Johannes Hendrikus Steetskamp
1927-1945
Oorlogsslachtoffer
Is 17 jaar geworden
Geboren op 01-03-1927 in Bloemendaal
Overleden op 17-02-1945 in Doetinchem
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Het verhaal van Bob Steetskamp
Bob Steetskamp wordt geboren op 1 maart 1927 als jongste zoon van Willem Steetskamp en Griet (Magriete Aleida) Troost. Officieel heet hij Johannes Hendrikus, net zoals zijn oudste broer, die op 12 jarige leeftijd in 1926 overlijdt, maar hij wordt Bob genoemd. Bob werkt, evenals zijn broers, in het hoveniersbedrijf van zijn vader.
In de nacht van 6 december 1944 dreunt het geluid van laarzen door de stille straten van Bloemendaal. Duitse militairen sluiten wijken af. Razzia! Ook andere plaatsen rond Haarlem worden afgegrendeld. Er worden briefjes door de brievenbussen gedaan waarin ze mannen tussen de 18 en 60 jaar oproepen om zich onmiddellijk te melden.
De zonen Steetskamp (Jan, Co, Cees, Gien en Peep) besluiten zich niet te laten oppakken en verstoppen zich in het bos achter hun huis. Bob blijft thuis. Hij is immers nog geen 18 jaar.
Maar naarmate de tijd vordert wordt moeder Steetskamp ongerust. Het is bekend dat de Duitsers het met de leeftijd niet zo nauw nemen en soms ook jongere mannen oppakken. Dus adviseert zij haar zoon om ook naar het bos te gaan en zijn broers op te zoeken en met hen te wachten tot de kust weer veilig is.
Wat er dan gebeurt is niet bekend. Zeker is dat Bob zijn broers niet heeft gevonden en wordt opgepakt. Met hem zijn die dag 1004 mannen in Haarlem en omgeving opgepakt en afgevoerd.
De broers van Bob keren ongedeerd terug naar huis. De Duitsers zijn niet in het huis van de familie Steetskamp geweest.
Ook in talloze andere plaatsen zijn er die dag razzia’s*. Met name in de grote steden in het westen van het land. Maar ook in Apeldoorn worden duizenden mannen opgepakt en met treinen weggevoerd.De mannen uit Haarlem worden met rijnaken vanuit Amsterdam via het IJsselmeer naar Kampen vervoerd. Van daaruit gaat het verder per treinen. Als deze amper de Duitse grens zijn gepasseerd, worden ze beschoten door Britse jachtvliegtuigen. Daarbij vallen talloze doden.
In Haarlem is inmiddels een comité gevormd van vier mannen dat tot doel heeft te achterhalen waar de weggevoerde mannen naar toe gaan om ze zo nodig te ondersteunen. Immers, velen zijn zelfs zonder jas vertrokken. Daarnaast willen de vier een aantal mannen proberen vrij te krijgen. Het verzet stelt daar een chevrolet voor beschikbaar. Van de Ortskommandantur krijgen ze toestemming voor de reis middels een Fahrbefehl.
De trein komt via Nederland in Zevenaar aan. Daarna gaat de tocht te voet verder. Via het volledig tot puin gebombardeerde Emmerich belandt de stoet in Rees, tien kilometer vanaf de Nederlandse grens. Daar worden de mannen samen met duizenden anderen ondergebracht in een oude dakpannenfabriek en een circustent dat de Duitsers de naam Ausländerlager Groin hebben gegeven.
Bevrijdingsacties
De mannen worden gedwongen om in de ijzige kou verdedigingswerken te graven op de noordoever van de Rijn waarmee de Duitsers de oprukkende geallieerden pogen tegen te houden. De omstandigheden zijn onmenselijk. Er breken dan ook als snel allerlei ziekten uit en er sterven dagelijks talrijke mannen door diarree, ondervoeding of ontberingen. Anderen worden door bewakers doodgeknuppeld.Een enkeling slaagt erin het kamp te ontvluchten. Als twee uitgemergelde dwangarbeiders Megchelen weten te bereiken, zetten inwoners van het grensdorp bevrijdingsacties op.**Soms weten ze groepen van enkele tientallen tegelijk over de grens te krijgen. Vervolgens zetten ze routes op met eet- en slaapadressen tot aan de streng bewaakte IJssel. Met vervalste papieren die ze van het verzet hebben gekregen, kunnen de mannen vervolgens de bruggen bij Doesburg en Zutphen passeren.
Het schoolgebouw in Megchelen doet dienst als noodziekenhuis. Vrijwel alle inwoners zijn betrokken bij de verzorging van de mannen die soms meer dood dan levend zijn.In Bienen hebben de Duitsers een barak voor zieken ingericht. Een verzorging ontbreekt echter. De mannen liggen opeengepakt op de grond, veelal wachtend op de dood. Na overleg met Duitse instanties worden er vanuit de Achterhoek konvooien opgezet. Met alles wat maar enigszins kan rijden, worden honderden zieken opgehaald. In diverse plaatsen in de grensstreek worden gebouwen ingericht als noodziekenhuis om ze te kunnen verzorgen. In Doetinchem gebeurt dat onder meer met de Groen van Prinstererschool. Het gebouw staat leeg nadat de Duitsers enkele maanden eerder een laboratorium in allerijl naar Duitsland hebben verplaatst***.
Te laat
Bob heeft enorme last van heimwee en zijn gezondheid gaat snel achteruit. Het gaat zo slecht met hem dat de kampleiding besluit Bob te laten gaan. In een kruiwagen wordt hij tot aan de Nederlandse grens gebracht. Hij wordt opgenomen in het Algemeen Ziekenhuis in Doetinchem. Omdat daar meer zieken uit Haarlem worden verpleegd, heeft het comité uit die stad, waarvan onder andere de heer H.M. Krimp**** deel uitmaakt, het ziekenhuis al enkele keren bezocht om pakjes en kleding van familieleden te brengen. Tijdens zo’n bezoek vertelt de directrice van het ziekenhuis, zuster Dekker, dat Bob verlangt naar zijn vader. Het comité belooft dat ze wil proberen om bij een volgend bezoek Bobs vader mee te nemen.Dat gebeurt op zondag 18 februari. Dan reist het comité opnieuw naar Doetinchem. Met Bobs vader. Op een dolly***** die achter de auto hangt, ligt zijn fiets. De bedoeling is dat hij na het bezoek aan zijn zoon alleen naar Aerdenhout terug zal fietsen. Bij een tussenstop in Apeldoorn wordt de fiets echter gestolen.Nadat de mannen in Doetinchem zijn aangekomen, bellen ze aan bij het ziekenhuis. De directrice doet de deur open. “We hebben de heer Steetskamp bij ons om zijn zoon te bezoeken”, melden ze.De directrice schrikt. Een reactie die onmiddellijk wordt begrepen: ze zijn te laat.De avond er voor is Bob overleden.De mannen gaan met zijn vader mee om afscheid van hem te nemen. Daarna blijft zijn vader alleen achter bij zijn zoon.Op donderdag 21 februari wordt Bob Steetskamp begraven op de Algemene Begraafplaats aan de Loolaan.
* De razzia's werden later de Sinterklaasrazzia's genoemd.** De grensbewoners weten totaal 1600 dwangarbeiders door middel van bevrijdingsacties over de grens te krijgen.*** Tijdens het bombardement op de stad op 21 maart 1945 kreeg de Groen van Prinsterschool een voltreffer. Het was toen nog steeds in gebruik als noodziekenhuis. Negen dwangarbeiders en vijf anderen kwamen daarbij om het leven.**** De heer H.M. Krimp was lid van het comité "Nazorg Kamp Rees" en schreef "Razzia December 1944-Waar bleven onze mannen-Kamp Rees.***** Soort aanhangwagen
Geplaatst door Ingeborg te Dorsthorst op 27 mei 2023
Voeg zelf een monument toe
Log in om een monument toe te voegenVoeg zelf een verhaal of document toe
Log in om een bijdrage toe te voegenGem. Begraafplaats Loolaan te Doetinchem
Vak/rij/nummer 32