Simon IJpe Ypma
1905-1945
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Simon IJpe Ypma en het alledaagse noodlot
Oorlogsverhalen zijn zo divers als de mensen waarover ze gaan. Soms gaan verhalen over bijzondere moed of opofferingsgezindheid. Trouw tot in de dood. Maar de oorlogsverhalen van veel mensen lezen als de kroniek van het alledaagse noodlot. Ze zaten vast in de klauwen van de bezetter en wat ze ook deden, ze kwamen er niet meer uit.
Zo was het ook met Simon IJpe Ypma uit Den Haag. Hij stierf op 12 mei 1945 in Glanerbrug bij Enschede, net een week nadat de oorlog was afgelopen. Hij was op de terugreis van een dwangarbeiderskamp bij Lübeck in Noord-Duitsland. Hij stierf van uitputting. Te triest voor woorden. Gestrand in het zicht van de haven. Hij had zijn oorlog overleefd, was terug in zijn vaderland, maar werd uiteindelijk toch oorlogsslachtoffer. Aanvankelijk werd hij begraven op een kerkhof in Glanerburg maar is later verplaatst naar het ereveld van de Oorlogsgravenstichting in Loenen op de Veluwe.
Hoewel er een flink aantal brieven van Simon Ypma is overgebleven, weten we niet veel van wat hem in de oorlog is overkomen. We zien dat hij al kort na het begin van de oorlog in 1940 werd ingeschakeld bij de Luchtbescherming. Later is hij ingezet als dwangarbeider. Eerst in Nederland (op uiteenlopende plaatsen), later ook in Duitsland (in Lübeck).
Zoals gezegd, de brieven geven nauwelijks informatie over wat Simon Ypma overkwam. Ze geven wel een beeld van wie hij was. Een liefhebbende man. En vader die gek was op zijn kinderen en vol belangstelling was voor hoe zij zich ontwikkelden. Die ook gek was op de jongste, die werd geboren toen hij al niet meer vrij was en die hij nooit heeft gezien. Zijn brieven staan vol goede raad voor zijn jongens. Hij laat zich kennen als een bescheiden mens. Aanhoudend is zorg voor vrouw en kinderen. Maar behalve regelmatig nieuws over zijn gezin vraagt hij voor zichzelf niets. Altijd bagatelliseert hij zijn eigen ongemak.
Terwijl dat ongemak niet gering zal zijn geweest. Van de bezetter is bekend dat een leven niet al te zeer in tel was. Overwonnen volken waren er om te helpen de oorlogsmachine gaande te houden. Als dat mensen over de rand heen uitputte, dan was dat maar zo. Daar was de nazi-ideologie heel helder over. En naarmate de oorlog vorderde werd dat alleen maar erger. Dat was het alledaagse noodlot van Simon IJpe Ypma.
Na de oorlog bleef zijn weduwe, Annie Ypma-Kramer achter met vier jonge kinderen, waarvan de laatste nog heel klein was. Het leven in de opbouwjaren zal haar zwaar zijn gevallen. Want eigenlijk hield het alledaagse noodlot niet op. In de jaren veertig en vijftig probeerde ze een weduwenpensioen te verkrijgen. Dat werd voortdurend afgewezen en de afwijzingen lezen als een naargeestige opsomming van ambtelijke willekeur. De ene afwijzing was omdat van Ypma geen verzetsdaden bewezen zijn. De andere omdat er geen sprake was van een bedrijfsongeval (Ypma was onderweg naar huis toen hij van uitputting stierf). De derde draaide zich er ook onderuit. Ongetwijfeld heeft iedereen zich destijds aan de toen geldende regels gehouden. Maar waar was het medegevoel met die vrouw die volstrekt buiten haar schuld (en die van haar man) weduwe en dus economisch kwetsbaar was geworden?
Sinds de jaren zeventig rust het stoffelijk overschot van Simon IJpe Ypma op het Nationaal Ereveld Loenen op de Veluwe. Een gewone man, slachtoffer van het alledaagse noodlot, gemangeld door de oorlog. In dat noodlot bleef hij een mens met oog voor zijn naasten. Voor zijn gezin, maar ongetwijfeld ook voor zijn lotgenoten. Met recht heeft hij daarom een plek gekregen op dit ereveld. Moge hij rusten in vrede.
SluitenGeplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 04 december 2020