Klaas Albertus Talens
1914-1942
Oorlogsslachtoffer
Is 28 jaar geworden
Geboren op 29-01-1914 in Zwijndrecht
Overleden op 01-03-1942 in Kalidjati, Tjiaterstelling
Rang
Militair onderdeel
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Klaas Albertus Talens was aanvankelijk als timmerman werkzaam bij "Manschot Meubelfabriek" in Dordrecht. In 1938, of kort daarvoor, nam hij dienst bij de "Koloniale Reserve". De "Koloniale Reserve" was een in Nijmegen gevestigd onderdeel van het...
Lees meer
Klaas Albertus Talens was aanvankelijk als timmerman werkzaam bij "Manschot Meubelfabriek" in Dordrecht. In 1938, of kort daarvoor, nam hij dienst bij de "Koloniale Reserve". De "Koloniale Reserve" was een in Nijmegen gevestigd onderdeel van het KNIL dat belast was met de werving van Europese militairen voor Indië. In de jaren dertig, toen de werkloosheid hoog was, meldden zich veel meer kandidaten aan dan dat er geplaatst konden worden. De wervingscriteria waren dan ook streng. In 1938 vertrok Klaas Albertus naar het voormalig Nederlands Oost Indië. Aldaar werd hij geplaatst bij de Militaire Luchtvaart Afdeling van het KNIL op het vliegveld van Kalidjati op midden Java. Zijn vrouw volgde hem in 1939 (intussen waren zij met "de handschoen" getrouwd). Na enige tijd is hij als burger bij de Militaire Luchtvaart Afdeling van het KNIL (als vliegtuigmonteur/maker) gaan werken, hoewel hij vermoedelijk wel gemobiliseerd zal zijn geweest op het moment dat de vijandelijkheden met Duitsland, en later met Japan begonnen. Klaas Albertus en zijn vrouw waren eveneens te Kalidjati woonachtig maar de nabijheid van het grootste militaire vliegveld van Indië deed hem, in verband met de kans op Japanse bombardementen, besluiten om zijn zwangere vrouw aan het begin van 1942 bij een vriendin in Bandoeng (op 40 km afstand) onder te brengen. Hij zelf bleef op het vliegveld werkzaam en in Kalidjati woonachtig.
Na de Slag in de Javazee op 27 februari 1942 waarbij het Geallieerde eskader onder leiding van Karel Doorman door de Japanners tot zinken werd gebracht en zijn oudere broer Berend Talens (1902 1942) sneuvelde, landde de Japanners op 1 maart bij Eretan Wetan op de noordkust van Java. Opzet van deze landing was een snelle verovering van het vliegveld van Kalidjati. In deze opzet slaagden de Japanners volledig. Om 06.20 in de ochtend van de eerste maart vertrok de eerste gemotoriseerde Japanse troepenmacht vanaf haar bruggenhoofd bij Eretan Wetan richting het tachtig kilometer verder gelegen vliegveld. Omstreeks 12.30 uur, en dus slechts zes uur later, was het vliegveld volledig in Japanse handen. De tussen Eretan Wetan en Soebang ter beveiliging van het vliegveld (op 13 km afstand) opgestelde landwacht sloeg bij de nadering van de Japanners zo overhaast op de vlucht dat men verzuimde het vliegveld van Kalidjati te alarmeren. Volgens een verslag van Generaal Majoor Bakkers werd nagenoeg de gehele Britse bezetting welke het vliegveld bij een aanval moest verdedigen dan ook volledig overrompeld en door de Japanners over de kling gejaagd. Volgens een Kapitein Prummel, welke bij de aanval op het vliegveld aanwezig was en dit overleefde, "was er geen enkele Engelse militair te zien terwijl door de kampongs en langs de paden het burgerpersoneel van de Militair Luchtvaart Afdeling en vele helpers wegvluchten". Slechts vier Hudson bommenwerpers zagen nog kans om tijdens de aanval op te stijgen en het vliegveld van Andir te bereiken. De overige vliegtuigen gingen verloren. De aanval kwam zo volkomen onverwacht dat de Japanners al schietend het vliegveld opreden terwijl het burgerpersoneel van de Militaire Luchtvaart Afdeling gewoon aan het werk was.
Over de lotgevallen van Klaas Albertus Talens is naar aanleiding hiervan het volgende bekend. Met drie collega's zou hij tijdens deze chaotische paniek toestand nog kans gezien hebben om een dienstauto of militair voertuig (jeep of truck, de lezingen hierover lopen uiteen) te pakken te krijgen. Met dit voertuig wilden zij vluchten in de richting van Bandoeng. Vermoedelijk zijn zij hierbij in de richting van Soebang gereden wat al in Japanse handen was. Vast staat dat het voertuig onderweg door de Japanners onder vuur werd genomen waarbij Klaas Albertus en zijn collega's om het leven kwamen. Volgens een andere lezing zou één van de collega's het incident overleefd hebben maar zeker is dit niet. Aanvankelijk werd Klaas Albertus als vermist opgegeven. Omstreeks 1949 is er een akte van overlijden opgemaakt. Zijn stoffelijk overschot is echter nooit gevonden.
Sluiten
Bron: In het kader van genealogisch onderzoek zelf uitgezocht en tevens uit overlevering vernomen van een zuster en posthuum geboren zoon van betrokkene.
Geplaatst door D. van Lunsen op 10 april 2013