Cornelis Both

1905-1940

0

Oorlogsslachtoffer

Is 35 jaar geworden

Geboren op 24-02-1905 in Waddinxveen 

Overleden op 11-05-1940 in Dordrecht 



Militair onderdeel

Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

Cornelis Both

Over de 34 Waddinxveense oorlogsslachtoffers -waaronder Cornelis Both- leze men: Het dorp Waddinxveen in de oorlog 1940-1945, Hans Geel Uitg. Burger boek

Geplaatst door J.D. Geel op 20 april 2017

Cornelis Both; zijn verhaal

Cornelis Both Cornelis Both werd op 24 februari 1905 te Waddinxveen geboren. Hij was bedrijfsleider bij de Waddinxveense meubelfabriek Wed. G. Both. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, diende hij als dienstplichtig militair in het 28e Regiment... Lees meer
Cornelis Both Cornelis Both werd op 24 februari 1905 te Waddinxveen geboren. Hij was bedrijfsleider bij de Waddinxveense meubelfabriek Wed. G. Both. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, diende hij als dienstplichtig militair in het 28e Regiment Infanterie, 2e Compagnie IIe Bataljon. Cornelis Both was gehuwd met Centhijna Cornelia Vermeer. Het echtpaar, dat woonde aan de Brugweg, kreeg twee dochters. Het trieste verhaal van de verloren gewaande militair Cor Both wordt verteld door zijn oudste dochter mevrouw Fia Lamens-Both, woonachtig te Waddinxveen: 'Mijn vader behoorde tot de oudste dienstplichtige militairen, die bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in het leger zaten. In mei 1940 was hij 35 jaar oud. Hij had al sinds jaren een betrekking als bedrijfsleider in de meubelfabriek Weduwe G. Both aan de Jan Dorrekenskade, een familiebedrijf, dat in 1929 was opgericht en naast het vervaardigen van alle soorten meubelen, gespecialiseerd was in het maken van bureaus. Later was de fabriek aan de Oranjelaan gevestigd en werden er vooral eiken salonkasten en bergmeubels gemaakt. De firma bestaat niet meer; 2 generaties Both hebben er gewerkt. Mijn vader en moeder hadden een eigen huis aan de Brugweg, net over de witte brug even voorbij de Winterdijk, komend van het dorp aan de rechterkant. Ik werd er in 1934 geboren. Toen vader in militaire dienst moest, was hij eerst gelegerd in Strijensas in de Hoeksewaard en daarna in fort Blauwkapel bij Utrecht. Hij moet zich eenzaam hebben gevoeld, weg van huis, zijn vrouw in verwachting van hun tweede kind. Gelukkig was er in Groenekan een familie, die hem opving. Hij werd er op de koffie gevraagd en kon bij die mensen bijpraten. Dat had hij nodig, want contact met thuis was toen niet zo eenvoudig als nu. Hij werd overgeplaatst naar Dordrecht. En toen brak de oorlog uit'. Op 10 mei 1940 overschreden Duitse troepen op verschillende plaatsen de oostgrens van ons land. Tezelfdertijd deden Duitse parachutisten en luchtlandingstroepen een aanval op de lijn Moerdijk-Rotterdam-Den Haag. Die aanval gelukte bij de Moerdijk en bij Dordrecht en gedeeltelijk bij Rotterdam. De slag om de residentie werd aanvankelijk gewonnen door de Nederlandse militairen. De Duitse overmacht is echter te groot. Op 15 mei capituleerde het Nederlandse leger, een dag na het bombardement op Rotterdam. 'Mijn vader vocht in de voorste gelederen. Hij was mitrailleur schutter bij de Infanterie. Thuis wachtte mijn moeder in grote spanning. Intussen was m'n zusje Corrie geboren. Moeder zat daar met twee kleine kinderen. Er kwam echter geen enkele bericht, ook niet na de capitulatie. Na enige tijd werd mijn vader als vermist opgegeven. Pas een half jaar later is hij opgespoord. Wat was er gebeurd? Tijdens de gevechten in Dordrecht op 11 mei was hij dodelijk getroffen. Na een vuuroverval op de kopgroep van het bataljon Ravelli weken de troepen terug. De villa van de familie Koopman aan de Mijlweg, vlak achter de kruising met de Zuidendijk, kwam daarbij onder vuur van nadringende Duitse parachutisten. Enkele Nederlandse soldaten, waaronder soldaat Both, werden getroffen. Cor Both werd daar begraven onder de naam Blok. Het Rode Kruis kwam het in oktober melden. De kist met vaders lichaam werd opgegraven en open gemaakt en toen moest mijn moeder haar man identificeren. Samen met de broer van mijn vader en meneer Noteboom, de boekhouder van ons bedrijf, die aan de Oranjelaan woonde, is ze naar Dordt gegaan. Het was mijn vader, maar mijn moeder durfde niet te kijken met als gevolg, dat ze eigenlijk niet geloofde, dat hij dood was. Nu was de Winterdijk, waarbij wij woonden een vluchtroute voor Engelse piloten. Jaren later nog dacht mijn moeder: 'Hij komt vast terug, langs de Winterdijk'. Hier is de tekst van de rouwkaart: Na maanden van vruchteloos wachten en hopen, moeten wij nu tot onze grote droefheid, door ontvangen bericht van het Ned. Roode Kruis, bekend maken, dat onze innig geliefde Man, Vader, Zoon, Broeder, Behuwdbroeder en Oom, den Heer Cornelis Both den 11den Mei te Dordrecht is gesneuveld, in de ouderdom van 35 jaar. 'Dat wij in 's Heeren wil mogen berusten' 'Mijn vader is op 19 oktober begraven op de Algemene begraafplaats aan de Kerkweg-West. Het was niet gebruikelijk in onze kring bloemen te sturen, maar het huis lag vol bloemstukken, tot in de gang en op de trap toe. Mijn moeder vond het verschrikkelijk. Dat hoorde niet bij de Hervormden. Daar kwam nog bij, dat de kist te groot was en op het graf moest blijven staan in plaats van neer te dalen. Ook dat was toen ongebruikelijk. De oorspronkelijke kist was in een tweede geplaatst. Mijn vader is trouwens nog een keer opgegraven en voor de derde keer ter aarde besteld, want in 1950 besloot het gemeentebestuur van Waddinxveen de oorlogsslachtoffers bij elkaar te leggen. Na veel aarzeling heeft mijn moeder erin toegestemd. Ze vond in haar hart een derde begrafenis onzin. Toch zei ze: 'Ach, het is misschien wel beter zo'. Vlak na de oorlog is er door de dames Verheul en Van der Torren en de heren Gerts en Van der Zwaard een comité gevormd, dat voor bloemen zorgde voor op het graf. Dat kostte ons niets. Ook werden er bloemen gelegd op het graf van Arie Oudijk en Lubbert Rozeboom. Rozeboom kwam uit Bedum en is op dezelfde dag als mijn vader omgekomen. Hij werd boven de Bloemendaalse polder met zijn vliegtuig neergeschoten. Zijn moeder en broer kwamen ieder jaar naar Waddinxveen toe. Ik geloof zelfs, dat een andere broer van Lubbert tijdens de slag in de Javazee is omgekomen. Mijn moeder en mevrouw Rozeboom hebben elkaar veel gesproken en elkaar daardoor echt gesteund. De moeder van Lubbert Rozeboom was een lief mens. Toon Pille werd apart herdacht door het verzet. Ook Jan Sonneveld is herbegraven. Wij hadden het na de dood van mijn vader niet breed. Mijn moeder wilde graag in ons huis blijven wonen. Daarvoor heeft ze hard moeten werken. Ze kreeg wel een kleine toelage van de gemeente. Die moest ze trouwens zelf op het gemeentehuis gaan halen. Gelukkig ontving ze na de oorlog als oorlogsweduwe van de overheid een pensioen. Daar heeft de BNMO -de Bond Nederlandse Militaire Oorlogsslachtoffers- voor gezegd. Toen heeft ze het beter gekregen. Ze ging ook wel naar het vakantieoord voor oorlogsweduwen in Doorn. Toch heeft ze haar hele leven last gehad van de verschrikkelijke gebeurtenissen. Ze kreeg lichamelijke klachten, maar ondanks dat was ze een evenwichtige vrouw met een groot godsvertrouwen. De steen op het graf van mijn vader was in de loop der tijd helemaal verweerd. We hebben in 1998 een nieuwe steen laten plaatsen met het oorspronkelijke opschrift: 'WEL VERLOREN, MAAR NIET VERGETEN' Mijn vader heeft na de oorlog nog een onderscheiding gekregen. Bij Koninklijk Besluit van 6 januari 1948 is hem door de Minister van Oorlog postuum het Oorlogsherinneringskruis met gesp verleend voor bijzondere krijgsverrichtingen 'Nederland Mei 1940'. Op de oorkonde, die burgemeester Warnaar zelf kwam brengen, staat: Ter nagedachtenis aan de dienstplichtige soldaat der infanterie C.Both van de Koninklijke Landmacht die zijn leven gaf voor Koningin en vaderland in de Wereldoorlog 1940-1945. Hij stierf voor het behoud van onze vrijheid. Mijn moeder ontving een condoleancebrief van H.M.Koning Wilhemina: ' 's-Gravenhage, 30 Januari 1946 Paleis - Noordeinde Mevrouw de Wed. C.C.Both-Vermeer Waar Ik thans in de gelegenheid ben, is het Mij een behoefte, U alsnog Mijn deelneming te betuigen bij het verlies van Uw echtgenoot Cornelis, die U zoo dierbaar was. Na een wreede en bittere dwingelandij van bijna vijf jaren, bracht het offer van zijn leven ons de vrijheid. Zijn gedachtenis zal dan ook bij Mij in dankbare herinnering voortleven. WilhelminaAllemaal mooi natuurlijk en eervol, maar we kregen er mijn vader niet mee terug'. Cornelis Both is op 11 mei 1940 bij de Mijlweg te Dordrecht in het gevecht gesneuveld. Hij werd aanvankelijk te Dordrecht begraven onder de naam Blok. Op 19 oktober 1940 is hij begraven op de oude gemeentelijke begraafplaats te Waddinxveen in het graf 2e klas nr. 34. Als gevolg van een raadsbesluit dd. 28 februari 1950 is hij herbegraven in een Militair Particulier Graf -nr. 33- op de plaats van de Waddinxveense oorlogsgraven. Het onderhoud van het graf berust bij de gemeente Waddinxveen. Auteur: Hans Geel Sluiten
Bron: Auteur: Hans Geel

Geplaatst door Ger Helder op 04 mei 2015

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een verhaal of document toe

Log in om een bijdrage toe te voegen

Gem. Begraafplaats te Waddinxveen


Vak/rij/nummer 33
Ligging: 1e kl.

Nationaal archief

Bekijk persoonsdossier

Categorieën

Monument

Naam:
Dordrecht, 'Monument 28 R.I. 10 mei 1940'

Plaats:
Dordrecht

Dordrecht, 'Monument 28 R.I. 10 mei 1940'
Menu