Anders dan de Nieuwe Courant meldde kostte de Japanse bezetting de familie Syaranamual acht zonen

Mozes Syaranamual van Ambonese of Zuid-Molukse afkomst , was MULO scholier en lid van de Ondergrondse Vereniging of Verzetsgroep Corsica.

Vast staat dat deze Verzetsgroevia de nadanse Verzetsgroep van Koops Dekker MWO3 radiografisch contact had met de Nederlandse inlichtingendienst in Australië en Intelligence verrichtte ter voorbereiding van tenminste vier geallieerde bombardementsvluchten naar Soerabaja.

Vanaf december 1943 werden Verdachten van de Vuurpijlaffaire gearresteerd, naar de Werfstraatgevangenis getransporteerd en daar maandenlang verhoord en gefolterd. In juli 1944 werd Mozes Sryanamual en andere leden van de Verzetsgroep weggevoerd en door de beruchte Militaire Politie Ken-Pei-Tai geëxecuteerd in de Djatibossen van Bodjonegoro. Mozes Sryanamual ligt met andere leden van de familie Syaranamual, begraven in een graf met opschrift “Verzamelgraf Bodjonegoro”.

J.W.F Meeng Hoofd van het Bijkantoor Soerabaja van de Opsporingsdienst Overledenen O.D.O., onderdeel van het Departement van Justitie, publiceerde eind 1949 in verschillende kranten in Nederlands-Indië een namenlijst van illegale strijders uit Soerabaja , waaronder Mozes Syaranamual. In zijn persoonsdossier in het Nationaal Archief staat aangegeven: “behoorde tot de Vuurpijl-affaire”.

Deze illegale acties werden in Nederlands-Indië bekend als de "Vuurpijl-affaire". Desondanks raakte dit verhaal in Nederland in vergetelheid en wordt tot op heden nooit erkend als Verzetsdaad.

Zijn ouders dhr. D. Syaranamural en mevr. J. Syaranamual geboren Matulessy hebben voor hun zoon Mozes Syaranamual nooit erkenning gekregen als Verzetsstrijder.