Jan Albertus Veldwachter
1909-1945
Oorlogsslachtoffer
Is 36 jaar geworden
Geboren op 07-03-1909 in Deventer
Overleden op 08-03-1945 in Apeldoorn, Woeste Hoeve
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Jan Albertus Veldwachter 1909-1945
Jan Albertus Veldwachter was één van de slachtoffers van de Schoonebeeker N.S.B.-burgemeester. Hij was op 7 maart 1909 in Deventer geboren als zoon van gruttersknecht Evert Jan Veldwachter en Alberta Gerdina Jurriens. Hij was op 18 oktober 1934 vanuit Deventer als onderwijzer in Schoonebeek terecht gekomen. Als kostganger woonde hij in bij houthandelaar Willem Lamberts en Johanna Elisabeth Burger. Hij huwde op 20 juni 1935 met Jeltje Petronella Roodenburg, geboren op 3 december 1910 in Deventer, en had de volgende kinderen: Nellie (geb. Schoonebeek 14 juli 1937), Albertha (geb. Schoonebeek 7 mei 1939) en Jan (geb. Schoonebeek 19 november 1943). Zijn echtgenote kwam op 20 juni 1935 vanuit Deventer naar Schoonebeek en vestigde zich met haar echtgenoot in huisnr. A34a; later verhuisde het gezin naar huis A79. Veldwachter was eerst onderwijzer aan de school, zoals ook blijkt uit het bevolkingsregister, en zal na het vertrek van Anko Klevering in 1936 hem zijn opgevolgd als hoofd van de school.
Veldwachter was in Schoonebeek door Ir. Willem Mantel aangesteld als plaatselijk pelotonscommandant van de plaatselijke verzetsgroep Ordedienst (OD). Na de oprichting van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) werd Jan ook daar lid van en besloot mede daarom onder te duiken. Hij had een oproep van de Todt, de Duitse arbeidsdienst, genegeerd. Toevallig op een avond kwam Verbeek de heer Veldwachter tegen en hij lichtte de Landwacht in. Veldwachter was ondergedoken bij boer Eisen aan de Europaweg 182 in Schoonebeek, waar landwachter Johannes Smit een inval deed. Jan Veldwachter werd gearresteerd en tijdens het verhoor bekende hij de namen van alle bij hem bekende verzetsmensen uit de omgeving op een aan de achterkant van een schilderij geplakt papier te hebben geschreven. Dit doek was in bewaring gegeven bij wethouder E.H. Lubbers. Het doek werd gevonden en een golf van arrestaties volgde. Op 7 januari 1945 werd Veldwachter gearresteerd en opgesloten in het huis van bewaring in Assen. Voor het volledige verhaal hierover wordt verwezen naar het bijlagenboek. In de nacht van 6 op 7 maart 1945 wordt de BMW van Hanns Albin Rauter, de hoogste SS-politiebaas in Nederland, bij Woeste Hoeve doorzeefd met kogels. Zijn chauffeur en een adjudant komen om het leven, en Rauter wordt zelf ernstig gewond. Uit wraak voor de aanslag worden op 8 maart op verschillende plaatsen in Nederland 263 mannen geëxecuteerd, waarvan 117 bij Woeste Hoeve. Eén van deze mannen is Jan Albertus Veldwachter uit Schoonebeek. Hij ligt sinds 1979 begraven op Ereveld Loenen. Zijn naam is vermeld op een monument voor gevallenen 1940-1945 op de oude begraafplaats aan de Europaweg te Schoonebeek. De andere personen die met hem werden gearresteerd in januari 1945 en op 8 maart 1945 werden gefusilleerd bij de Woeste Hoeve waren: Wilko Emmens, Willem Frieling, Hendrik Hadders, Albert Jan en Bernard Hartemink, Hendrik de Lange en Otto Zomer. Landwachter Smit kreeg na de oorlog slechts 20 jaar gevangenisstraf. Hij kreeg nummer 158215 bij de Oorlogsgraven Stichting.
SluitenGeplaatst door Bert J. Finke op 18 oktober 2019
De ‘Nederlandsche Landwacht’ werd op 11 maart 1943 opgericht door het hoofd van de NSB, Mussert, als hulppolitiekorps op verzoek van de 'Höhere SS- und Polizeiführer Hanns Albin Rauter. De landwacht bestond uit eigen leden van de NSB ter bescherming van de, sinds begin 1943 toenemende, aanslagen op NSB'ers. Rauter beschouwde het korps ook als zijn eigen politiemacht, waarvan hij meer loyaliteit verwachtte dan van de Nederlandse politie. De Landwacht kreeg politiebevoegdheden, werd bewapend en bestond uit een beroepsdienst van ongeveer tweeduizend man met een hulpdienst van 8800 man die operationeel werd vanaf maart 1944.
Het aanzien van het korps was niet hoog omdat het een wijkplaats werd voor diegenen die ongeschikt waren voor de Waffen-SS. Vanaf eind 1944 maakte de Landwacht zich gehaat door assistentie aan de Duitsers in de strijd tegen het verzet, maar ook door bij controle van burgers hen van voedsel te beroven, met moeite verzamelt op hun barre tochten naar het platteland. Vooral in de noordoostelijke provincies oefende de Landwacht zware terreur uit. Hun bijnaam onder de Nederlandse bevolking was “Jan Hagel” omdat ze vaak gewapend waren met jacht geweren.
Bij de klopjacht die begon op 7 januari 1945 werden 36 personen gevangen genomen, waarvan 9 mannen uiteindelijk gefusilleerd zouden worden bij Woeste Hoeve Apeldoorn. Landwachter Smit en zijn mannen begonnen met een inval bij een boer in Schoonebeek. Hierbij werden een aantal onderduikers gearresteerd waaronder Jan Veldwachter die hoofdonderwijzer en pelotonscommandant was van de plaatselijke verzetsgroep Ordedienst (OD). Al snel kwam de ploeg van Smits erachter dat Veldwachter in de Ordedienst een belangrijke positie had en dat hij contact had met o.a. Ir. Willem Mantel die vervolgens met een aantal anderen werd gearresteerd. Door marteling bij de verhoren van de arrestanten ontstond er een domino-effect waarmee andere leden uit de verzetsgroep konden worden gearresteerd.
De volgende personen zijn opgepakt en bij de Woeste hoeve Apeldoorn gefusilleerd:
- Wilko Emmens
- Willem Frieling
- Hendrik Hadders
- Albert Jan en Bernard Hartemink
- Hendrik de Lange
- Otto Zomer
Dat landwachter Smit na de oorlog slechts 20 jaar gevangenisstraf kreeg maakt deze geschiedenis des te treuriger.
Albertus Veldwachter
Hij werd geboren in Deventer op 7 maart 1909. Hij was getrouwd en had twee kinderen. Jan was Schoolhoofd in Oud-Schoonebeek. Hij was door Willem Mantel aangesteld als plaatselijk pelotonscommandant van de OD. Na de oprichting van de Binnenlandse Strijdkrachten(BS) werd Jan daar ook lid van. Na zijn arrestatie werd hij in Assen opgesloten in het Huis van Bewaring. Op het moment van de executie was hij 36 jaar oud.
Hij ligt sinds 1979 begraven op Ereveld Loenen.
SluitenGeplaatst door Stichting WO2 Sporen JvZ op 03 november 2014