Franciscus Braat
1925-1944
Oorlogsslachtoffer
Is 19 jaar geworden
Geboren op 27-10-1925 in Vlissingen
Overleden op 01-11-1944 in Vlissingen
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Een boodschap van de Engelsen aan de Rode Kruis helpers in het ziekenhuis.
(Frans Braat, zittend op de grond rechtsonder op de foto, in Rode Kruis kledij)
Het eiland Walcheren ligt aan de monding van de Westerschelde. In de eerste helft van oktober 1944 werden de dijken bij Westkapelle, Vlissingen, Ritthem en Veere door de geallieerden doelbewust gebombardeerd. Dit was nodig om de bezetter te verdrijven. Er zijn veel doden te betreuren, vruchtbaar land valt ten prooi aan het zoute water en talloze woningen zijn verwoest of onbegaanbaar. Het bestuur van het Rode Kruis doet een dringende oproep aan vertrekkende leden om zich vooral elders aan te sluiten bij het Rode Kruis of de plaatselijke E.H.B.O. vereniging. In de havenstad Vlissingen wil een vaste groep helpers ten koste van alles blijven. Grote delen van Zeeuws-Vlaanderen, aan de andere kant van de Westerschelde, zijn inmiddels al bevrijd.
In Vlissingen breekt er op de 1e november een hevige strijd los. De geallieerden zetten voet aan wal, net naast de Oranjemolen, om de stad te bevrijden. Een deel van Vlissingen is dan al wel verlaten. Toch zijn er nog genoeg inwoners aanwezig die hulp nodig hebben. Een groot deel van deze zorg, in Het Arsenaal, is dan toevertrouwd aan mevrouw Jobse van het Vlissingse Rode Kruis. In de kranen van scheepswerf De Schelde zitten scherpschutters. Helpers van het Rode Kruis steken met gevaar voor eigen leven, ter hoogte van bakkerij Speckens, het Betje Wolfplein over. Ze zijn herkenbaar aan hun uniformen met witte helmen en dragen tijdens het oversteken een vlag. In het begin stoppen ze nog met schieten wanneer ze het kruispunt overgaan. Later is daar niks meer van te merken en gaan de beschietingen in alle hevigheid door.
(Afbeelding: Oorlog aan de Scheldemond, A. Korteweg, blz. 77)
Frans Braat moet op deze ochtend een boodschap van de Engelsen overbrengen naar de Rode Kruis helpers in het ziekenhuis in de Van Dishoeckstraat. Hij kiest ervoor om niet over het Betje Wolfplein te gaan. Hij gaat net als twee anderen, die hem voorgingen, door de poort van de Koninklijke Maatschappij De Schelde in de Vrijgang. Frans wordt dan vlak bij het ziekenhuis dodelijke getroffen door een granaatscherf die dwars door zijn helm heen gaat. Hij sterft op 19-jarige leeftijd en maakt de bevrijding van Vlissingen op 3 november niet meer mee. Arts van het Rode Kruis in Vlissingen, en hoofd van de Transportcolonne, Hendrikus Johannes Jens doet op 13 november aangifte van zijn dood bij de burgerlijke stand van de gemeente Vlissingen. Frans is niet de enige die op deze dag wordt opgenomen in het overlijdensregister. In plaats van een lijkdienaar is nu dokter Jens de aangever. Voor maar liefst vierentwintig andere burgerslachtoffers is hij eveneens de aangever. En dat is nog niet eens het totaal van wat in Vlissingen is omgekomen tijdens de bevrijding.
Frans Braat krijgt op 4 november eerst een tijdelijk graf in de achtertuin aan de Emmastraat 28 (thans Emmastraat 60-62) in Vlissingen. Deze tuin is ingericht als noodbegraafplaats omdat de officiële begraafplaats onder water staat vanwege de inundatie. Op dit adres is de praktijk van dokter Lacomblé. Leden van het Rode Kruis helpen de doden te begraven die zijn gevallen bij de bevrijding van Vlissingen. Dat betekend dat collega's van Frans geholpen hebben bij zijn begrafenis. Op 2 november 1946 wordt hij herbegraven op het Rooms Katholieke deel van de Noorderbegraafplaats in Vlissingen. Op zijn grafsteen staat dan vermeld.
Hier rust
FRANS BRAAT
geb. 25 oct. 1925
gevallen bij
het uitoefenen van
zijn roode kruis plicht
op 1 november 1944
te Vlissingen
(Dagblad De Vrije Zeeuw 30 november 1944, pagina 2)
(Plaquette voormalig hoofdkantoor Rode Kruis Prinsessegracht 27 Den Haag)
In 2019 vierde het Rode Kruis afdeling Walcheren haar 150-jarig bestaan. Op zaterdag 4 mei stonden zij, in Middelburg en Vlissingen, stil bij alle leden die tijdens de Tweede Wereldoorlog waren omgekomen. Twee daarvan kwamen om het leven ondanks de bescherming van hun Rode Kruis embleem. Wilhelmus Johannes Cornelisse uit Middelburg (21 jaar) en Franciscus Braat hadden nog een heel leven voor zich, maar het lot besliste anders.
Bij de herdenking op de Noorderbegraafplaats in Vlissingen kregen meerdere oorlogsslachtoffers een gezicht. Frans Braat was er een van. Hij maakte onderdeel uit van het project 'Faces to Graves' van de gemeente Vlssingen. Dit vanwege het themajaar 75 jaar Slag om de Schelde. De tekst op het bordje is gemaakt onder het motto 'voor een rode kruiser, door een rode kruiser'. Hierop staat het leven van Frans beknopt opgeschreven. De burgemeester van Vlissingen benoemde Frans in zijn toespraak en legde namens het gemeentebestuur bloemen bij dit tijdelijke monument. Het Rode Kruis afdeling Walcheren volgde nadien met rood/witte bloemen.
(Kranslegging door het Rode Kruis bij het monument voor burgerslachtoffers in Vlissingen)
(Het tijdelijk monument van Frans, zie tekst hieronder, met daarachter het herdenkingsmonument ter nagedachtenis aan de burgerslachtoffers die omkwamen tijdens de bevrijding van Vlissingen.)
FRANCISCUS BRAAT
Frans Braat werd geboren op 27 oktober 1925 in Vlissingen. Hij groeide op in de Kleine Kerkstraat en verhuisde later naar de Emmastraat. Net achter de Oranjedijk, met de Oranjemolen als vertrouwd baken. In dit katholieke gezin had hij zussen, broers en zelfs een tweelingbroer.
Een onbezorgde jeugd werd hem ontnomen door de bezetter en het voortdurende geweld in een stad aan de Westerschelde waar zwaar werd gevochten. Het weerhield Frans er niet van om zich aan te sluiten bij het Rode Kruis. Hier kon hij laten zien wie hij was, menslievend. Als leerling-helper zorgde Frans voor de gewonden en probeerde hij mensen te redden met gevaar voor eigen leven.
Ondanks de bescherming van zijn uniform mét het Rode Kruis embleem op zijn witte helm stierf Frans in de morgen van 1 november 1944. Het gebeurde tijdens het overbrengen van een dringende boodschap van de Engelsen aan de Rode Kruis vrijwilligers in het ziekenhuis. Frans was nog maar net 19 jaar toen hij dodelijk werd getroffen door een granaatscherf die dwars door zijn helm heen ging. Drie dagen later hing de Nederlandse driekleur in de havenstad en was Vlissingen bevrijd.
Het herinneringskruis 1940-1945 van het Rode Kruis werd hem in 1950 posthuum toegekend. Frans Braat lag begraven op de Noorderbegraafplaats in Vlissingen. Op 11 mei 1983 is hij door Oorlogsgravenstichting Nederland herbegraven op het Nationaal Ereveld in Loenen.
'Opdat zij met eere mogen rusten'
In de tekst op het bordje staan twee stille verwijzingen. De Oranjemolen, ook een baken voor de geallieerden toen zij op de 1e november aan land gingen voor de bevrijding van Vlissingen. 'Opdat zij met eere met mogen rusten' is terug te vinden op de plaquette onder het beeld van De vallende man bij het Centraal Monument op het Nationaal Ereveld. Hierdoor werden de plaatsen Loenen en Vlissingen met elkaar verbonden.
Negenzestig jonge soldaten uit Engeland, Schotland en Frankrijk kwamen om het leven bij de bevrijding van Vlissingen. Hun namen werden op 30 augustus 2019 op de muur bij de Oranjemolen onthuld. Deze 'Roll of Honor' is door Stichting Oorlogsjaren Vlissingen gerealiseerd. Het 20 meter lange monument is te vinden bij Uncle Beach. Dit was de codenaam voor de geallieerden tijdens de Slag om de Schelde.
NB: In de Rode Kruis Walcheren nieuwsbrief 'In Memoriam' mei 2019 (Het Walcherse Rode Kruis in de Tweede Wereldoorlog) staat abusievelijk de tweelingbroer van Franciscus Braat afgebeeld.
SluitenGeplaatst door Bianca van Duin op 11 augustus 2019