Hendrik Willem de Vries
1893-1942
Oorlogsslachtoffer
Is 48 jaar geworden
Geboren op 10-02-1893 in Rotterdam
Overleden op 09-01-1942 in Op zee a/b s.s. Terkoelei
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Hendrik Willem de Vries, het verhaal van een oorlogsslachtoffer
Was Hendrik Willem de Vries een oorlogsslachtoffer? Het antwoord op die vraag hangt af van de manier, waarop je het begrip oorlogsslachtoffer definieert. De Vries (geboren in 1893) overleed op 9 januari 1942 aan hartfalen aan boord van het stoomvrachtschip Terkoelei, waarop hij kapitein was. Was hij een oorlogsslachtoffer? Wel als je bedenkt wat de Nederlandse koopvaardij in de Tweede Wereldoorlog allemaal voor de goede zaak presteerde. Wel als je je realiseert, dat De Vries zonder de stress van de oorlog en zijn taak daarin waarschijnlijk gewoon het jaar 1945 had gehaald.
“Ik heb hem nooit gekend”, vertelt zijn in mei 1942 geboren kleindochter Annemarie Groen-Hofwegen. “Maar hij heeft wel geweten dat ik geboren zou worden. Eigenlijk was mijn opa de stiefvader van mijn moeder. Hij en mijn moeder waren zeer op elkaar gesteld. Totdat mijn oma en mijn opa trouwden had mijn moeder geen gelukkige jeugd gehad. Dat veranderde toen hij in beeld kwam. Dus was zijn overlijden een enorme klap voor haar. Ze had zijn wederwaardigheden op zee gevolgd voor zover dat mogelijk was. De correspondentie bevat telegrammen over en weer waarin ze aan elkaar vragen of het nog goed ging. Dus zijn overlijden was verdrietig.”
Hendrik Willem de Vries was kapitein op de Terkoelei. Dat was oorspronkelijk een Duits schip, dat de autoriteiten van Nederlands Indië in beslag hadden genomen en dat nu onder Nederlandse vlag voer. Het was een koopvaardijschip en koopvaardijschepen werden in de Tweede Wereldoorlog continu ingezet bij de ondersteuning van de oorlogsinspanningen. Er moesten wapens over de wereld worden gesleept. En voedselvoorraden. En wat al niet.
Dat waren gevaarlijke taken. De Duitse marine was sterk, zeker op de Atlantische Oceaan. De Duitsers hadden de onbeperkte duikbootoorlog afgekondigd. Onderzeeboten konden koopvaardijschepen met een welgemikte torpedo naar de kelder jagen. Koopvaardijschepen voeren weliswaar meestal in konvooi onder bescherming van marineschepen, maar dat garandeerde allerminst een veilige aankomst. Wat onder normale omstandigheden al een stressvol bestaan was op de altijd onbetrouwbare zee, werd in oorlogstijd extra spannend.
Hendrik de Vries had in de maanden voorafgaand aan die 9e januari 1942 zijn portie spanning meer dan gehad. Zijn schip was in Schotland aan de grond gelopen omdat een loods in mistige omstandigheden foute aanwijzingen had gegeven. Twee maal was zijn schip beschoten vanuit de lucht (aan de Engelse oostkust). In de Tafelbaai bij Zuid Afrika was hij met zijn schip op een onbekende rots gestoten. Hij was (ook aan de Engelse oostkust) door motortorpedoboten aangevallen. De tanker die achter hem voer, werd daarbij geraakt en verging met man en muis. En bij het konvooi varen van Freetown (de hoofdstad van Sierra Leone) en Engeland was hij drie weken achtereen niet uit de kleren geweest.
Dat zou voor een kerngezonde jonge man al voldoende aanleiding zijn geweest om even een poosje gas terug te nemen, maar Hendrik de Vries was geen kerngezonde jonge man. Hij was bijna 50 en eigenlijk fysiek niet in staat om zo te leven. “Het werd hem afgeraden om door te gaan”, vertelt zijn kleindochter. Maar opgeven stond niet in zijn woordenboek. “Hij stopte weliswaar met de sigaretten en de koffie, maar hij wilde zijn plicht doen.” In een later door een van de officieren van de Terkoelei geschreven verslag lezen we: “Wij konden onze kapitein dan ook zienderogen ouder zien worden en aftakelen. Echter werd de verplicht gestelde jaarlijkse keuring niet meer gehouden omdat men blij was als men maar voer. Ikzelf wenste op het eind van de oorlog gekeurd te worden en kon dit slechts met moeite gedaan krijgen. Iemand als wijlen kapitein De Vries, met een grote wil en plichtsbetrachting moest hier de dupe van worden, wat ook inderdaad gebeurd is.” En een paar regels verder lezen we: “Het had hem echter niet mogelijk gemaakt moeten worden wederom naar zee te gaan. Had de Nederlandse regering, waaronder een zekere De Geer, gehandeld als deze kapitein, dan had men nu met het uitkeren van pensioenen aan nagelaten betrekkingen van hen die op zee voeren en hun plicht deden jegens het vaderland met de dood bekochten royaler en minder nauw van geest kunnen zijn.”
Hendrik Willem de Vries is zonder twijfel een oorlogsslachtoffer.
Zoals gezegd speelde de koopvaardij een grote rol in de Tweede Wereldoorlog. De koopvaardij wordt in oorlogstijd eigenlijk een onderdeel van de marine en heeft de plicht om mee te vechten. Dat dat gevaarlijk was hoeft geen betoog. In de Tweede Wereldoorlog is een op de zes Nederlandse koopvaardijmensen omgekomen.
Hendrik Willem de Vries is op 13 februari 1942 in Kaapstad begraven. Dat gebeurde in aanwezigheid van hoogwaardigheidsbekleders en collega’s van de koopvaardij. Al vrij snel daarna moet het bericht van zijn overlijden zijn vrouw en dochter in Nederland hebben bereikt.
“Hij had zeewater in zijn aderen”, vertelt zijn kleindochter zoveel jaren later. Zijzelf voelt zich onderdeel van een familie van zeevaarders. “Uit de verhalen hoor ik dat opa een kundig officier was. Hij was wellicht daardoor al jong kapitein. Op alle schepen waarop hij voer werd hij geliefd en gerespecteerd door zijn bemanningen.”
Mevrouw de Vries vond van zichzelf dat ze oorlogsweduwe was en ze wist de autoriteiten daarvan te overtuigen. Dus kreeg ze een goed pensioen. “Oma was een krachtige vrouw”, zegt Annemarie Groen-Hofwegen. “Natuurlijk heeft ze opa gemist, maar ik heb haar nooit verdriet zien hebben. Je moet daarbij bedenken, dat de vrouw van een zeeman gewend is om lange periodes alleen te zijn. Er waren foto’s en ze vertelde over de reizen die ze met hem gemaakt had. Ze stopte haar verdriet niet weg, maar ze aanvaardde de situatie volledig. En ze kon zichzelf prima vermaken.
Mijn moeder had zeker veel verdriet. Ze miste de vader, die ze lang niet had gehad en eindelijk toch had gekregen en die nu weer uit haar leven was verdwenen. Ze had immers een rotjeugd gehad en ze had een complexe verstandhouding met haar moeder, mijn oma. Ze was hartstikke blij toen ze op latere leeftijd mocht meemaken, dat mijn man en ik in Zuid Afrika opa’s graf hadden bezocht. Ze had hem zo graag langer voor zich willen houden.”
Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 05 september 2022