Gerbrand IJspelder
1920-1941
Oorlogsslachtoffer
Geboren op 28-03-1920 in Scheveningen, gem. ‘s-Gravenhage
Overleden op 04-1941 in onbekend, Nederland
Beroep
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Als vermist opgegeven
Als de oorlog uitbreekt is Gerbrand IJspelder wachtmeester bij de artillerie en woont hij in Leiden. Na de capitulatie van het Nederlandse leger op 14 mei 1940 komt de zeer koningsgezinde IJspelder meteen in het verzet tegen de Duitse bezetter....
Lees meer
Als de oorlog uitbreekt is Gerbrand IJspelder wachtmeester bij de artillerie en woont hij in Leiden. Na de capitulatie van het Nederlandse leger op 14 mei 1940 komt de zeer koningsgezinde IJspelder meteen in het verzet tegen de Duitse bezetter. Hij ontkomt op het nippertje aan arrestatie, maar weet dat de Duitse politie jacht op hem maakt. Daarom wil hij naar Engeland. Iemand in de familie was in het bezit van een “Schokker” (de SCH 85) waarmee op platvis werd gevist. De vaste bemanning bestond uit drie personen, waarvan één een familielid was. Deze durfde de poging niet aan waardoor IJspelder naar een ander schip moest zoeken. Hij vond een klein formaat overnaadse boot, hoogstwaarschijnlijk een kleine BM. Een neef van Gerbrand Gerbrand (Gart) IJspelder wilde ook mee, alsook diens vriend Evert Groen. Deze twee waren “baksmaats” van elkaar en zaten bij dezelfde marine-opleiding (1940). Om te voorkomen dat Gerbrand IJspelder zijn echtgenote, Ria Duyverman, na zijn vertrek problemen krijgt laat hij zich van haar scheiden.Bij een eerste poging, eind 1940 of begin 1941 wil IJspelder al naar Engeland oversteken met een grote groep: Jaap Cohen (arts in Den Haag), luitenant Jan Bunschoten, A.H. Flaton, Frits Glaser (arts in Leiden), wachtmeester der Artillerie Gerbrand IJspelder, Hendrik Luitwieler, J.C. Nout en Jacob Ruys. Ze kopen een vlet en een motor; deze zal in Alphen aan den Rijn worden afgeleverd door een officier, die echter gearresteerd wordt, dus dat plan gaat niet door.Op 7 april 1941 vertrekken de drie mannen uiteindelijk vanuit Brielle in een bootje richting Engeland. Ze hebben hulp gekregen van ir P. van de Wallen, directeur van de schelpkalkbranderij in Brielle en hoofd van de verzetsgroep Ordedienst OD) op het eiland Voorne-Putten. Het bootje waarmee ze vertrekken is door schipper W. Weltevrede met zijn binnenvaartschip 'Look Out' naar Brielle gebracht. Diens zoon Arie wil ook mee naar Engeland, maar ziet daarvan af omdat de boot overbeladen is. Ergens op het Kwaksdiep, ten zuidwesten van Voorne-Putten, loopt het bootje vast. Gerbrand heeft eerder aangegeven dat hij zich niet levend door de Duitse politie zal laten oppakken en houdt woord: de volgende dag vindt de veldwachter van Rockanje, G.IJ. van de Wel, het aangespoelde lichaam van Gerbrand met in het hoofd een kogelgat. Gerbrands zwager uit Scheveningen, de heer Spaans, moet het lichaam identificeren. Op 12 april wordt Gerbrand ter aarde besteld op de begraafplaats Rhijnhof in Oegstgeest.In dezelfde week ziet sluiswachter S.G. van Harte (wonende Kanaalweg Oostzijde) dat twee personen worden opgebracht. Het signalement klopt met die van Gart IJspelder en Evert Groen. Beide zijn aangehouden door Oberfeldwebel Platte, ingedeeld bij de Duitse Kriegsmarine – Maasflottielje Hellevoetssluis. Hoogstwaarschijnlijk was dit aan boord van de RP 10. De mannen worden afgevoerd naar Rotterdam. Van hen is nooit meer iets vernomen. Volgens de Oorlogsgravenstichting zijn beide mannen respectievelijk op 7 april 1941 en 11 april 1941 als vermist opgegeven.De Haagse arts en Engelandvaarder Jaap Cohen bevestigd bij zijn ondervraging na aankomst in Engeland in juli 1942 hoe hij eind december 1940 of januari 1941 al met Gerbrand IJspelder de Noordzee had willen oversteken. De poging ging echter niet door.
Sluiten
Bron: Familie de Niet Scheveningen Museum Engelandvaarders Noordwijk
Geplaatst door Stichting WO2 Sporen JvZ op 02 februari 2018