Jacobus Verzijde
1921-1945
Oorlogsslachtoffer
Is 23 jaar geworden
Geboren op 24-01-1921 in Rotterdam
Overleden op 21-01-1945 in Halberstadt Stadtkreis Halberstadt
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Voor mijn broer Koos
Onze ouders woonden met zes kinderen in Rotterdam. In 1939 verhuisden zij naar Weert in Limburg. Vader werd daar aangesteld als huisvader van het Protestants Militair tehuis. Daar werden nog twee kinderen geboren. De oudste twee zoons bleven in...
Lees meer
Onze ouders woonden met zes kinderen in Rotterdam. In 1939 verhuisden zij naar Weert in Limburg. Vader werd daar aangesteld als huisvader van het Protestants Militair tehuis. Daar werden nog twee kinderen geboren. De oudste twee zoons bleven in Rotterdam, zij hadden daar hun werk. In 1940 brak de oorlog uit, het militair tehuis werd opgeheven en vader trad in dienst bij het hulpkorps van het Nederlandse Rode Kruis.De oorlogsjaren
Van de oorlog hebben wij als kinderen zeer veel meegekregen. Luchtgevechten, altijd ’s nachts, waar iedereen voor naar buiten ging om te zien waar het toestel mogelijk neer zou komen, razzia’s en bombardementen. De indrukken toen opgedaan staan onuitwisbaar in mijn geheugen. Inmiddels waren mijn twee oudste broers ondergedoken. Nooit werd daar thuis over gesproken. Moeder had gevleugelde gezegden: ‘Je vijand slaapt nooit!’ en ‘Vertrouw niemand!’. Toch voelde je duidelijk dat er iets gaande was. Onze ouders echter hebben altijd geweten waar hun zoons verbleven.Ondergedoken
Mijn oudste broer Koos zat ondergedoken in één der slaaphutten van de Stichting “Nieuwe Wegen” in Ermelo, waar TBC patiënten werden verpleegd. Tijdens een nachtelijk luchtgevecht, ergens in die omgeving, tussen een Duitse nachtjager en een Engelse bommenwerper is het toestel neergehaald en is Koos op zoek gegaan naar eventuele overlevenden. Hij vond een van de Engelse bemanningsleden en heeft hem meegenomen naar zijn onderduikadres. Nog diezelfde nacht is er een grote razzia op gang gebracht en is Koos gearresteerd.
Hij werd op 10 maart 1944 door de Sicherheitsdienst (SD) opgepakt en naar het beruchte Polizeilich Durchgangslager te Amersfoort (PDA) getransporteerd en kreeg het kampnummer 8568. Grove mishandelingen waren daar aan de orde van de dag. Wat er van de Engelse piloot is geworden hebben we nooit kunnen achterhalen.Amersfoort - Buchenwald
Koos werd vanuit kamp Amersfoort – inmiddels 10 kg lichter en twee tanden kwijt een maand later als Politische Häftling op transport gesteld naar het concentratiekamp Buchenwald bij Weimar. In eerste instantie is het de bedoeling in de plaats Rheine, net over de grens bij Enschede dwangarbeid te moeten verrichten bij de Luftwaffe, maar de trein vervolgt zijn reis naar Duitsland. Had dit van doen met een aantal zwaarder gestraften in de trein? Bij aankomst en aanmelding in Buchenwald moet Koos zijn persoonlijke bezittingen inleveren en krijgt hij de gestreepte kampkleding met het nummer 47691 in de ‘Bekleidungskammer’ achter in het kamp.Aussenkommando Langenstein-Zwieberge
Op 2 november 1944 wordt Koos uit het concentratiekamp 'vrijgelaten'. Onduidelijk is of hij, zoals zijn andere kameraden uit het transport van april 1944, via het Arbeitsamt Weimar als dwangarbeider wordt ingezet. Koos heeft het Stapo-nummer 27* (Sicherheitspolizei) staan in zijn akte van het concentratiekamp, waarmee aannemelijk is dat hij onder de categorie -zwaarder gestraft- op transport gaat naar het Aussenkommando “Malachit”, een sub-kamp van het concentratiekamp Buchenwald. In dit 'Rüstungswerk', wat valt onder de SS-Führungsstab Halberstadt, werden ondergronds de gevangenen ingezet bij de fabricage van vliegtuigen. De onderaardse fabrieken stonden in de buurt van de Thekenbergen bij Halberstadt. Het bedrijf was ontstaan door een samenwerkingsverband tussen de Hermann Göring Reichswerke (REIMAHG) Salzgitter en de Junkers Flugzeugwerke Dessau. Het bedrijf had de naam Malachit AG. In welk ‘Arbeitskommando’ Koos heeft gewerkt is niet bekend, maar dat er zeer zware arbeid verricht werd was duidelijk. Het was dan ook de bedoeling, dat men het hier niet zou overleven en door de onmenselijke behandeling, de kou en nauwelijks te eten, gebeurde dat ook. Als strafmaatregel liet men de gevangenen naakt ’s nachts in de sneeuw staan of overgoot de gevangene met water. Dit overkwam ook Koos; hij liep een longontsteking op en overleed op 21 januari 1945 om 12.15 uur. Na de bevrijding is een kameraad van Koos, die deze hel had mogen overleven, bij ons thuis geweest in Weert en heeft dit o.a. aan onze ouders verteld. Ondanks het feit, dat we er allen rekening mee hielden, dat Koos weleens niet meer naar huis zou terugkeren, kwam deze slag hard aan. Het verdriet van je ouders te zien is erg, dat vergeet je niet meer. Koos werd voor de capitulatie begraven in Halberstadt op het “Sonderfriedhof” en kreeg grafnummer 53A. Na de bevrijding van het kamp door de Amerikanen, is Koos geïdentificeerd door de Nederlandse dienst identificatie & Berging en tijdelijk begraven op het kerkhof National-Francais, vak F-XIII-3 te Berlijn. Dat Koos is begraven in Halberstadt mag een wonder heten. Meestal werd het een massagraf of cremeren. Op 13 september 1946 werd te ’s-Gravenhage de Oorlogsgravenstichting opgericht en op 21 maart 1949 vonden de eerste begrafenissen op Loenen plaats, ook Koos is op dit bijzondere Ereveld herbegraven.*Opmerking
Het transport van 499 gevangenen uit het Polizeilich Durchgangslager Amersfoort op 18 april 1944 gaat direct naar het concentratiekamp Buchenwald. Bij de groep Nederlanders zit één Fransman en één Italiaan. Uit de kamparchieven blijkt dat 26 personen een Stapo-nummer hebben gekregen in januari 1945.De jaren na de oorlog
Wij allen verwerkten ons verdriet in stilte. Er werd weinig over gesproken, maar 4 mei - de dag van de dodenherdenking – was voor ons een dag van beleven en rouw en werden alle kinderen ook thuis verwacht. Vader is maar één keer naar het graf op het Ereveld Loenen geweest, moeder niet, dat konden ze eenvoudigweg niet aan. In latere jaren toen moeder alleen was, liet ze je wel eens in haar hart kijken en dan trof het je, hoezeer ze er nog mee bezig was. Datzelfde gold voor alle broers en zussen, als je één op één was, kwam er veel naar buiten. En nog steeds is de wond niet geheeld. Wat Koos en vele medegevangenen hebben meegemaakt valt niet in woorden te vatten en door ons ook niet te bevatten.De Oorlogsgravenstichting
In het voorjaar van 2017 kwam ik contact met Johan Teeuwisse van de Oorlogsgravenstichting. Onder begeleiding van Jeroen van Zijderveld, als vrijwilliger werkzaam bij de Oorlogsgravenstichting hebben mijn dochter Sandra en ik, de kampen bezocht. We hebben alles gezien wat nog over was en dat was veel! We hebben letterlijk de kampen doorkruist en daardoor ook een onuitwisbaar beeld gekregen van de barbarij die daar heeft plaatsgevonden. Wij zijn op de plek geweest waar mijn broer is gestorven, op de plek gestaan in Halberstadt waar hij tijdelijk begraven is geweest. Dit bezoek was zeer emotioneel en indringend en staat op het netvlies. Sabine Stein van de Gedenkstätte Buchenwald, de medewerkers van de Oorlogsgravenstichting, Jeroen van Zijderveld en Johan Teeuwisse ben ik zeer dankbaar voor hun hulp bij mijn zoektocht naar wat er met mijn broer Koos is gebeurd.
Sluiten
Bron: An van Gein-Verzijde & Sandra de Graaf-Van Gein
Geplaatst door Stichting WO2 Sporen JvZ op 10 februari 2018
Voeg zelf een monument toe
Log in om een monument toe te voegenVoeg zelf een verhaal of document toe
Log in om een bijdrage toe te voegenNationaal archief
Bekijk persoonsdossierCategorieën
Leg bloemen op dit graf
Wilt u graag bloemen laten leggen op dit graf, dan verzorgen wij dit graag voor u.
Bestel bloemen