Abraham Waterman
1893-1944
Oorlogsslachtoffer
Is 50 jaar geworden
Geboren op 15-12-1893 in Hellevoetsluis
Overleden op 06-09-1944 in Op zee
Rang
Militair onderdeel
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Abraham Waterman
Het vrachtschip RIJN (N.V. Houtvaart (Vinke & Co.)) ligt in mei 1940 in Rotterdam en valt na de capitulatie in Duitse handen. De bezetters besluiten om het schip daarna in te zetten voor de Duitse oorlogsvoering met een Nederlandse bemanning....
Lees meer
Het vrachtschip RIJN (N.V. Houtvaart (Vinke & Co.)) ligt in mei 1940 in Rotterdam en valt na de capitulatie in Duitse handen. De bezetters besluiten om het schip daarna in te zetten voor de Duitse oorlogsvoering met een Nederlandse bemanning.
Op 10 juli 1944 vertrekt het schip in ballast van Kiel (Duitsland) naar Kotka (Finland) om daar hout te laden. Na aankomst in deze haven op 14 juli vindt er op 16 juli een zware luchtaanval plaats door Russische vliegtuigen. Een aantal afgeworpen bommen en torpedo’s ontploffen dichtbij het schip en veroorzaken schade aan de uitrusting en machines.
De kapitein laat de schade provisorisch repareren en vertrekt, gedeeltelijk beladen, naar Pernaviken. Daar wordt het schip verder beladen tot 2 augustus. Later die avond vertrekt de Rijn naar Bremen.
Op 3 augustus om 11.00 uur wordt de Rijn nabij Utterklenten aangevaren door het Finse schip AURA, waarbij de boeg aan stuurboord zijde zwaar wordt beschadigd. De Rijn kan nog wel zelfstandig varen en loopt de Finse haven Abo binnen voor inspectie.
Daar besluit de kapitein dat hij niet meer naar Duitsland wil varen en het schip wil behouden voor Nederland. Hij vertraagt bewust de reparatie en verzet zich tegen Duitse opdrachten om direct terug te keren. Begin september worden systemen gesaboteerd aan boord om het vertrek tegen te houden.
Op 5 september wordt de bemanning opgedragen om het schip te verlaten, hetgeen ook gebeurt. Maar de kapitein weigert pertinent om het schip te verlaten en blijft als enige aan boord achter. De Duitsers plaatsen enige matrozen aan boord ter bewaking en beschouwen de kapitein inmiddels als gevangene.
De volgende dag, 6 september, krijgen de bemanningsleden het bericht dat de kapitein door de Duitsers is doodgeschoten. Maar uit lijkschouwing blijkt later dat hij door een hartverlamming is gestorven.
Op 11 september besluiten de Duitsers om het schip zelf naar Duitsland te varen, maar door de sabotage gaat dat kort na vertrek mis. Enige mijlen buiten de haven kapseist het schip en zinkt.
In 1946 wordt het schip gelicht en naar Rotterdam gesleept, waar het wordt hersteld en in 1947 weer in de vaart wordt gebracht.
Sluiten
Bron: Nationaal Archief, inventarisnummer 2.06.084, scheepsverklaring Rijn
Geplaatst door Jos Rozenburg op 09 augustus 2020