Zeger, baron van Boetzelaer, wordt geboren op 11
september 1921 in Dinther. Hij is een telg van de adellijke familie Van
Boetzelaer en groeit op in landhuis Zwanenburg bij Dinther. Vlak voor
het uitbreken van de oorlog gaat hij studeren aan de Tropische
Landbouwschool in Deventer, waar tijdens de Duitse bezetting geleidelijk
aan een verzetsbeweging ontstaat, mede op initiatief van een van de
docenten. Zeger sluit zich hierbij aan en gaat werken voor de Centrale
Inlichtingendienst van de ondergrondse beweging. Over Zegers precieze
verzetsactiviteiten is in ieder geval bekend dat hij mee heeft gewerkt
aan de aanleg van een telefoonverbinding vanaf Deventer door de IJssel
en over de Veluwe om dienstorders uit Berlijn af te luisteren. De
verbinding is echter nooit operationeel geweest.

Thuis weet de familie niets af van Zegers verzetswerk, maar andersom
weet Zeger niet dat zijn ouders op Zwanenburg veel joodse onderduikers
in huis nemen. Op 1 september 1944 vertrekt Zeger voor de laatste keer
van zijn ouderlijk huis om zich in Deventer weer bij het verzet aan te
sluiten. Zijn commandant Joop Zwijnenberg is bij een actie in Raalte
gevangengenomen door de Duitsers en samen met zijn Poolse kameraad Stas
Sikora onderneemt Zeger op 21 december 1944 een gewapende
bevrijdingspoging. De actie zal plaatsvinden aan de Raalterweg. Zodra
Zwijnenberg daar onder Duitse bewaking voorbijkomt, vallen Zeger en Stas
de Duitsers aan. In het vuurgevecht dat dan uitbreekt, weet Zwijnenberg
te ontsnappen, maar Zeger wordt dodelijk getroffen. Hij overlijdt ter
plaatse op 23-jarige leeftijd.