Carla Veffer

1928-1943

0

Oorlogsslachtoffer

Is 15 jaar geworden

Geboren op 23-04-1928 in Amsterdam 

Overleden op 11-06-1943 in Sobibor 


Afbeeldingen

0

Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

Het kindertransport Kamp Vught naar Sobibor

Carla Veffer was sinds 1941 leerlinge op de Joodse HBS in Amsterdam. Zij dook begin 1943 onder. Ze miste haar familie en ging voor een paar dagen naar huis. Het gezin werd juist in die dagen opgehaald. Carla Veffer speelde viool. Haar viool is op... Lees meer
Carla Veffer was sinds 1941 leerlinge op de Joodse HBS in Amsterdam. Zij dook begin 1943 onder. Ze miste haar familie en ging voor een paar dagen naar huis. Het gezin werd juist in die dagen opgehaald. Carla Veffer speelde viool. Haar viool is op het onderduikadres achtergebleven.Interview met Charlotte Huffener (-Veffer) De kampen. De verwoeste levens. Het prikkeldraad. De zweepslagen. De vernedering. Kunnen overlevenden, 55 jaar na dato, de Duitsers hun wandaden vergeven? De 78-jarige Charlotte Huffener-Veffer, voor immer losgescheurd van vader, moeder en zusje Carla: "Ik kan het niet."Op 11 februari 1943 kwamen de Duitse legerwagens langsrijden. Mee moesten ze, vader en moeder Veffer en hun dochters Charlotte en Carla. Voorgoed kwam er een eind aan het diamantairsbestaan van de Joodse familie in Amsterdam. "We wisten dat we niet meer terug zouden keren", verhaalt de 78-jarige Charlotte Huffener in haar flatwoning in Amsterdam-Buitenveldert. "Tegenstand bieden? Vader wilde mij eerst niet laten gaan. Maar vergeet niet dat wij Joden een minderheid vormden. De moffen zaten ons op de hielen. Die laarzen, die geweren. Zo'n kolf in je rug, hup, die tram in. Er werd geschreeuwd, gehuild, er heerste ook gelatenheid."Op 12 februari kwam de familie Veffer aan in het 'Konzentrationslager Herzogenbusch (Kamp Vught), samen met honderden andere Joden. "Wat me schokte? Alles eigenlijk. Al die toiletten bij elkaar in één open ruimte. Je niet behoorlijk kunnen wassen. Het eten was verschrikkelijk. Een homp brood, surrogaatkoffie. We moesten vaak op appèl. Mensen tellen en je dan aansluiten in de rij. Uren staan. Vooral voor vader en moeder vond ik het erg. Mijn moeder was 46, maar als je zelf 21 bent, vind je dat best oud. De opzichters liepen altijd met een zweep. En dan zag ik moeder daar zo in een rij staan. Niet best."Het drama voltrok zich op 6 en 7 juni 1943. Op het appèl horen Carla en haar moeder hun naam afroepen: zij moeten vertrekken. Carla‘s vader kan mee, maar hoeft niet. Haar moeder vindt het beter dat hij in Vught blijft, bij Lotty. Dan overweegt Lotty zelf ook mee te gaan, maar dat willen haar ouders niet. Ze besluiten dat vader mee zal gaan, zodat hij Carla en haar moeder kan helpen. Lotty blijft alleen in Vught achter. "Dan is er tenminste iemand als we hier terug komen", zegt moeder'.Zusje Carla, 14 jaar jong, moest mee met het beruchte kindertransport, samen met 1295 andere Joodse kinderen jonger dan 16 jaar. Met de trein naar vernietigingskamp Sobibor. Carla keerde niet weer. Ook vader en moeder kwamen na hun deportatie niet terug. Mevrouw Huffener pakt een portret van Carla van de kast. Zachte ogen, golvend donker haar. "Ja, ze lijkt wel een beetje op Anne Frank. Jong, hè? In april 1943 heb ik haar voor het laatst gesproken. Af en toe denk ik: Is het één grote droom?" Zelf werd Charlotte in juni 1944 gedeporteerd naar Auschwitz-Birkenau. De jonge vrouw moest aan het werk in een fabriek van Telefunken. "We moesten lampjes lassen en in elkaar zetten. Lampjes voor V2-raketten, en knijpkatten, van die zaklampen. ’s Avonds werkten we, overdag lagen we te dommelen of moesten we op appèl. Soms werd ik geslagen. Eens begon een opzichter me met een stok te slaan. Na een paar slagen hield ze op. Wat bleek? Ze hadden per ongeluk de verkeerde uitgekozen. De strepen op m'n rug kun je nog zien. Ik heb ook een keer een klap in m'n gezicht gehad, omdat ik de verkeerde kampjurk had aangetrokken. Mijn vriendin werd kwaad. Eerst maakte ze een soort grap. "Ja", zei ze, "we stonden vanmorgen voor de linnenkast en toen dachten we: Welke jurk zullen we eens uitkiezen?" Toen zei ze: "Zo'n klap geven, dat moet je bij mij niet proberen." Van die opzichter hebben we geen last meer gehad."Toen de Russen oprukten in 1945 werden de gevangenen het concentratiekamp uitgejaagd door de Duitsers. Tijdens de beruchte wekenlange dodenmarsen bezweken duizenden mensen. "Het was erg koud. We waren kaal en zaten onder de luizen. Je had één kampjurk. Ik liep in het begin op twee linker klompen, pijnlijk. Daarna ging ik verder op blote voeten, zo de bergen door, en nog weer later in laarzen. Die had ik van een opzichter gekregen. Op voorwaarde dat ik ze later schoon weer terug zou brengen. Dat is gebeurd. Met twintig vrouwen hebben we de laarzen schoon gespuwd. Water was schaars. Toen mijn vriendin en ik twee kopjes water kregen, dronken we het ene leeg en met het andere kopje water hebben we ons gewassen. Op die manier moest je zien te overleven.""Kan ik de nazi's vergeven? Nee, dat kan ik niet. Ze hebben m'n hele familie uitgemoord. Ja, er leeft haat, verbittering. Het blijft hopeloos. Ik kijk de huidige generatie Duitsers niet aan op de gruweldaden van het voorgeslacht. De jongeren kunnen er ook niks aan doen. Ik zal niet naar Duitsland reizen. Naar Oostenrijk helemaal niet. Daar zijn in de oorlog nog gruwelijker dingen gebeurd. Ik liep gisteren bij de Nationale Dodenherdenking op de Dam, in de buurt van koningin Beatrix. Zij is pas in Oostenrijk geweest, op skivakantie, toen Haider in de regering kwam. Die vakantie, dat is niet netjes van Beatrix. Dat steekt ons. Niet iedere Duitser was een beest. In de lampjesfabriek moest een 17-jarige Duits meisje op ons letten. Ze vertelde ons dat haar vader en broers aan het oostfront zaten. Dat vond ze erg. Ze had heimwee. Ze kon niet geloven dat wij Joden waren. "Fräulein, Sie sind so anständig". Op een gegeven moment kreeg ik zware koorts. De arts kwam langs. Bij te hoge koorts zou ik naar de gaskamer worden gedeporteerd. Aan zieken heb je immers niks. Het Duitse meisje heeft met de thermometer gerommeld. Zodoende werd ik gezond verklaard. Maar met het optreden van het meisje zijn de beestachtigheden van andere Duitsers uiteraard niet goedgepraat. Sluiten
Bron: Interview Charlotte Huffener-Veffer

Geplaatst door Stichting WO2 Sporen JvZ op 02 maart 2019

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een verhaal of document toe

Log in om een bijdrage toe te voegen
Menu