Jonetta ter Borg-Elfering
1905-1945
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Het werd geen bevrijdingsbijeenkomst, want er was verraad, sterker nog: de vergadering was georganiseerd door Huschka om de hele verzetsgroep te kunnen overvallen. Om ongeveer zeven uur reden drie overvalwagens de Sumatrastraat in. Onder leiding van de SD-chef Schöber omsingelden de Duitsers het huis en drongen naar binnen. Oma Ter Borg verstopte zich onder de tafel, de anderen probeerden zich overal te verbergen, tot op de zolder.
De SD'ers verspreidden zich door het huis. Iedereen die ze in het vizier kregen, werd meteen doodgeschoten. Bij Jonetta ter Borg en haar kind aarzelden ze. Onder begeleiding van een SD'er mocht ze haar kind wegbrengen. Ze stak schuin de straat over en legde het jongetje in de armen van haar dochter Hannie, die naar slager Amelink was gevlucht. Jonetta's woorden zijn onthouden: Hier is Gerrit, zorg goed voor hem. Je vader is dood en ik moet terug. Ze werd tegengehouden, maar ze riep: Ik moet terug, want anders worden jullie ook allemaal doodgeschoten. Toen liep ze weg. Hannie zag dat haar moeder viel. Jonetta werd naar huis gesleurd door de SD'er. Volgens oma Ter Borg, die onder de tafel zat, is ze aan tafel gaan zitten en met een nekschot gedood. Na het bloedbad reden de Duitsers weg.
De eerste die het huis durfde binnengaan, was bakker de Jong, die vlakbij zijn winkel had. Door het hele huis lagen dode lichamen. Op de zolder was een begin van brand door een handgranaat; die wist hij te blussen. Eén van de slachtoffers bleek nog in leven, maar overleed op weg naar het ziekenhuis. Oma Ter Borg overleefde de moordpartij: ze hadden haar niet ontdekt onder de tafel. De slachtoffers waren: Gerrit ter Borg, zijn vrouw Jonetta ter Borg-Elfering, zijn vader Gerard ter Borg, Piet Zandbergen, Wieger Mink, Tonny van Essen, Gerard Rutgers, Johannes Francoijs. J.H. Bosch. Hennie Wennink van dezelfde verzetsgroep is op dezelfde avond aan de Zweeringweg door de SD doodgeschoten.
De volgende dag werd Enschede bevrijd door de geallieerden.
SluitenGeplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 19 juli 2014
Jonetta ter Borg-Elfering
Week na week vergadert het verzet in Jonetta’s huis. Ook op 31 maart 1945, een dag voordat Enschede wordt bevrijd. Ineens stormen zwaarbewapende leden van de Sicherheitsdienst naar binnen. Jonetta mag haar zoon van twee nog in de handen leggen van haar 11-jarige dochter. Dan wandelt ze terug naar huis, haar dood tegemoet.
Jonetta ter Borg woont met haar man en twee kinderen in een prachtig huis aan de Sumatratraat in Enschede. In de Twentse industriestad weten de inwoners dat de oorlog bijna voorbij is. De Canadese bevrijders rukken razendsnel op door de Achterhoek. Jarenlang hebben Jonetta en haar man onderduikers geholpen, maar dat hoeft binnenkort niet meer. Kunnen ze eindelijk weer onbekommerd genieten van hun 11-jarige dochter en 2-jarige zoon.
In hun verzetsgroep zit ook Karel Huschka, een ober uit Enschede. Hij heeft hen al vaker geholpen en niemand koestert argwaan als hij iedereen van de Landelijke Organisatie voor hulp aan Onderduikers in Enschede op Paaszaterdag uitnodigt voor overleg bij Jonetta thuis. Maar als iedereen er is, klapt de val dicht en omsingelen twaalf leden van de Sicherheitsdienst het huis. Eén voor één worden de acht LO-leden doodgeschoten. Ook Jonetta ontloopt haar lot niet, ook al mag ze haar zoontje van twee nog in veiligheid brengen. De volgende dag wordt Enschede bevrijd.
Jonetta ter Borg ligt naast haar man begraven op Nationaal Ereveld Loenen.
SluitenGeplaatst door M. van Randwijk - OGS op 27 november 2019