Zoon van Abraham Vogelezang en Maria Johanna Aartsen. Johannes heeft twee halfbroers (Dirk en Jacobus Marinus Kampman) uit een eerder huwelijk van zijn moeder en een oudere broer en zus (Nicolaas en Klasina). Vader is stoker op de grote vaart. Vanaf zijn vijfde levensjaar groeit Johannes met zijn zus Klasina op in het gezin van zijn tante Maria (de zuster van zijn vader) en oom Hendrik Donkersloot aan de Prinsesselaan 40 te Bergen (NH).

Johannes is oorspronkelijk meubelmaker van beroep. Hij wordt op 23 oktober 1936 op 19-jarige leeftijd aangenomen in Rijkszeedienst als marinier der 3e klasse voor de tijd van zes jaar en meldt zich bij het Korps Mariniers op de Oostplein kazerne te Rotterdam op, of omstreeks 20 november 1936. Hij wordt op 28 september 1937 vanaf Rotterdam overgeplaatst naar het wachtschip Hr. Ms. Hertog Hendrik te Willemsoord, Den Helder.

Johannes vertrekt op 22 januari 1938 met m.v. Venezuela naar West Indië voor de duur van 2 jaren. Hij arriveert op 11 februari 1938 op Curaçao en wordt geplaatst bij het waldetachement. Van 3 februari 1941 tot 14 juli 1941 wordt Johannes gedetacheerd bij het detachement mariniers in Suriname waarna hij weer terugkeert naar Curacao. Kort daarna wordt Johannes geplaatst bij het detachement mariniers te Aruba.

Johannes Vogelezang overlijdt op 17 februari 1942 op Aruba als gevolg van het onverwacht exploderen van een Duitse torpedo tijdens een demontage poging.

In de nacht van 15 op 16 februari 1942 vindt er een gecoördineerde aanval plaats door vijf Duitse onderzeeboten op tankers en raffinaderijen in het Caraïbisch gebied waaronder die op Curaçao en Aruba (operatie Neuland). Doel is het ontwrichten van de voor de geallieerden belangrijke olietoevoer vanuit het Caraïbisch gebied.

De Duitse onderzeeboot U156 onder commando van Kapitain-leutnant Werner Hartenstein heeft Aruba als operatiegebied en torpedeert twee tankers op de rede van de Lago raffinaderij bij San Nicolas alvorens een (mislukte) aanval met het boordgeschut uit te voeren op de raffinaderij.

Hierna zet de U156 koers naar de noordelijker gelegen Arend raffinaderij alwaar torpedo's worden afgevuurd op de aan de Eagle pier afgemeerde tanker s.s. Arkansas. De ongeladen tanker raakt hierbij licht beschadigd. De eerste van de drie torpedo's die tijdens deze aanval wordt afgevuurd mist doel en eindigt op het strand van de raffinaderij.

Deze torpedo wordt in de ochtend van 16 februari 1942 door een patrouille van de Arubaanse schutterij op het strand nabij de pier aangetroffen.

In de ochtend van 17 februari 1942 wordt onder leiding van de uit Curaçao overgekomen luitenant ter zee 2e klasse P. Joosse en sergeant majoor torpedomaker D.A.C de Maagd begonnen met het onschadelijk maken van de torpedo. De mariniers Vogelezang, A.J.J. Klein (stamboeknummer 4649) en schutter Bremer zijn aangewezen om hen te assisteren bij de demontage.

Nadat de explosieve kop van de torpedo van het staartdeel is gescheiden door sergeant majoor De Maagd, daarbij geholpen door marinier Vogelezang, wordt tevergeefs geprobeerd de kop met een staaf dynamiet op te blazen. Marinier Kooijman ,(stamboeknummer 4844) die op wacht staat op de nabij gelegen Eagle pier, komt hierop polshoogte nemen, informeert wat er aan de hand is, en voegt zich bij de mannen die zich rondom de torpedo kop hebben verzameld.

Hierna besluit Luitenant Joosse om de ontsteker (het zgn. “pistool”) uit de kop van de torpedo te trekken met behulp van een kabel die wordt vastgemaakt aan een door de raffinaderij ter beschikking gestelde truck. Nadat de staalkabel om de ontsteker is aangebracht maken de mannen, waaronder Vogelezang, aanstalten om afstand te nemen. Op dat ogenblik ontploft de kop geheel onverwacht.

Marinier Johannes Vogelezang is op slag dood, evenals sergeant majoor torpedomaker D.A.C. de Maagd en marinier 1e klasse L. Kooijman. Luitenant ter zee 2e klasse P. Joosse overlijdt later die dag in het ziekenhuis zonder bij kennis te zijn geweest. Marinier 2e klasse Klein en schutters Bremer en Kock, die zich in de directe nabijheid bevinden, raken gewond.

Op 18 februari 1942 wordt Johannes Vogelezang in aanwezigheid van de Gezaghebber van Aruba Isaac Wagemaker begraven op de katholieke begraafplaats Zuid aan de Boerhavestraat in Oranjestad, Aruba. In 1999 wordt Johanes Vogelezang overgebracht naar het Nationaal Ereveld Loenen.

zie tevens:

http://willemsubmerged.wordpre...

https://willemsubmerged.wordpr...