Tweede Wereldorlog
De gewelddadige dood van Jan Snoeij is te meer tragisch, omdat hij slechts 17 jaar was en bovendien niet diegene was die de Duitsers zochten. In maart 1945 woonde aan de Hoge Gouwe 15, recht tegenover het water van de Turfmarkt, de familie Snoeij....
Lees meer
De gewelddadige dood van Jan Snoeij is te meer tragisch, omdat hij slechts 17 jaar was en bovendien niet diegene was die de Duitsers zochten. In maart 1945 woonde aan de Hoge Gouwe 15, recht tegenover het water van de Turfmarkt, de familie Snoeij. In dit pand had de vader een brood- en banketbakkerij. Achter de winkel bevonden zich twee kamers, gescheiden door een klein tussenkamertje. Daarachter was een open binnenplaatsje, vervolgens een woonkeuken en de bakkerij, die uitkwam op een tuin met een poort naar de Raam. Langs de verschillende vertrekken bevond zich een lange gang en in het midden daarvan een trap naar boven.Het gezin Snoeij bestond uit vader, moeder, de ongeveer 21 jaar oude broer Louis (Loep), Jan, de zusters Trees en Riet en de jongste telg Rinus, die toen ongeveer 10 jaar oud was. Via een ladder en een “platje” in de tuin achter het huis konden Loep en Jan bij de familie Van Dijk aan het Nonnenwater komen. Deze familie beheerde daar enige kaaspakhuizen, waarin de beide oudste broers bij gevaar voor razzia’s een uitstekende schuilplaats hadden.
Begin maart 1945 hadden de Duitsers een lijst in handen gekregen met namen van degenen die om een of andere reden waren ondergedoken. Op Deze lijst stond ook de naam van Louis Snoeij. ’s Middags 4 maart 1945 was vader Snoeij het schaarse en slechte brood aan het bezorgen bij zijn klanten. In de kamer achter de winkel zaten de overige familieleden - met uitzondering van Rinus, die in de tuin aan het spelen was- te luisteren naar de Engelse zender. De winkeldeur die de laatste tijd op slot zat, omdat er toch niets meer te verkopen viel, was bij toeval op dat moment niet afgesloten. Plotseling verscheen een overvalwagen voor het huis. De winkeldeur vloog open. Een Duitser en twee Nederlandse handlangers renden naar binnen; een vierde Nederlander bleef op wacht bij de winkeldeur. Jan vluchtte onmiddellijk door de gang naar de tuin, gevolgd door Loep die echter ter hoogte van de trapdeur werd staande gehouden. Onderweg naar zijn schuilplaats was Jan inmiddels op het platje aangeland en stond daar de komst van Loep af te wachten. In plaats van zijn broer kwam plotseling de Duitser de bakkerij uithollen en schreeuwde: “Stehen bleiben!“. Zonder het resultaat van zijn bevel af te wachten begon hij meteen op Jan te schieten, Deze werd door drie kogels in de borst getroffen. Dit geschiedde in aanwezigheid van broertje Rinus, de enige ooggetuige, die als aan de grond genageld toekeek. Jan wist zich nog om te draaien om weg te komen waardoor hem ook nog twee kogels in de rug troffen. Toen viel hij rochelend neer. Achter de Duitser verscheen een van zijn Nederlandse trawanten, die riep: “Er is er een aangeschoten!” Op dat moment liet de derde Nederlander Loep alleen in de gang staan om ook naar de tuin te rennen. Loep aarzelde geen moment en vluchtte via de trap naar boven; nog een trap en hij was op de zolder. Via een dakraam vluchtte hij het dak op,
De Duitse schutter was inmiddels bij Jan op wacht gaan staan en wilde geen van de familieleden toelaten. Echter na een scheldkanonnade (in het Duits) van de inmiddels gearriveerde buurvrouw Van Dijk mocht moeder Snoeij bij haar zwaargewonde zoon komen.
Nadat zij bij de Duitser had bevestigd dat het, slachtoffer Louis (!) ‘was, mocht Jan vervoerd worden. Onderweg naar het ziekenhuis “De Wijk” heeft moeder Snoeij in de ziekenwagen nog met Jan, die toen nog volledig bij kennis was, kunnen spreken; In “De Wijk” werd Jan op een andere brancard gelegd. Zijn moeder hoorde het plassen van het bloed. In de operatiekamer stonden de artsen er hoofdschuddend omheen. . . er was geen redden aan. Na de schietpartij heeft Jan Snoeij nog ongeveer drie kwartier geleefd.Keren we terug naar het huis aan de Hoge Gouwe: Zus Trees had een schort over de radio gegooid en het toestel via de voordeur naar de buren, de familie’ Mimpen, gebracht. Dit kon, omdat, de wacht bij de voordeur ook zijn post had verlaten, waardoor de voorkant van het huis onbewaakt was. Tegelijkertijd griste zus Riet alle illegale krantjes en blaadjes van onder het tafelkleed en verdween ermee, eveneens via de voordeur. Onwetend wat er in de tuin achter het huis gebeurd was, vluchtte zij naar een tante en een oom in de Prins Hendrikstraat. Op het veerpontje bij de Vlamingstraat hoorde zij van onbekenden, dat haar broer was neergeschoten. Na het voorval in de tuin doorzochten de overvallers ook het hele huis. Zij vonden er een rood wit blauwe vlieger, die kapot werd getrapt en een boksbeugel, die zij meenamen. Verder troffen zij kennelijk niets belangrijks aan. Inmiddels was Loep via de daken van de buren Van Duin, Galama, Rijp en Gerritsen op de zolder van bakker Hogendoom terechtgekomen. ‘s Avonds is hij (voor spertijd), verkleed als vrouw, tussen zijn twee zussen in naar de St. Jozefkerk aan de Hoge Gouwe gelopen, voorafgegaan door pater Pompe, die zich bij onraad om zou draaien. Zonder problemen is Loep in genoemde kerk aangekomen; hij heeft tot het einde van de bezetting met nog meer mensen onder het altaar van de St. Jozefkerk ondergedoken gezeten.Het lichaam van Jan werd pas na vijf dagen vrijgegeven. Het is in een kist naar de St. Jozefkerk gebracht, waardoor Loep, die daar immers zat ondergedoken toch nog de laatste eer aan zijn zo tragisch omgekomen broer kon bewijzen. Jan Snoeij werd begraven in een familiegraf op de Rooms-Katholieke begraafplaats aan de Graaf Florisweg te Gouda.
Sluiten
Bron: Familie Snoeij
Geplaatst door Stichting WO2 Sporen JvZ op 18 september 2018