Johannes Wilhelmus Cornelis Verhoeven
1924-1945
Oorlogsslachtoffer
Is 20 jaar geworden
Geboren op 26-04-1924 in Roosendaal
Overleden op 22-03-1945 in Sambeek
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Johannes Wilhelmus Cornelis Verhoeven, gesneuveld door pech
“Een rustige jongen.” Zo herinnert zijn zus Mien uit Leende zich Johannes Wilhelmus Cornelis (Jan) Verhoeven. De vierde uit een groot Brabants gezin van 13, geboren op 26 april 1924. Een gezellig gezin maar breed hadden ze het niet. Dat werd niet beter toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak en de drie oudste jongens moesten onderduiken. Dat scheelde drie kostwinners en dat telde.
Toch zou het hele gezin Verhoeven de Bevrijding meemaken. Dat gebeurde in het Zuiden eerder dan in de rest van Nederland, in Leende al op 20 september 1944. Jan en twee broers wilden helpen bij de bevrijding van de rest van het land. Ze namen dienst bij de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS) en vervolgens bij het Engelse leger. Later werden ze toegevoegd aan de Nederlandse Stoottroepen. Op 22 maart 1945 waren ze gelegerd in Sambeek nabij de Maas. Daar zou een eind komen aan het leven van Jan Verhoeven, gesneuveld door domme pech.
De drie broers Verhoeven die in dienst traden van de N.B.S.
De onderduikperiode hadden de broers Verhoeven redelijk probleemloos doorstaan. Onderduiken was op het platteland bezuiden Eindhoeven schering en inslag. Er wordt wel eens smalend gedaan over het verzet onder Nederlanders, maar duizenden mannen hebben zich aan de Duitse Arbeitseinsatz onttrokken door onder te duiken. Als iemand onderdook verdween hij zogezegd van de aardbodem, maar hij moest natuurlijk wel eten en anderszins onderhouden worden. Zo goed en zo kwaad als dat ging gebeurde dat in en rond Leende op vrij grote schaal. Mien Janssen-Verhoeven weet nog, dat ze als meisje van een jaar of zeven, acht met vader mee mocht naar het bos om eten naar haar broers te brengen. Verzetsactiviteiten waren er ook. Om onderduikers van voedsel een spullen te kunnen voorzien moesten bonkantoren worden overvallen (er was destijds heel veel alleen op de bon verkrijgbaar). Soms werden ook gemeentelijke administraties gestolen of verbrand. En er waren nog veel meer verzetsmogelijkheden om de Duitsers in de wielen te rijden. Die lieten dat natuurlijk niet over hun kant gaan. Mien Janssen-Verhoeven vertelt over een ander gezin waar van de zeven jongens er vier zijn omgebracht als gevolg van hun verzetsactiviteiten.
Maar de Verhoevens hadden de bezetting doorstaan. Nu vochten ze met een aantal medestrijders in het Land van Maas en Waal. Ze deden bewakingsdiensten en als Duitse eenheden de Maas wilden oversteken was het de bedoeling dat ze terug werden gejaagd. Ze waren ingekwartierd in een huis in Sambeek. Op de slaapverdieping van dat huis stond een ouderwetse kast met een lade bovenin. Toen iemand die lade opentrok bleek daar een mortiergranaat in te zitten. Een van de mannen pakte die granaat op en liet hem per ongeluk uit zijn handen vallen. Het ding ontplofte. Jan en twee anderen waren vrijwel op slag dood. Zijn broers, die elders in het huis waren, kwamen op de klap af. Ze zagen Jan liggen. Eerst leek het wel een geintje want zijn gezicht was nog helemaal gaaf. Toen ze zijn kleren wegtrokken wisten ze direct beter. Een granaatscherf had zich in zijn lichaam geboord, dwars door zijn portefeuille heen. Jan was dood.
Uiteraard sloeg het bericht in Leende in als een bom. Jan had al een tijdje verkering met Anneke Thijs, die van zijn verlies heel veel verdriet heeft gehad. Zijn zus Mien Janssen-Verhoeven (toen een jaar of acht) herinnert zich nog veel van die dagen. “Hij is in Leende begraven. Collega-soldaten hielden voor het huis en bij zijn kist een erewacht. Ze hebben zijn lichaam dwars door het dorp naar de begraafplaats gedragen. Ik herinner me nog dat zijn gezicht nog helemaal gaaf was. Jan is met militaire eer begraven.
Zelf was ik toen nog een kind. Dan besef je nog niet zo goed wat er allemaal gebeurt. Eigenlijk speel je al snel weer verder. Later heb ik beseft wat Jans dood voor vader en moeder moet hebben betekend. Temeer omdat nog twee van hun jongens onder de wapenen waren en later ook nog in Indonesië zouden vechten.”
In het gezin Verhoeven is Jan niet vergeten. Veel broers en zussen kregen een Jan in hun gezin. Er werd ook wel over hem gepraat. Mien Janssen-Verhoeven en haar man hebben zich later nog meer verdiept in Jans lot. “We hebben contact gekregen Met Theo Roeffen. Die was destijds hospik en heeft nog geprobeerd om Jan te helpen. We hebben veel met hem gepraat. Begin oktober zijn we vaak van de partij als de Stoottroepers hun doden herdenken. Toen mijn man en ik vijftig jaar getrouwd waren, kwam de burgmeester van Leende op bezoek. We kregen het over straatnamen en ik vertelde dat mijn broer in de oorlog was gesneuveld. De burgmeester heeft toen toegezegd na te gaan of er een straat naar Jan kon worden genoemd en dat woord heeft hij gestand gedaan. Nu is er in Leende een Jan Verhoevenstraat en dat is mooi. Jan is bovendien postuum onderscheiden met het Oorlogsherinneringskruis. Het is goed dat hij niet vergeten is.
SluitenGeplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 14 april 2023