Cornelis Antonius Spitters
1919-1944
Oorlogsslachtoffer
Is 24 jaar geworden
Geboren op 01-12-1919 in Waalwijk
Overleden op 20-05-1944 in Wassenaar, Waalsdorpervlakte
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Kees Spitters, een stille werker...
“Een stille werker die een zeer gewaardeerde administratieve kracht werd in een groot lederbedrijf. Voor hem gold het als een heilige plicht Nazi-Duitsland en zijn satellieten te bestrijden. Hij werd gevangen genomen en naar Scheveningen overgebracht, waar hij op 20 mei 1944 werd gefusilleerd. Enige uren voor zijn dood schreef hij nog een brief aan zijn ouders. God geeft kracht naar kruis.”
Deze woorden spreekt drs. Gerben de Vries, oud-directeur van het Waalwijkse Dr. Mollercollege, over Kees Spitters op 4 mei 1954 bij de onthulling van een gedenksteen voor de in de oorlog omgekomen leerlingen van de school.
Met zijn typering “stille werker” slaat de schooldirecteur de spijker precies op de kop. Tot aan zijn arrestatie op 8 oktober 1943 heeft nagenoeg niemand in de omgeving van Kees weet van zijn werkzaamheden voor het verzet. En ook na zijn arrestatie houdt hij, ondanks de martelingen, de lippen stevig op elkaar. Op het eerste gezicht lijkt zijn leven precies zo te verlopen als dat van andere jongeren in die tijd, want over zijn “heilige plicht” praat hij met niemand.
Nadat Kees, geboren te Waalwijk op 1 december 1919 als derde in een gezin van zes zonen, in 1936 slaagt voor zijn HBS-examen, gaat hij werken op het kantoor van de plaatselijke Chroomlederfabriek v/h Van Dooren de Greeff. In zijn vrije tijd sluit zich aan bij de transportcolonne van het Rode Kruis. Begin april 1939 moet hij zich voor het vervullen van zijn militaire dienstplicht melden bij de infanterie-kazernein Venlo. Omdat zijn regiment als het 17e Grensbataljon dienst doet aan de Maaslinie, maakt hij het begin van de oorlog van nabij mee. Bij Roermond zetten de eerste Duitse soldaten op 10 mei 1940 voet op Nederlandse bodem en worden de eerste schoten van de oorlog afgevuurd.
Na de demobilisatie weer thuis in Waalwijk, lijkt hij zijn vooroorlogse leven weer op te pakken. Hij fietst dagelijks naar de leerfabriek, weet zich daar in korte tijd op te werken tot boekhouder, volgt een cursus Engels voor zijn werk, meldt zich weer voor werkzaamheden bij het Rode Kruis, en last butnot least, verlooft zich met Mien Smolders. Dat is althans wat de buitenwacht ziet.
Later blijkt dat Kees al sinds de zomer van 1940 ook nog andere activiteiten ontplooit. Hij wordt koerier voor de O.D. en helpt wapens vervoeren.
In oktober 1943 raakt Kees ergens in Waalwijk op straat in gesprek met een Duitse soldaat. Kees vraagt hem of hij wellicht belangstelling heeft voor een burgerkostuum. Hij laat doorschemeren dat hij dat kostuum ook kan leveren zonder geld, in ruil voor een legerpistool met een aantal patronen. De Duitser belooft Kees de volgende dag terug te komen. Hij meldt zich op de afgesproken tijd op de afgesproken plaats. Het pistool heeft hij niet bij zich, hij komt vertellen dat hij dat ’s avonds zal brengen, als zijn compagnie op oefening is. De soldaat komt die avond echter niet alleen naar de afspraak. Hij brengt ook zijn superieuren mee, die Kees onmiddellijk in hechtenis nemen. Bij de huiszoeking die volgt wordt op zijn kamer in het ouderlijk huis aan de Stationsstraat nog een kistje met 25 patronen gevonden.
Kees wordt overgebracht naar Kamp Amersfoort en daar gevangengezet en verhoord. Ondanks de zware mishandelingen laat hij geen woord los over het verzet in Waalwijk en omgeving. Op 30 maart 1944 wordt hij door het Obergericht ter dood veroordeeld. Twee dagen later wordt hij overgebracht naar het Oranjehotel in Scheveningen. In de vroege ochtend van vrijdag 20 mei wordt hem medegedeeld dat hij twee uur later gefusilleerd zal worden. Kees schrijft een laatste brief aan zijn ouders, broers en verloofde en lijkt te berusten in zijn lot.
Korte tijd later klinkt op de Waalsdorpervlakte een schot. Het is dan 8 uur 12.
Op 1 maart 1945 wordt Kees onder zeer grote belangstelling herbegraven op het kerkhof van de parochie van St. Jan de Doper in Waalwijk. Op 27 oktober 2020 is zijn stoffelijk overschot overgebracht naar zijn laatste rustplaats op het Nationaal Ereveld in Loenen.
SluitenGeplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 29 april 2021