Saekle de Vries

1911-1945

0

Oorlogsslachtoffer

Is 33 jaar geworden

Geboren op 17-08-1911 in Pingjum 

Overleden op 01-03-1945 in Pakanbaroe 



Militair onderdeel

Afbeeldingen

0
0
0

Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

Het oorlogsgraf van mijn vader

Mijn vader, Saekle de Vries, werd aan de andere zijde van de toen nog Zuiderzee, geboren in Friesland op 17 augustus 1911. Zijn generatie had de pech om in de tijd van de grote crisis een baan te moeten zoeken. Met zijn twee HTS diploma’s lukte... Lees meer
Mijn vader, Saekle de Vries, werd aan de andere zijde van de toen nog Zuiderzee, geboren in Friesland op 17 augustus 1911. Zijn generatie had de pech om in de tijd van de grote crisis een baan te moeten zoeken. Met zijn twee HTS diploma’s lukte dat alleen in Indië bij de Bataafse Petroleum Maatschappij - de BPM - de voorloper van Shell. In 1937 vertrok hij. Mijn moeder volgde een jaar later, na met de handschoen te zijn getrouwd. Zijn eerste standplaats was Tjepoe, een oliestadje op de grens van Midden- en Oost Java. Daar werden mijn zuster en ik geboren. Zeven weken na mijn geboorte werd mijn vader overgeplaatst naar noord Sumatra iets ten noorden van Medan. Na de Japanse aanval op Pearl Harbor in december ’41 was al snel duidelijk dat de olievelden van Pankalan Brandan waar wij woonden, een doelwit voor de Japanners vormden. Terwijl mijn vader in militaire dienst moest op Sumatra, vluchtte mijn moeder in februari 1942 met twee kleine kinderen naar het veilig geachte Java. De Jap had gedreigd met gijzeling van vrouwen en kinderen van BPM-ers als ze de olie niet in handen zouden krijgen. Mijn moeder schrijft over dit afscheid in haar dagboek: “zullen we hem nog ooit terug zien?” Na de overgave wordt mijn vader opgesloten in een krijgsgevangenkamp in de buurt van Medan. Een deel van die gevangenen wordt afgevoerd naar de Burmaspoorweg. Hij wordt met vijfhonderd lotgenoten na een zware voettocht van meer dan 130 km, tewerk gesteld in Atjeh in noord Sumatra, bij de aanleg van een weg. Een half jaar later na de terugmars, wordt zijn groep die dan bekend staat als de Atjehparty in open vrachtauto’s over duizend kilometer naar midden Sumatra vervoerd, om daar een spoorweg voor kolentransport aan te leggen. Deze lijn begint in Pakanbaru en loopt 220 km naar het zuidwesten, over de evenaar. Er moet gewerkt worden onder zware omstandigheden: hitte, ondervoeding en nauwelijks medische zorg. Mijn vader wordt ziek in januari 1945. Hij wordt overgebracht naar het hospitaalkamp aan het begin van de spoorlijn. Daar zijn echter geen medicijnen. Die waren wel gestuurd door het Rode Kruis maar ze liggen buiten het kamp en worden alleen gebruikt door de Japanners. Slechts weinig mensen overleven dit ziekenkamp. Mijn vader overlijdt op 1 maart 1945, drieëndertig jaar oud. Hij wordt begraven in het oerwoud aan de rand van Pakanbaru. Meer dan zevenhonderd krijgsgevangenen delen zijn lot. Deze Sumatra Spoorweg komt overigens klaar op de dag van de Japanse capitulatie en heeft nimmer gefunctioneerd. In de zestiger jaren worden alle graven in de buitengewesten, na overleg met de Indonesische regering, overgebracht naar de zeven erevelden op Java. Mijn vader dus naar Pandu, in een buitenwijk van Bandung. Sluiten
Bron: Zoon Rintje Saekle de Vries

Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 06 december 2016

8dcffc33a4151c960a6f784d759c7212 v1

Herdenking van de oorlogsslachtoffers in Nederlands-Indië

De dodenherdenking op 4 mei heeft mij altijd een dubbel gevoel gegeven. Aan een dierbare die je verloren hebt, denk je natuurlijk veel vaker dan één dag per jaar. Bovendien is de herdenking gekoppeld aan de vreugde van de bevrijding in Nederland... Lees meer
De dodenherdenking op 4 mei heeft mij altijd een dubbel gevoel gegeven. Aan een dierbare die je verloren hebt, denk je natuurlijk veel vaker dan één dag per jaar. Bovendien is de herdenking gekoppeld aan de vreugde van de bevrijding in Nederland op 5 mei. Die bevrijding kwam in voormalig Nederlands Indië drie maanden later op 15 augustus. En in de vrouwen- en kinderkampen op Midden- en Oost Java werden de poorten pas meer dan een week later geopend. De weg naar de vrijheid bleek daar echter de weg naar de chaos, die nog een groot aantal levens zou eisen. De echte bevrijding kwam pas na afloop van deze Bersiap tijd, voor veel mensen was dat helaas te laat…. Het heeft tot 1988 geduurd, voor er een plaats in Nederland was om de Indische doden te herdenken dat werd het Indisch monument in Den Haag. Op 15 augustus, de dag dus van de capitulatie van Japan, worden deze slachtoffers daar herdacht. Voor de meer dan honderdduizend Nederlanders met een Indische achtergrond en hun dierbaren is dat ieder jaar weer een emotionele gebeurtenis. Ook voor mij. Ons gezin kwam op 3 mei 1946 terug in Nederland, dat was gisteren dus vijfenzestig jaar geleden. Maar het gezin was niet meer compleet. In 1985 stond ik voor het eerst aan het graf van mijn vader. Het was een onbeschrijflijk gevoel om daar met onze moeder te staan en zijn naam te lezen. Dat was hier op het ereveld Pandu in Bandung aan de voet van de Tangkuban Prahu, ook al zie je die zelden door de vochtige lucht en de luchtvervuiling. Wat je wel goed ziet is dat de christelijke en islamitische graftekens broederlijk naast elkaar staan. Iemand uit het reisgezelschap van de Oorlogsgraven Stichting schreef later over dit gevoel:Iedereen is zenuwachtig, Weet geen raad met zichzelf Hier liggen ze dan …… Ze worden geprezen om hun moed, Vereerd om hun daden. Zij horen ons niet, wij zien hen niet En toch zijn we heel dicht bij elkaarMaar, ik realiseer me dat er net als in Europa, voor veel nabestaanden geen graf is om te bezoeken. Ik denk dan onder anderen aan de zeelieden die mèt Karel Doorman in de slag om de Javazee ten onder gingen. Hun namen staan alleen op een plaquette op het ereveld in Surabaya waar veel marinemensen liggen. De 5600 slachtoffers van de scheepsramp met de Junyo Maru voor de kust van West Sumatra waren voor het merendeel Javanen, van hen is zelfs geen naam bekend. De 1462 Europese mannen en KNIL soldaten die het leven lieten bij deze ramp, zijn wel gekend. De grootste groep anonieme doden maakt deel uit van de twee en een half miljoen arme Javaanse arbeiders. Vaak waren dit eenvoudige jongens uit de dessa die, gelokt door geld en aangespoord door Soekarno, voor Japan aan het werk moesten. Dit werk, ook in de buitengewesten, kwam in de praktijk neer op dwangarbeid, slavenwerk. Van bijvoorbeeld de honderdduizend romusha’s zoals ze genoemd worden, die naar midden Sumatra verscheept werden om aan de Sumatra Spoorweg te werken, stierven er naar schatting tachtigduizend aan uitputting, ondervoeding en vooral tropische ziektes. Geen van hen heeft een graf.Om deze romusha’s te herdenken, staat aan het begin van de spoorlijn bij de stad Pakanbaru, een zwarte gedenksteen. Daarop staat in het Bahassa de volgende rauwe tekst:Helden van de arbeid, oh bloem van de natie, het was je lot om vernederd en vertrapt te worden. Je lichaam is skelet geworden waarvan de beenderen verspreid liggen. Hier rust je samen met de anderen zonder dat je familie weet waar naamloos en zonder enig eerbetoon. Met het noemen van deze groepen van overledenen uit voormalig Nederlands- Indië willen we alle slachtoffers van de oorlog herdenken. Dat doen we op 15 augustus in Den Haag, maar vandaag ook hier in Bergen op 4 mei 2011. Sluiten
Bron: Herdenkingstoespraak van Rintje Saekle de Vries uitgesproken in Bergen (NH) op 4 mei 2011

Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 06 december 2016

428fab0ca9a9bcf8911f2178ce2bfef6 v1

Familie bezoek Ereveld Pandu in Bandung, Java

Op 14 juli 2017 bezochten wij het graf van mijn pake op Ereveld Pandu in Bandung, Java. Het was een indrukwekkend bezoek.Wij werden persoonlijk verwelkomd en rondgeleid door de beheerder van de Oorlogsgravenstichting. Na het gastenboek te... Lees meer
Op 14 juli 2017 bezochten wij het graf van mijn pake op Ereveld Pandu in Bandung, Java. Het was een indrukwekkend bezoek.Wij werden persoonlijk verwelkomd en rondgeleid door de beheerder van de Oorlogsgravenstichting. Na het gastenboek te hebben ingevuld, bedankten wij hem ook voor het organiseren van de bloemenkrans.Wij danken de Oorloggravenstichting voor het in stand houden van deze begraafplaats. Sluiten
Bron: Jeannette W. Le Quéau-de Vries (kleindochter)

Geplaatst door Jeannette LE QUEAU-DE VRIES op 11 augustus 2017

47b6bf458a81e81055ef0591803cb7af v1

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een verhaal of document toe

Log in om een bijdrage toe te voegen

Nederlands Ereveld Pandu


Vak/rij/nummer V368
vries.de.s.2005.jpg

Nationaal archief

Bekijk persoonsdossier

Leg bloemen op dit graf

Wilt u graag bloemen laten leggen op dit graf, dan verzorgen wij dit graag voor u.
Bestel bloemen
Bloemen en kransen
Menu