In 1940 was Klaas de Boer buschauffeur bij de NACO. Toen hij zich moest melden voor de Arbeidsinzet wilde hij dit niet en kon een baan krijgen als melkrijder, waardoor hij een “Ausweis” kon krijgen. Wanneer hij ontdekte dat zijn baas een NSB-er is haakte hij af en ging in de Beemster werk zoeken. Toen hij in 1943 het onrecht ontdekte, dat door de bezetters en de NSB-ers werd aangedaan, begon hij actief deel te nemen aan het verzetswerk.

Als dan in 1944 de pro Duitse burgemeester van Baak in Purmerend aantrad werd bekend dat hij wilde meewerken om de Duitsers toe te laten tot het bevolkingsregister. Bij een overval op het stadhuis werd dit door de illegaliteit weggehaald en verstopt. Als dan in Monnickendam 3 jongens worden opgepakt voor het rooien van een boom, die op transport naar Amsterdam worden ontzet, is de maat voor Van Baak vol. Hij gaat samen met de Edamse wethouder de Boer de Duitsers informeren over het verzetswerk en de mensen. Om dit te voorkomen gaan Klaas de Boer samen met zijn maat Egbert Snijder uit Edam op 31 januari 1945 een val uitzetten in de Purmer. Als dan burgemeester Van Baak en de Boer langs komen, onderweg naar Amsterdam, worden ze overvallen en meegenomen, hetgeen door een langs fietsende vrouw werd gezien. In De Rijp worden beiden door een rechter uit het verzet ter dood veroordeeld en geëxecuteerd.

Egbert Snijder is ondergedoken in de woning van Klaas de Boer aan de Verlengde Stationsstraat 2 (Wilhelminalaan) te Purmerend. Enkele dagen later zijn beiden, na verraad door de eerder genoemde vrouw, een NSB-ster, bij een Duitse inval opgepakt en opgesloten in de Landbouwschool (Villa Clementine) en de volgende dag naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans in Amsterdam gebracht. Na enkele verhoren, waarbij de vermissing van Van Baak niet werd opgelost zijn zij op 12 februari op de Jan Gijzenbrug in Haarlem gefusilleerd.

Jan Dekkers, maart 2015.

Sluiten