De ouders van Jan Willem woonden op de Randweg 114a in Rotterdam, waar zijn vader hoofdonderwijzer was. Jan Willem had een ouder zusje en drie jongere broers. Hij werd ook onderwijzer. Toen de oorlog uitbrak, was Jan Willem reserve 1ste luitenant bij het 3de Regiment Infanterie. Hij vertrok meteen naar Frankrijk en kwam op 11 juni in Engeland aan. Hij meldde zich in Porthcawl bij het Nederlands Legioen. Toen de Brigade was verhuisd naar Wolverhampton, gaf hij zich als vrijwilliger op om naar Suriname te gaan. Het detachement vertrok op 13 oktober 1941. Hij werd gelegerd in Albina in het district Marawijne. Op 2 juli 1942 moesten ze op patrouille op de rivier. Hun bootje was iets overbelast, waardoor hij dieper lag en verder uit de oever moest varen. Omdat het vloed werd, ontstond er deining. Een grote golf kwam over boord en het bootje begon te zinken. Lt Vermaas kon niet zwemmen. Drie van de 7 militairen verdronken, fuselier Gesser, brigadier Rijkaard en lt Vermaas. Hun drie lichamen werden op 4 juli gevonden. Ze werden naar Moengo gebracht en met militaire eer begraven. In 1975 is zijn stoffelijk overschot naar de Erebegraafplaats in Loenen gebracht. Sluiten