Op 14 november 2023 is door de Gemeente Apeldoorn besloten om het viaduct bij Barnewinkel Apeldoorn (daar waar de N345 over de A50 kruist) te vernoemen naar de omgekomen Sergeant Bernard Hoop.

Op initiatief van de Stichting Coördinatie 75 jaar Vrijheid heeft het Ministerie van Defensie en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat samen met het Veteranen Platform een plan ontwikkeld om bruggen en viaducten te vernoemen naar de militairen die tijdens hun inzet voor vredesmissies, vanaf de VN-missie in Korea zijn omgekomen. In het gehele land zullen in de komende jaren viaducten vernoemd gaan worden.

Ook Bernard Hoop geboren 28 september 1934 te Batavia (NOI) kwam niet thuis van zijn uitzendmissie UNOC (United Nations Operation Congo) in Kongo. Hij overleed op 10 september 1961 te Kamina te Kongo.

Met instemming van de nabestaanden en de Gemeente Apeldoorn is de naam van Bernard Hoop op het viaduct bij Apeldoorn vermeld. Het viaduct heeft de naam ‘Sergeant Bernard Hoop”. Hiermee biedt dit object een passende en blijvende herinnering aan hen die zich onvoorwaardelijk voor de vrijheid en veiligheid van anderen hebben ingezet.

Bernard Hoop (28 september 1934)
Sergeant Bernard Hoop is geboren op 28 september 1934 te Batavia. Tijdens zijn uitzending was Bernard woonachtig in Apeldoorn.
Op 3 september 1953 vertrok Bernard Hoop met het 20ste aanvullingsdetachement (AD) van het Nederlands Detachement Verenigde Naties (NDVN) met het schip USS General R.M. Blatchford naar Korea.
Hoewel de Korea-Oorlog was omgezet in een wapenstilstand, betekende dit niet dat de nieuw aangekomen militairen van het NDVN niets te doen hadden. Hun werk bestond uit het opruimen van duizenden mijnen, het afbreken van 80 onderkomens en bunkers, kilometers prikkeldraad opruimen en wapens en munitie veilig stellen. En dit alles over glibberige heuvelpaadjes.
Op 10 september 1954 vertrok Bernard Hoop met het op één na laatste aanvullingsdetachement terug naar Nederland.

Begin 1959 braken in de Belgische kolonie Congo ernstige ongeregeldheden uit. De Belgische regering besloot overhaast Congo onafhankelijkheid te verlenen, maar verzuimde het land daarop goed voor te bereiden. Wel bleef het Belgische koloniale leger intact om de orde te bewaren. De ongeregeldheden mondde uiteindelijk uit in aanvallen op Europeanen. België greep in om zijn staatsburgers te beschermen en de orde te herstellen. Dit was een schending van het vriendschapsverdrag dat België en Congo de dag voor de soevereiniteitsoverdracht hadden gesloten. De Congolese regering-Lumumba diende nog diezelfde 12 juli een klacht in bij de Verenigde Naties, waarna de VN-veiligheidsraad de United Nations Operations Congo (UNOC) instelde. UNOC bestond grotendeels uit troepen uit andere Afrikaanse landen. Voor specialistische troepen moest de VN aankloppen bij de westerse landen. Nederland beschikte over veel ervaring in tropische geneeskunde. Eind juli 1960 kwam het verzoek aan UNOC bij te dragen met: 2 ambulances, een chief medical officer (CMO), 5 onderofficieren met de functie van hygiënist en een radioloog.

De vijf onderofficieren verleenden steun op het gebied van de persoonlijke hygiëne van UNOC-militairen en de lokale bevolking. Bernard Hoop was een van deze 5 onderofficieren. Hij werd voor zijn werk en adviezen regelmatig op diverse locaties in het land verwacht. Een niet ongevaarlijke onderneming i.v.m. het feit dat er regelmatig sprake was van hinderlagen. Toen hij op 10 september 1961 onderweg was in Kamina in de provincie Haut-Lomani is hij ten gevolge van een noodlottig ongeval om het leven gekomen. Het stoffelijk overschot is overgebracht naar Nederland en overgedragen aan de familie. Bernard is begraven op de R.K. Begraafplaats Arnhemseweg te Apeldoorn.