Arend Vijfvinkel
1903-1942
Oorlogsslachtoffer
Is 39 jaar geworden
Geboren op 20-07-1903 in Loosduinen
Overleden op 29-11-1942 in Bremen Stadtkreis Bremen
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Familie Vijfvinkel in 1942
Geplaatst door Stichting WO2 Sporen JvZ op 03 februari 2014
Moeder : Adriaantje Verschoor
Cornelis Vijfvinkel had in Loosduinen een schoenenzaak met reparatiewerkplaats. Vanaf circa 1650 zijn de Vijfvinkels, afkomstig uit Barendrecht, schoenmaker geweest van vader op zoon. Arend wilde echter een ander beroep en werd uiteindelijk vertegenwoordiger, hij leverde o.a. steenkolen aan de Westlandse glastuinders, die hij bezocht op zijn motor, een Harley Davidson.
Arend Vijfvinkel trouwde met Cornelia (Cor) de Hoog, verpleegster bij de psychiatrische inrichting Bloemendaal, uit dat huwelijk werden vijf kinderen geboren, vier meisjes en een jongen. Arend had een buitengewone belangstelling voor de kerk en de politiek en een grote passie voor lezen. Wekelijks haalde hij bij de Openbare Bibliotheek in de Den Haag voor het gehele gezin boeken, alle kinderen Vijfvinkel hebben aan die activiteit een grote belangstelling voor boeken en lezen overgehouden. Arend was vaak zo in zijn lectuur verdiept, dat hij de wereld om zich heen volledig vergat, wat bij de keren dat hij op de kinderen moest passen soms tot hilarische toestanden leidde.
De werkplaats achter de schoenenzaak was een trefpunt van de mannenbroeders, leden van de Gereformeerde Kerk en de Anti Revolutionaire Partij, de ARP. Felle discussies werden er gevoerd, waar de reparatiewerkzaamheden soms dusdanig onder leden, dat er tot diep in de nacht moest worden doorgewerkt. Arend nam gaarne deel aan deze gesprekken, hij werd een krachtig en actief lid van zowel de kerk als de partij. Veel politieke bijeenkomsten werden door hem georganiseerd waar prominente sprekers uit de top van de partij lezingen hielden, belangrijk onderwerp was het verzet tegen en het afstand nemen van de nationaal-socialistische propaganda. Arend hield ook zelf geregeld spreekbeurten over deze en aanverwante onderwerpen, daarnaast was hij correspondent voor de Nieuwe Haagsche Courant, waarvoor hij wekelijks het Loosduinse nieuws besprak en toelichtte.
Het was dan ook niet verwonderlijk, dat Arend zich al vroeg in de oorlog aansloot bij het opkomende verzet, de OD, hij behoorde tot de groep van Martinus Staamer. Door een tip van een verrader moest Arend zich melden bij de Duitsers, bij de daaropvolgende huiszoeking werd een wapen gevonden, reden waarom hij op 27 juni 1941 werd gearresteerd en overgebracht naar de gevangenis in Scheveningen, het Oranjehotel. Tot 12 maart 1942 heeft hij daar vastgezeten, in die periode was bezoek af en toe mogelijk en kon een beperkte briefwisseling plaatsvinden.
Arend was een zeer gelovig mens met een rotsvast vertrouwen in God en Jezus Christus, in de spaarzame brieven uit die tijd maakte hij daar melding van, getuige zinnen als: “Wij mogen de moed niet verliezen, Christus wil ons daartoe de kracht schenken, ik put kracht, veel kracht uit de gebeden van jullie allen”. Voor veel van zijn medegevangenen was hij op dit punt een steun en toeverlaat. Over het leven in de gevangenis schreef hij weinig, de censuur liet dat vermoedelijk niet toe. In de brieven aan zijn vrouw Cor informeerde Arend altijd uitgebreid naar het wel en wee van zijn kinderen en naar verdere familie en vrienden. Een enkele keer was er onverwacht ruimte voor zaken, die te maken hadden met het gewone leven, wat blijkt uit een zin als:”Cor wil jij aan Hoogendoorn vragen om af en toe de banden van de motor op te pompen”.
Op 12 maart 1942 werd Arend onverwacht op transport gesteld naar het beruchte Kamp Amersfoort, waar hij zijn neef Ies ontmoette. Correspondentie was niet toegestaan en bestond uitsluitend uit, naar buiten gesmokkelde, met potlood geschreven briefjes. Ook daaruit bleek dat het vertrouwen in een goede afloop bleef bestaan, gevoed door een rotsvast geloof.
Na het grote OD-proces werd Arend veroordeeld tot het concentratiekamp en werd hij op transport gesteld naar KL. Neuengamme in Duitsland. Uit die tijd is niet veel meer bekend dan dat hij werd overgeplaatst naar een buitenkamp van Neuengamme, kdo Wartummer Heerstrasse Bremen. Gevangenen werden hier ingezet bij het ruimen van puin en het bouwen van schuilkelders voor de burgerbevolking vanwege de bombardementen van de geallieerden.
De gezondheid van Arend was door ondervoeding en het zware, mensonterende werk ernstig aangetast. Op 29 november 1942 overleed hij, volgens opgave van de Duitsers, aan hartfalen en werd hij gecremeerd. Arend Vijfvinkel staat vermeld op het gedenkteken van de Nederlandse Oorlogsgravenstichting op het Ereveld Bremen.
Met het overlijden van Arend werd een tijdperk definitief afgesloten en begon een nieuw: De vrouw van Arend, Cor, bleef achter met de zorg voor vijf kinderen. In de resterende jaren van de oorlog, maar ook lang daarna, was dat voor Cor een enorme opgave. Gelukkig was er de steun en de hulp van familie en vrienden, maar samen met al het verdriet bleef het een enorme taak, die zij op een bewonderenswaardige wijze heeft weten te volbrengen. In veel families heeft zich dezelfde situatie voorgedaan, welke niet altijd de aandacht heeft gekregen die hij verdiende.
Na de oorlog is er in Loosduinen contact ontstaan tussen een aantal echtgenotes van oorlogsslachtoffers, een groep vrouwen die onder de naam de Schakel één of meer keren per maand bij elkaar kwam. Dit contact is jarenlang blijven bestaan en is van grote waarde geweest voor alle betrokkenen.
Tenslotte mogen de activiteiten van de heer Cees Schüngel niet onvermeld blijven, jarenlang heeft hij contacten onderhouden met de nabestaanden. Hij was één van de initiatiefnemers voor het verzetsmonument in Loosduinen, oorspronkelijk geïmproviseerd, later vervangen door de definitieve versie, waarbij op 4 mei om 20.00 uur de jaarlijkse herdenking plaatsvindt.
Arend Vijfvinkel staat vermeld op de het Ereveld Bremen van de Nederlandse Oorlogsgravenstichting.
Aussenkommmando kdo Wartumer Heerstraße Bremen
Op 12 oktober 1942 wordt in het concentratiekamp KL. Neuengamme 1.000 gevangenen opgeroepen op de Appèlplaats zich te melden. Zij worden op transport gesteld voor de tweede SS-Baubrigade Bremen, Arend Vijfvinkel staat op de transportlijst, de “Veränderungsmeldung” zoals die in de Schreibstube in de dagen daarvoor was opgesteld.
Toen de bombardementsvluchten van de geallieerden strijdkrachten zich verhevigden op de in het westen en noordwesten gelegen Duitse steden werden gevangenen uit de concentratiekampen ingezet voor opruimingswerkzaamheden:
• Het ruimen van puin.
• Het bergen van gedode burgers.
• De ruiming van springstoffen en bommen.
Zo ontstonden in geheel Duitsland sub-kampen die onder directe verantwoordelijk lagen van de grote concentratiekampen (KZ). In de praktijk meldde de sub-kampen (kdo’s) aan het concentratiekamp waaruit de gevangenen waren gekomen de sterf- en transportmeldingen (Neuzugänge und Änderungsmeldungen).
Nog dezelfde dag komt het transport uit KZ Neuengamme met 750 gevangenen aan in de stad Bremen, 250 andere gevangenen gaan verder op transport naar Osnabrück. Het Baukommando van 750 gevangenen werd door het Hochbauambt van de stad Bremen aangevraagd en contractueel met de Schutzstaffel (SS) vastgelegd. De gevangenen werden ingezet voor het ruimen van puin en het bouwen van schuilkelders voor de burgerbevolking. Ze worden eerst in een barakkenkamp ondergebracht aan de Wartumer Heerstraße, eigendom van de Francke-Werken. Begin december 1942 verhuist de groep naar de Hindenburg-kazerne, Boßdorfstraße (Bremen-Huckelriede).
Kampcommandant van de tweede SS-Baubrigade was de SS-Hauptsturmführer Gerhard Weigelt.
SluitenGeplaatst door Stichting WO2 Sporen JvZ op 03 februari 2014