Marinus Hendricus de Wit

1887-1942

1420479705.jpg

Oorlogsslachtoffer

Is 54 jaar geworden

Geboren op 25-10-1887 in Amsterdam 

Overleden op 21-10-1942 in Sachsenhausen 



Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

Mijn vader Marinus Hendricus de Wit, voor zover mijn herinneringen terug gaan. Het eerste wat ik mij als kind van een jaar of 5 kan herinneren is,dat hij mij op schoot nam om wat te knuffelen en dan ging hij “wangenpoetsen”. Dan werd ik met mijn... Lees meer
Mijn vader Marinus Hendricus de Wit, voor zover mijn herinneringen terug gaan. Het eerste wat ik mij als kind van een jaar of 5 kan herinneren is,dat hij mij op schoot nam om wat te knuffelen en dan ging hij “wangenpoetsen”. Dan werd ik met mijn wang tegen zijn, nogal harde baard heen en weer bewogen. Meestal als einde van de knuffelpartij ,denk ik nu. We woonden destijds in Diemen waar ik later ook ben gaan voetballen,zie verderop. Achter ons huis, in de Johan van Soestdijk straat,was een permanente “Lunapark”zoals dat toen heette. Er was bijna altijd muziek te horen,zoals bij een kermis. Misschien woonwagenbewoners? Mijn vader was heier en die werkten in ploegen van 5 of zes man en hij was de machinist,die moest zorgen dat de stoommachine of de dieselmotor werkte .Zo had je ook de” palenman” en de “handelsman”, de man die aan de lier stond om, het heiblok op en neer te bewegen. Nu kon er, in de winter,door de bevroren grond,niet geheid worden en was hij dus werkloos. In Amsterdam kwam hij dan in de “steun”,zoals de bijstand toen heette. In Diemen was dat anders, dan moest hij achter de vuilniswagen lopen. En dat was voor een machinist toch wel teveel gevraagd. Ook al omdat hij,ik weet niet hoeveel jaren daarvoor, bij de Ballast Maatschappij, een zeer grote bouwmaterialenhandel, als sleepboot kapitein had gevaren. Daarom verhuisden wij naar de Jacob van Lennep kade in Amsterdam en niet veel later naar de Kanaal straat nr 54 daarachter Toch ging bij DVAV spelen. De Diemer Voetbal en Atletiek Vereniging , in de aspiranten . Die speelden meestal vroeg, op zondagmorgen om 10 uur en het was wel drie kwartier fietsen naar Diemen. En vaak waren de spoorbomen op de Weesperzijde dicht. Daarover hoorde ik van een van mijn broers later nog een sterk verhaal. Er was een vent in een, voor die tijd nogal dure cabriolet en die sneed mijn fietsende broer en vader gemeen krap. Oh,zei mijn vader toen: “Die krijgen we wel bij de spoorbomen”. En ja ,hoor hij stond ervoor te wachten. Mijn vader sprak hem aan op zijn gedrag, maar die vent lachte hem vierkant uit. Mijn vader boos ,dus hij pakte hem bij zijn revers ,tilde hem de auto uit en liet hem toen vallen. Ja, hij was vroeger gewichtheffer geweest. Zijn eigen broer Jan, vertelde ons ook eens,dat als hij en broer Cor in een café ruzie kregen en ze konden het niet winnen,dan werd Rinus geroepen en werd iedereen door hem naar buiten gesmeten. Maar terug naar mijn voetbaltijd in Diemen. Als ik gespeeld had, bleven we nog vaak kijken naar een wedstrijd van een van de hogere elftallen en dan terugfietsen. Daar had ik dan wel eens moeite mee. Wat mij het meest is bijgebleven,hoe hard mijn vader dan nog kon fietsen! Op mijn twaalfde brak de oorlog uit en ik herinner mij hoe we vol spanning naar de overvliegende vliegtuigen stonden te kijken,met angst in het hart,zo van: ”Als ze nu maar geen bommen gooien”. Want we kenden die beelden uit de Spaanse burgeroorlog,waar ook bekenden van ons hadden meegevochten tegen Franco. Vandaar dat ik ook nooit naar het Spanje van Franco wilde. Een verdere herinnering is,dat mijn vader mij van school kwam halen,wat hij anders nooit deed,maar er was dicht bij ons huis op de Jacob van Lennep kade een jongen doodgeschoten. Hij was daar kennelijk gaan kijken en, blij dat ik het niet was want ik kwam daar altijd langs,mij gaan halen. En dan,niet zo erg veel later in april 1941 zijn arrestatie. Dat was dus het tijdstip dat hij lijfelijk uit mijn leven verdween. De brieven die hij schreef waren het enige wat ons nog met hem verbond. Het grote verdriet van mijn moeder kan ik niet beschrijven ,ik weet allen dat wij een kleine,donkere buurvrouw hadden met een nogal spitse neus,waarmee mijn ouders eens ruzie hadden gehad. Reden waarom wij haar “torretje”noemden. Die begon dan,in de buurt van mijn moeder: “Scheiden doet lijden” te zingen en dat moet haar wel extra pijn hebben gedaan. Voor dit moment wil ik hiermee ” De herinnering aan mijn vader” afsluiten. De oorlog volgt nog. Sluiten
Bron: Mijn volledige naam is Johan Gerard de Wit van 22 nov. 1927 en ik ben de derde (nog levende) zoon van Marinus Hendricus. Ik heb een nog levende zuster,van 1 dec. 1930 die in Rhenen woont.

Geplaatst door joep de wit op 01 februari 2015

Op deze foto zal Marinus Hendricus de Wit begin 50 zijn.

Geplaatst door winniedewit op 05 januari 2015

1420479705

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een verhaal of document toe

Log in om een bijdrage toe te voegen
Menu