Nico Veenboer is op 23 december 1921 geboren in Rotterdam als de op een na jongste van twaalf kinderen. Zijn vader Jacob Veenboer had een drukkerij en boekhandel in de Oranjeboomstraat in Feijenoord. (Drukkerij Fivero-Firma Veenboer Rotterdam). Zijn vader verongelukte toen Nico vijf jaar oud was en het bedrijf moest toen verder geleid worden door zijn oudste broer Jaap die toen 19 was. Toen Nico van school kwam ging ook hij werken in de familiebedrijf.

Op 10 november 1944 werd Nico en ook zijn broer Jaap weggevoerd in de Razzia van Rotterdam. Nico kwam terecht in Lager Falkenberg aan de Falkensbergsweg in Hamburg Neugraben. Het lager viel onder Kamp Neuengamme. Hij moest mogelijk werken in de vuurwerkfabriek Carl Flemming toen een munitiefabriek maar hij kan ook puin hebben moeten ruimen in het zwaar gebombardeerde Hamburg. Eind december 1944 ontplofte een granaat in het lager. Het verhaal gaat in de familie dat een granaat tussen de kolen voor de verwarming van zijn barak was terechtgekomen. Nico werd zwaar gewond en overleed op 2 januari 1945 in het ziekenhuis (Hilfskrankenhaus) dat gevestigd was in de Flakturm in Hamburg. Hij werd begraven op de Lüneburger Heide en later overgebracht naar Loenen.




Zijn oudste broer Jaap kwam na de razzia als dwangarbeider in Pirna en kater Dresden terecht. Pas toen hij na de oorlog terug naar Rotterdam kwam hoorde hij wat er met zijn broer gebeurd was. Nico's jongste broer Piet die nog thuis woonde mistte zijn broer heel erg.