Marinus Verkerk werd geboren op 21 mei 1924 in Den Haag als zoon van Arie Verkerk en Grietje Johanna van den Berg. Hij had één zuster. Zijn beroep was ambtenaar bij de PTT in Rotterdam. In de Tweede Wereldoorlog zat hij ondergedoken bij het gezin van Hendrik en Johanna Bussink-Pennings aan de Zwilbroekseweg in Eibergen (Holterhoek). Daar in huis woonden ook vier onderduikers. Op 13 december 1944 werd Marinus op zijn onderduikadres doodgeschoten door twee SS-ers die het huis waren binnengevallen.De avond ervoor hadden meerdere SS-ers bij de familie Bussink een inval gedaan. Omdat hun bezoek niets opleverde vertrokken ze weer. Op 13 december bleef de hond van Bussink de hele dag blaffen. De familie begreep dit niet goed maar naderhand bleek dat twee Duitsers het huis in de gaten hielden van achter de hooimijt. Toen vader Bussink ’s avonds de koeien knollen voerde op de deel, klopten twee Duitsers met de achterkant van hun pistool op de grote achterdeur van de deel. De houten ladder stond nog tegen de hilde (zolder boven de koeien, waar de onderduikers sliepen). Vader riep: “Komt d’r in.” Er werd wat gerommeld aan de deur en vader riep enigszins ongeduldig nog een keer “Ja!”. Hij drukte de klink van de “enddeure” naar onderen. Meteen stormden twee kerels naar binnen, vermomd met kousen over hun gezicht. Vader Bussink bleef verbouwereerd achter de enddeure staan en deed een uitroep van schrik. Moeder Bussink zat op dat moment met vier onderduikers aan de keukentafel . Zij waren meteen gealarmeerd. Eén onderduiker kon wegduiken en wegrennen over de deel, maar de tweede – Marinus Verkerk – rende naar de ladder om zo naar boven te ontsnappen. De andere twee onderduikers openden het keukenraam en renden weg door de velden. Marinus kreeg alle kogels uit het pistool van de Duitse SS-ers en stierf ter plekke op de deel. Sluiten