Geert Bosker

1920-1940

Portretfoto G. Bosker, foto familie.jpg

Oorlogsslachtoffer

Is 19 jaar geworden

Geboren op 09-06-1920 in Leeuwarden 

Overleden op 29-05-1940 in Rotterdam 



Militair onderdeel

Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

Geert Bosker en het ongelukkige toeval

Dat in oorlogen mensen sterven is niet te voorkomen, omdat aan een oorlog nu eenmaal onlosmakelijk het vechten van mensen verbonden is. Als een mens sterft in de strijd kun je zeggen dat het voor de goede zaak was, of om erger te voorkomen, of... Lees meer

Dat in oorlogen mensen sterven is niet te voorkomen, omdat aan een oorlog nu eenmaal onlosmakelijk het vechten van mensen verbonden is. Als een mens sterft in de strijd kun je zeggen dat het voor de goede zaak was, of om erger te voorkomen, of welke reden dan ook. Welke reden je ook kiest, je kunt er een positieve draai aan geven en zo het onzegbare zegbaar maken.

Maar Geert Bosker stierf niet in de strijd. Hij stierf door een buitengewoon ongelukkig toeval. Een toeval dat de toekomst van zijn ouders en zijn jongere zusje onherstelbaar zou verminken.

Geert Bosker (geboren 9 juni 1920) was bijna 20 jaar oud, toen hij op 29 mei 1940 in Rotterdam stierf. Kort daarvoor had hij de gevechten aan de Grebbeberg overleefd. Nu was hij terug in Rotterdam, waar hij zijn legeropleiding had gevolgd. Sergeant bij de Genie was hij.

Ze zochten mensen om te helpen de restanten op te ruimen na het bombardement van 14 mei. Geert had zich als vrijwilliger opgegeven. Met vier anderen was hij bezig toen er plotseling een muur omviel en op hem terecht kwam. Hij had geen schijn van kans. “Zijn helm was helemaal ingedeukt”, vertelde zijn moeder later. Hoewel alle vier de collega’s gewond waren aan hun benen, konden ze wel het puin van Geerts lichaam afhalen, maar helaas leefde hij niet meer. Als je Geerts verhaal hoort, is er maar een conclusie: een buitengewoon ongelukkige samenloop van omstandigheden!

Geerts vader handelde in granen. Voor zijn werk moest het gezin vaak verhuizen. In de jaren dertig woonde het in Noord Brabant. Daar volgde Geert een opleiding tot bouwkundige. Toen hij die had afgerond, was er voor hem geen werk. De banen lagen in de crisisjaren sowieso niet voor het oprapen en wie niet katholiek was kon het in die regio helemaal schudden. Na een serie teleurstellingen vond Geert het welletjes. Dan maar over een andere boeg. Geert was 18, wilde iets nuttigs met zijn leven doen en nam dienst in het leger. Er was oorlogsdreiging dus daar was plek te over. Die beslissing werd hem op 29 mei 1940 uiteindelijk noodlottig.

De onverwachte dood van Geert kwam bij zijn ouders en zusje aan als een mokerslag. Geerts vader zou de dood van zijn zoon nooit te boven komen en overleed al in 1943. Zijn moeder treurde de rest van haar lange leven om haar jongen. Zijn vier jaar jongere zus Anneke was haar oudere broer kwijt, die voor haar altijd een steun en toeverlaat was geweest.

“Moeder en oma bleven samen achter”, vertelt Chris Heldoorn, de zoon van Anneke. “Ze maakten samen zware tijden door. In Brabant moesten ze regelmatig verhuizen omdat de Duitsers een aantal malen hun huis vorderden. Oma moest banen in werkhuizen nemen om in haar onderhoud en dat van haar dochter te voorzien. Na verloop van tijd kwamen ze in Rotterdam terecht. Een plaats waar je in de Hongerwinter beter niet kon zijn. Toen zijn oma en mijn moeder van Rotterdam naar Leeuwarden gelopen. Gelopen! Dat moet een helletocht geweest zijn. In Leeuwarden woonden twee ongetrouwde nichten van Anneke. Die hadden daar een naaiatelier, waar Anneke en haar moeder de oorlog en de naoorlogse jaren overleefden. Liefdevol werden ze hier opgenomen. Oma deed de huishouding, maakte schoon, waste en kookte. Mijn moeder had soms drie moeders. Dat vond ze af en toe wel wat veel, maar er was aandacht, zorg en liefde.

Aan wat haar broer is overkomen heeft mijn moeder een levenslange aversie tegen het geloof overgehouden. Omdat Geert niet katholiek was, had hij voor het leger moeten kiezen en daarom was hij nu dood.

Geert was Anneke haar steun en toeverlaat. Een handelaar was hij, verkocht op de Tilburgse kermis snoep en sigaretten. Van deze eerst verdiende centen had hij rolschaatsen gekocht voor zijn zusje, destijds een luxeproduct. Geert was een lieve man en dol op zijn 4 jaar jongere zusje.

Chris Heldoorn heeft zijn oma nooit horen klagen. “Ze was aan de slag gegaan en had het leven zo goed en zo kwaad als dat ging weer opgepakt. Ze nam haar verantwoordelijkheid, ook naar haar dochter Anneke. Maar het verdriet om haar verloren zoon zat diep. Als jongen van een jaar of 18 leek Chris veel op zijn oom Geert. Ik heb wel eens meegemaakt dat mijn oma moest huilen omdat ik zo op haar Geert leek.

Moeder en oma zijn altijd voor elkaar blijven zorgen. Tot haar trouwen woonden moeder en oma op die zolderkamer bij de twee ongetrouwde nichten. Toen Anneke trouwde verhuisde oma mee, daar was geen discussie voor nodig. Pas toen oma 65 werd, kreeg ze dankzij de AOW een eigen inkomen en kon ze voor het eerst van haar leven zelfstandig wonen.

Ik heb altijd veel respect gehad voor mijn oma en moeder. Het is toch wat als je door allerlei ongelukkige omstandigheden jarenlang op een zolderkamer moet bivakkeren. Ze hebben dat op sterke wijze doorleefd. Mede daardoor waardeer ik mijn vrijheid als het grootste goed.”

Sluiten
Bron: Tekst geschreven door Piet Kralt na een interview met de neef Chris Heldoorn

Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 14 februari 2024

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een bijdrage toe

Log in om een bijdrage toe te voegen
Menu