Johan Elisa Herman van Brakel
1921-1945
Oorlogsslachtoffer
Is 23 jaar geworden
Geboren op 21-06-1921 in Utrecht
Overleden op 11-01-1945 in Vaihingen Enz, Landkreis Vaihingen
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
6 december 1944 (p. 225, 2de druk 1977) Duitse justitie: men wordt gearresteerd zonder arrestatiebevel, wacht weken of maanden op verhoor, wordt gemarteld. Na maanden een 'proces': vrijspraak. Dat betekent: KZ. Na weer maanden opnieuw proces, andere onrechtbank, doodstraf. Na nogmaals maanden derde proces, andere onrechtbank, vrijspraak. Ander KZ. O, die schoften! Ik bezoek soms de andere zieken en bid met hen, vooral Jan van Brakel, Gerrit Visser, Jaap van Dijk. We geloven niet aan thuiskeer. We blijven zo, we blijven gevangenen, altijd.
3 januari 1945 (p. 235) Brief aan Jan van Brakel in het onderbed: 'Beste Jan, ik moet bij je komen biechten, doe dit schriftelijk omdat ik niet uit bed durf wegen de kou. Ik heb gisteren iets onverantwoordelijks gedaan door je brood te leen te vragen. Ik ben namelijk heden reeds 250 gram schuldig aan een ander. Ik had gerekend deze met de margarine van vandaag, die immers 250 gram brood waard is, tevreden te stellen en jou mijn portie brood te geven. We schijnen echter geen margarine te krijgen. Ik trachtte met hem de zaak te regelen, maar hij wil vandaag het brood hebben omdat hij niets anders heeft. Mijn vraag is nu of je tot morgen wilt/ kunt wachten. Zo niet, dan vraag ik brood te leen aan iemand met wie ik goede maatjes ben. Zeg dus volkomen eerlijk of het je schikt. Ik bied je mijn excuses aan voor deze incorrecte wijze van zakendoen. Ik had gisteren afschuwelijke honger en voelde me beroerd. Ik maak deze dagen ellendige zenuwcrises door, je zult het misschien voelen aan het trillen van het bed. Ik voel me schuldig tegenover je. Je ligt daar maar en ik doe niets aan je. Heden lig ik hier een maand en ik hoor nauwelijks je stem. Dat is te gek. Wat doe je? Hoe gaat het? Beroerd? Ik ben er toch om je te helpen. Zeg het maar. We hebben elkaar toch nodig, beste. Het is zo zwaar. Voor mij ook'. Antwoord van Jan: 'Beste Floris, natuurlijk kan ik wachten en is alles in orde. Ook ik maak zware tijden door maar het zal gaan. Bid voor me ik voor jou'.
12 januari (p. 238) Gisteren is Jan van Brakel gestorven. Ik ben volkomen verward. Zelfs schrijven zal niet helpen. Ik voel me diep schuldig. Zo juist is hij weggehaald. Nu ben ik de jongste hier. Jan vroeg me gisteren om slaaptabletten. Ik heb hem die bezorgd. Even later kwam Boyim. Slaap hij, dokter? Ja, er sschläft. Maar ik zag het. 'Wie staat er nou vlak naast m'n bed?', vroeg hij 's nachts. Dat was: de Dood. Zijn briefje aan mij is het laatste dat hij ooit geschreven heeft.
p. 254 "De Twaalf" Aan het slot van mijn herinneringen en dagboeknotities aangaande het dodenkamp Vaihingen-Enz wil ik de twaalf vrienden - onder wie enkele zeer dierbare - die daar achtereenvolgens zijn bezweken aan de gevolgen van hun lijden in het helse Dautmergen, nog eenmaal met grote eerbied en met groot schuldgevoel bij hun namen noemen. Met eerbied: omdat zij gevochten hebben - en in het verderf van het KZ zijn blijven vechten - voor de menselijke waardigheid, de gerechtigheid en onze vrijheid. Met schiuldgevoel: omdat ik heb niet heb gered van een dood die toen jammerlijk scheen - maar juist daardoor verheven was. Deze twaalf, en de duizenden andere martelaren, gedenk ik tot mijn dood. En mochten nieuwe rampen ovuer ons land komen, dan vertrouw ik de kracht te ontvangen hunner waardig te zijn.
F. Baron van Hugenpoth tot den Berenclauw gest. ca 21 november 1944
G.J. Visser 31 december 1944
J. Eras ca 4. januari 1945
J.E. van Brakel 11 januari 1945
J.J.G. Partouns 18 januari 1945
Mr. A.B. Bommezijn 30 januari 1945
E.F. Verstijnen 1 februari 1945
Ir. W.J. Bijleveld 26 februari 1945
J.H. Akkerman ca 1 maart 1945
J.E. Philipsen ca 13 maart 1945
N. Beck ca 20 maart 1945
J. van Dijk 30 maart 1945
SluitenGeplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 28 april 2015
In het kamp Vaihingen was ook Jan van Brakel. Floris Bakels zelf was zonder duidelijke 'strafbare feiten' gearresteerd door de Duitsers: waarom Jan van Brakel er zat staat niet beschreven in het boek. Mogelijk was Jan van Brakel betrokken bij het onderdak verlenen aan Joodse kinderen. Hij wilde vluchten naar Spanje, en bleef onderweg een tijdje in Parijs. Daar werd hij verliefd op een meisje. Zij werd opgepakt bij een razzia en zo is Jan van Brakel waarschijnlijk ook opgepakt. Meer is bij de familie niet bekend.
SluitenGeplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 23 april 2015
Geplaatst door klbu47558 op 24 april 2015
Geplaatst door klbu47558 op 24 april 2015