Elisabeth, roepnaam Bep, werd geboren in 1908 in Maasland. Haar vader was een kleine boer en melkventer. Zij hadden het niet breed. Een oudere zus Keetje *1903 was ingetreden bij de Augustinessen en een jongere zus *1912 trad in bij de Zusters van Liefde uit Tilburg. En een jongere broer Nicolaas *1911 trad in bij de Trappisten.Elisabeth trad in 1928 in bij de Dienaressen van de H.Geest te Baexem en startte haar noviciaat in 1929 in Uden. Zij kreeg de kloosternaam Alquirina. Haar eeuwige geloften legde ze af op 10-6-1937 in Baexem. Zij vertrok 5-10-1937 naar Papua Nieuw Guinea, naar Alexishafen. Zij werkte er in de keuken en de wasserij. Vandaar werd ze overgeplaatst naar de noordelijker gelegen plaats Mugil. Met de komst van de Japanners in december 1942 werd zij krijgsgevangene. Bij de nadering van de geallieerden werden de krijgsgevangenen geëvacueerd met het Japanse schip de Yorishime Maru. Dit schip werd op 6-2-1944 beschoten door Amerikaanse vliegtuigen. De op het dek liggende gevangenen waren een schietschijf en een enorm bloedbad volgde. Onder de slachtoffers was ook zuster Alquirina. De 59 doden werden in Kairiru aan land gebracht en er waren ook nog 40 gewonden. Yorisime Maru werd door de Europeanen verbasterd tot Dorish Maru. In het boek van Laumans staat een iets uitgebreidere biografie. Sluiten