Hendrik Jan Wiggers
1886-1945
Oorlogsslachtoffer
Is 58 jaar geworden
Geboren op 29-12-1886 in Aalten
Overleden op 23-02-1945 in Kdo. Nordhausen
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Hendrik Jan Wiggers
Hendrik Jan Wiggers (*Aaalten 29.12.1886) trouwt in Aalten op 17 juni 1920 met Aleida Meijnen( *Aalten 12.7.1896). Het is zijn tweede huwelijk, zijn eerste vrouw Johanna Onnink is kort daarvoor in het kraambed gestorven. Hendrik en Aleida krijgen negen kinderen, maar met twee kinderen uit het eerste huwelijk bestaat het gezin uit elf personen. Ze wonen aan de huidige Vellegendijk 17 in Aalten, op een boerderij in het gebied dat de Wolboom heet, een stille en afgelegen plek in een bosrijke omgeving dichtbij een uniek gebied Goor en Zwarte Venne.
In oktober 1941 worden in het oosten van Nederland sabotagedaden gepleegd en als reactie daarop beginnen de Duitse bezetters razzia’s te houden in Twente en de Achterhoek. Joodse jongens en mannen worden opgepakt en gedeporteerd naar Mauthausen. De Joodse familie Meijler (veehandelaar) uit Aalten, vader Sally, moeder Paula, en hun zonen Hanri en Arthur, maakt zich ernstige zorgen en de mannen besluiten onder te duiken. Na veel moeite vinden zij een veilige schuilplaats bij de familie Wiggers. Hendrik heeft nog juist die ochtend tegen zijn vrouw gezegd: ‘Ik hoop dat er geen Joden komen, maar als ze komen laat ik ze niet gaan’. Ze komen dus diezelfde dag. Na verloop van tijd wordt de situatie weer rustig en keren de Meijlers naar huis terug. Maar in juli 1942 begint de systematische jacht op de Joden: hele gezinnen worden uit hun huizen gehaald en via Westerbork afgevoerd naar de vernietigingskampen. Opnieuw zoekt het gezin Meijler, nu is ook moeder Paula Meijler-Katz erbij, een onderduikplek. Nadat ze op een aantal andere adressen zijn geweest, die op den duur niet veilig blijken te zijn, zijn de Meijlers opnieuw welkom bij de familie Wiggers in de Wolboom. Moeder Aleida zorgt voor hen en waakt ervoor, dat de kinderen niets tegen anderen vertellen. Het lijkt alsof het woeden der wereld geen grip heeft op dit huis.
Intussen raakt vader Hendrik betrokken bij het verzet in Aalten: de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers - opgericht in de Achterhoek door Tante Riek en Frits de Zwerver - en de Knokploeg Aalten. De verzetsgroep vergader graag op deze boerderij die zo afgelegen is gesitueerd en die te bereiken is in de beschutting van landwegen. In Borculo worden zes zakken bonkaarten buitgemaakt na een overval van de KP. De verzetsmannen komen met hun buit die nacht bij Wiggers en hij deelt in de vreugde. Er zijn zoveel plaatsen die schreeuwen om bonkaarten voor onderduikers. Dezelfde nacht worden de duizenden bonnen verdeeld en ingepakt.Later vinden daar, behalve de familie Meijler, ook de gevluchte burgemeester Monnik van Aalten, een medisch student uit Den Haag en een Engelse vliegenier een schuilplaats.
Op 20 april 1944 gaat het mis. Nadat een verrader binnen de verzetsgroep is geïnfiltreerd (met als gevolg meer dan 50 slachtoffers, het verraad van Willy Markus), wordt op deze dag door de Duitse politie een inval gedaan. Bij de nadering van de overvalwagen verdwijnen de onderduikers snel naar hun schuilplaatsen. Zij worden niet gevonden, maar Hendrik Wiggers wordt meegenomen. Via het SD- kantoor in Arnhem wordt hij naar Kamp Vught overgebracht, waar hij wordt vastgehouden in de bunker (waar politieke gevangenen worden opgesloten) In september trekken de geallieerden het zuiden van ons land binnen (‘dolle dinsdag’) en dan wordt in allerijl Kamp Vught ontruimd. Wiggers wordt naar kamp Sachsenhausen gedeporteerd, van waaruit hij in november tewerkgesteld wordt in Groß-Rosen (Polen). Bij de nadering van het Russische leger wordt ook dit kamp ontruimd. De gevangenen worden per trein - een negen dagen durende reis onder barre winterse omstandigheden - in westelijke richting vervoerd, waarna ze nog 420 km lopend moeten afleggen met nauwelijks voedsel. Hendrik Wiggers heeft deze ‘dodenmars’ overleefd, want het is bekend dat hij in februari 1945 in het concentratiekamp Mittelbau-Dora is aangekomen. Daar is hij door uitputting ziek geworden en op 21 februari 1945 overleden, 59 jaar oud.
Aleida Wiggers-Meijnen blijft vol toewijding zorgen voor haar kinderen en de onderduikers, onwetend van het lot van haar man. Met Kerstmis 1944 schrijft zij hem in stilte een brief waarin ze haar gedachten uit. Allen, ook de Joodse familie Meijler, hebben de oorlog overleefd.
In de periode 1985-1989 wordt een gedenksteen geplaatst aan de Markt in Aalten naast de oude Helenakerk voor de gevallenen 1940-1945 in het georganiseerd verzet. Eén van de zeven namen daarop is die van H.J. Wiggers.
Op 29 februari 2012 zijn Hendrik en Aleida Wiggers-Meijnen door het Israëlische instituut Yad Vashem erkend en postuum geëerd als ‘rechtvaardigen onder de volkeren’, ‘omdat zij met gevaar voor eigen leven Joodse medeburgers hebben beschermd en gered’.
Op 13 april 2016 is een Stolperstein gelegd bij het huis van Hendrik en Leida Wiggers. De andere stolperstenen in Aalten liggen bij huizen van weggevoerde joden. Hendrik is geen joodse man maar hij en zijn vrouw verborgen een joods gezin van vier personen en deze joodse familie Meijler is hen daarvoor tot heden erkentelijk.
De zoon van Wiggers dochter Leis is Jan Wikkerink. Hij schrijft in 2021 een boek met de titel "Dale 39" over de geschiedenis van zijn grootouders in oorlogstijd. Het is een verhaal van geloof, moed en doorgaan en de schrijver wijst op het belang van herdenken en persoonlijk nadenken over keuzes in het leven.
SluitenGeplaatst door Ina Brethouwer op 11 september 2021