Johannes Jacobus Westplat van Zuid-Molukse afkomst werd op 19-09-1893 geboren op Ambon, Zijn ouders waren Paulina Latumeten en Adriaan Westplat. Op 20-05-1998 werd zijn geboorte bijgeschreven in de Regeringsalmanak van Nederlands-Indie

Hij trouwde op 12-09-1934 in Soerabaja met Catharina Amalia Theresia Nikijuluw en kreeg met haar 3 kinderen

Hij was vòòr de oorlog als vlootpendita of vlootpredikant werkzaam bij de Koninklijke Marine in Soerabaja . Hij was niet alleen bekend in Soerabaja doch overal in de archipel waar hij als godsdienstleraar predikte.

In de Japanse bezettingstijd was hij lid van een Verzetsgroep in Lawang, een Ambonese Vereniging die zich bezighield met Ondergronds Werk. In oktober 1944 begon de Kenpeitai deze groep op te rollen. Ds Westplat werd samen met andere verdachten vervoerd naar Probolinggo en later naar de gevangenis in Malang waar hij op 30/05/1945 aan de gevolgen van maandenlange martelingen en mishandelingen bezweek. In totaal bezweken 10 leden van deze Verzetsgroep aan de Kenpeitai-mishandelingen: Hitipeu, J. van Joost, A. Nanlohy, Lopies, Souhoka, Kando, Hahouloussy , Majahud en ds Westplat

Aan zijn vrouw werd zijn lijk afgestaan en zij begroef hem op de begraafplaats van Soember Waras te Lawang. Na de oorlog vond onder militaire belangstelling de herbegrafenis van ds Westplat plaats op het ereveld Kembang Koening te Soerabaja. In zijn persoonsdossier bij het Nationaal Archief staat vermeld dat hij Ridder was in de orde van Oranje-Nassau.

Eind 1947 veroordeelde de Temporaire Krijgsraad te Batavia enkele leden van de Kenpeitai te Probolinggo: Toyoda Kohzo, Noguchi Takeshi, Sato Kakuzo en Masuko Yuzaboru werden veroordeeld resp. tot de doodstraf, 20 jaar, 15 jaar en 10 jaar gevangenisstraf wegens terreur en folteringen van burgers

De weduwe C.A.T. Westplat-Nikijulluw en haar 3 kinderen hebben resp. voor haar man, hun vader ds J. J. Westplat nooit erkenning als Verzetsstrijder gekregen