In 1941 was het actieve verzet in de gemeente Voorst al begonnen. Allereerst was er natuurlijk de hulp aan onderduikers, vooral aan joden en de verspreiding van illegale lectuur. In 1942 werd de verzetsgroep grondig gereorganiseerd en kwam er ook een sabotagegroep. In september en oktober van dat jaar werden door deze groep veel aanslagen gepleegd: zo werd een melkfabriek in brand gestoken. Bij verschillende boeren* in Terwolde, Voorst Nijbroek en Welsum ging de gehele oogst in vlammen op, er werd een aanslag gepleegd op een Wehrmachttrein, grote hoeveelheden aardappelen, die door de Duitsers waren gevorderd, werden met behulp van chemicaliën vernietigd en bij het veilinggebouw in Twello, ging een grote graan en hooiopslag van de Wehrmacht in vlammen op. Midden oktober 1942 sloeg het noodlot toe. Terwijl twee leden van de sabotagegroep bezig waren brandbommen te plaatsen bij een boer in Welsum, werden ze op heterdaad door de SD (sicherheidsdienst) betrapt. Door verraad wist de SD precies waar aanslagen zouden worden gepleegd. Het gevolg was dat binnen een paar weken bijna alle leden van de groep werden gearresteerd. Op 19 november 1942 werden 33 mannen op de schietbaan in Soesterberg gefusilleerd. Dertien van hen kwamen uit de gem. Voorst, waaronder acht uit Terwolde. Onder hen de gebroeders Frederik (Frits) en Willem (Wim) de Weerd. (op de foto Willem met hoed). Frits, geb.10 – 2 – 1921 te Terwolde en Wim geb. 16 – 3 – 1916 te Apeldoorn. Zij woonden een boerderijtje met de naam De Peppelenkamp, Wijkseweg R145, Terwolde. (De boerderij bestaat niet meer). Maar het verzet ging door. De onderduikers waren nog in grote getale aanwezig en daarvoor had men natuurlijk vooral bonkaarten en geld nodig. Ook werd in Terwolde een editie van het illegale blad De Waarheid gedrukt. Het papier hiervoor moest uit Zutphen gehaald worden en de gedrukte bladen moesten worden verspreid. Als gevolg van verraad werd op 12 december 1944 en de daarop volgende dagen opnieuw een groep verzetsmensen uit Terwolde gearresteerd. Van deze groep er vier bij Woeste Hoeve om: Egbert Plette, Arend Jan Nalis, Dirk Lammers en Pieter van der Vegt.*De boeren waren proDuits. Ze moesten “leveren” aan de Duitsers zoals graan, aardappelen fruit en vee. Ze kregen van de Duitsers een betere prijs als aan de veiling, vandaar dat ze met de Duitsers goede zaken deden, maar van politiek hadden de meesten geen benul. Bron: Oudheidkundige Kring Voorst. Zie ook: broer Frederik de Weerd. Sluiten