Leendert Cornelis Stelloo

1898-1945

Portret toevoegen?

Klik hier

Oorlogsslachtoffer

Is 47 jaar geworden

Geboren op 25-02-1898 in Rotterdam 

Overleden op 15-04-1945 in Pakanbaroe 



Militair onderdeel

Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

Leendert Cornelis Stelloo

Leendert Cornelis Stelloo is bootsman op het vrachtschip SITOEBONDO van de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd. Dat schip vertrekt op 14 juli 1941 uit Londen (VK) met zes passagiers en een lading stukgoed, bestemd voor havens rondom de Indische... Lees meer
Leendert Cornelis Stelloo is bootsman op het vrachtschip SITOEBONDO van de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd. Dat schip vertrekt op 14 juli 1941 uit Londen (VK) met zes passagiers en een lading stukgoed, bestemd voor havens rondom de Indische Oceaan. Het schip vaart in het konvooi OS-1 zuidwaarts, na een korte tussenstop in Oban, Schotland. Op 26 juli wordt het konvooi ontbonden op zee, waarbij een deel koers zet richting de Middellandse Zee en de rest verder vaart naar het zuiden. De Sitoebondo hoort bij die laatste groep, met als volgende bestemming Kaapstad (Zuid Afrika). Laat in de avond van 29 juli, op ca 100 mijl ten zuidoosten van de Azoren in de Atlantische Oceaan, wordt het dichtbij varende Britse schip SHARISTAN getorpedeerd. De Sitoebondo probeert met maximale vaart uit de buurt te komen, maar een uur later slaat het noodlot toe. Om 00.45 uur op 30 juli wordt het schip geraakt door een torpedo van de Duitse onderzeeboot U-371 (Kapitän leutnant Heinrich Driver) in het achterschip aan stuurboord. De machines worden gestopt en de opvarenden verzamelen zich bij de sloepen. Tien minuten later treft een tweede torpedo de Sitoebondo in ruim 4 aan stuurboord kant. Het schip begint weg te zakken en de sloepen worden afgevierd. Om 02.00 uur zinkt de Sitoebondo en wachten de sloepen in de omgeving op daglicht. Als de zon opkomt wordt een sloep vermist. De overblijvende boten zetten koers naar de Azoren. Een dag later worden ze gevonden door de Spaanse tanker CAMPECHE en aan boord genomen. Een vlot met twee overlevenden wordt na zes dagen op volle zee gevonden door een andere Spaanse tanker CAMPERO. Vijftien bemanningsleden en twee passagiers komen om bij de ramp, maar bootsman Stelloo is onder de overlevenden. Daarna wordt hij geplaatst op de KOTA RADJA, een schip van dezelfde maatschappij. Dat schip ligt afgemeerd in de haven van Soerabaja (Java) op 24 februari 1942, als daar om 10.00 uur Japanse vliegtuigen worden gezien boven de stad. De haven wordt kort daarna aangevallen en drie bommen vallen op het schip. Twee bommen treffen de machinekamer en de derde valt in ruim V. Er breekt op meerdere plaatsen brand uit, maar er is geen waterdruk aan boord om de brand te bestrijden. De bemanning gaat aan wal om hulp te zoeken en kort daarop arriveert de Koninklijke Marine met apparatuur. Het lukt echter niet om de brand te blussen en de Kota Radja wordt uit voorzorg uit de haven gesleept en op de rede voor anker gelegd. De twee volgende dagen blijft het schip branden en de schade is onherstelbaar. Daarom wordt de Kota Radja op 1 maart tot zinken gebracht door Hr. Ms. KRAKATAU, in een positie dichtbij het eiland Madoera. Bij de latere overgave van Nederlands Indië in maart 1942 raakt bootsman Stelloo in Japanse krijgsgevangenschap en komt op Java in een Jappenkamp terecht. In september 1944 wordt hij, met vele andere krijgsgevangenen, geselecteerd om te gaan werken aan de Pakanbaroe spoorweg op Sumatra. Het vrachtschip JUNYO MARU wordt op 16 september 1944 in de haven van Batavia geladen met 4.200 Indonesische werkkrachten (Romusha), 1.100 Nederlandse en 1.100 Britse, Australische en Amerikaanse krijgsgevangenen. Daarna vertrekt het schip op dezelfde dag, onder begeleiding van twee Japanse korvetten. Na passage van de Java Zee en Straat Soenda vervolgt het konvooi haar weg langs de kust van Sumatra. Op 18 september wordt het schip ontdekt door de Britse onderzeeboot HMS TRADEWIND (LCdr S.L.C. Maydon DSO RN). In de middag vuurt de onderzeeboot vier torpedo’s af op het konvooi en wordt de Junyo Maru enkele seconden na elkaar twee maal geraakt. Het schip zinkt binnen twintig minuten. Het is niet exact duidelijk hoeveel mensen zijn omgekomen bij deze ramp, maar een aanname is 5.620 slachtoffers. Naar verwachting hebben ongeveer 850 mensen de aanval overleefd. De meesten werden opgepikt door de korvetten, sommigen wisten zwemmend of met vlotten en wrakhout de kust van Sumatra te bereiken. Ook deze ramp weet Leendert Cornelis Stelloo te overleven. Hij wordt uiteindelijk toch tewerkgesteld aan de Pakanbaroe spoorweg op Sumatra. Maar op 15 april 1945 overlijdt hij aan de ontberingen van zijn gevangenschap. Na de oorlog wordt hij herbegraven op het Nederlandse Ereveld Leuwigajah in Cimahi (Java). Sluiten
Bron: Nationaal Archief Den Haag, archiefinventaris 2.12.30/2.16.31/2.16.32/2.16.40/2.16.54/2.06.084 en 2.10.50.03; Nederlands Instituut voor Militaire Historie; Website Duitse onderzeeboten in WW2 www.uboat.net

Geplaatst door Jos Rozenburg op 06 oktober 2019

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een verhaal of document toe

Log in om een bijdrage toe te voegen

Nederlands Ereveld Leuwigajah


Vak/rij/nummer I472

Nationaal archief

Bekijk persoonsdossier

Leg bloemen op dit graf

Wilt u graag bloemen laten leggen op dit graf, dan verzorgen wij dit graag voor u.
Bestel bloemen
Bloemen en kransen
Menu