Salomon Vleesdrager woont in 1941 met zijn gezin aan de Reiztstraat 31 3 hoog in Amsterdam. Hij is magazijnbediende van beroep maar staat ook geregeld op de markt. Salomon is gehuwd met Flora Hofman, geboren 10 april 1916. Op 18 oktober 1942 wordt hun zoon David geboren.Op 10 mei 1940 valt nazi-Duitsland Nederland binnen. Nederlandse troepen verweren zich aan de grens, op de Grebbeberg, bij de Afsluitdijk en ook in de steden Den Haag en Rotterdam. Na het bombardement op Rotterdam op 14 mei 1940 volgt de Nederlandse capitulatie.Geleidelijk worden alle Duitse maatregelen ook in ons land van kracht. In 1941 vinden de eerste razzia's op Joodse landgenoten plaats. Begin 1942 start de gettovorming en vanaf 3 mei 1942 moeten alle Joden zichtbaar een gele ster dragen. Dat is het begin van de systematische vervolging. Het eerste transport naar Auschwitz vindt plaats in juli 1942.Ook het gezin Vleesdrager ontkomt niet aan de Jodenvervolging en zij worden weggevoerd. De kleine David wordt samen met zijn moeder met een zogenaamd kindertransport in juni 1943 vanuit Vught via Westerbork naar Sobibor afgevoerd. Daar worden zij op 11 juni 1943 om het leven gebracht in de gaskamers. David is dan 7 maanden oud.Salomon Vleesdrager wordt geselecteerd voor dwangarbeid en belandt in verschillende kampen. Op 22 april 1945 komt hij met een van de laatste transporten aan in het concentratiekamp Dachau. Hier wordt hij bevrijd door de Amerikanen, maar is zo verzwakt en ziek dat hij op 21 mei 1945 in kamp Dachau alsnog bezwijkt aan de doorstane ontberingen.Zijn lichaam wordt begraven op de Leitenberg in Dachau. Door zorg van de Oorlogsgravenstichting wordt zijn lichaam daar opgegraven en op 30 april 1956 herbegraven op het Nederlands ereveld in Frankfurt am Main. Sluiten