Johan Winkelhorst

Johan Winkelhorst werd geboren op 12 april 1903 in buurtschap Lintelo te Aalten. Hij was de oudste zoon. In 1928 trouwde hij met Johanna Th. Te Grotenhuis. Samen met hun zeven kinderen (geboren in de periode 1928-1936) woonden ze aan de Hogestraat in Aalten. Het beroep van Johan was varkenshandelaar. Op 17 augustus 1944 in de ochtend groette hij zijn vrouw en vertrok naar Groenlo waar hij wilde proberen borstels en bezems te kopen. Om half twee die dag werd hij op de Markt in Groenlo aangehouden door twee SS-ers in uniform, werkzaam voor het Arbeidsbureau Winterswijk (Nederlanders in dienst van de Duitse bezetters). Zij vroegen hem naar zijn persoonsbewijs. Dat had hij niet bij zich en zo werd hij meegenomen naar Winterswijk. Zijn vrouw kreeg op zaterdag 19 augustus een telegram dat haar man in het politiebureau Winterswijk was ingesloten en dat ze hem kon bezoeken. Johan deelde haar toen mee dat hij naar de Sicherheitsdienst in Arnhem moest. Die middag vertrok hij per trein. Kort daarop kreeg ze van de kampleiding in Amersfoort een briefje waarin haar verzocht werd kleding te brengen omdat haar man naar Duitsland zou worden overgebracht. Zij kon dat niet doen want de treinen in Nederland liepen toen al niet meer en bovendien was het te gevaarlijk met vliegtuigen in de lucht die op alles schoten wat bewoog. Op 28 juni 1945 kwam de predikant van de N.H. gemeente (ds. Van Petegem) haar meedelen dat haar man in concentratiekamp Ravensbrück was overleden. Veertien dagen later kreeg ze bericht van de familie Tolkamp uit buurtschap Barlo, Aalten (zoon Jan was teruggekeerd uit Kamp Husum), dat haar man Johan op 29 april 1945 in dat kamp was overleden. Echtgenote Winkelhorst heeft nooit officieel bericht gekregen van het overlijden van haar man Johan.