Louis Bremer was geboren op 30 October 1919 als een zoon van de broodbakker Joseph Bremer en Eva Koekoek. Hij trouwde in Rotterdam op 27 Mei 1940 met Esther Sanders, een dochter van Benedictus Sanders en Sara Boeki die op 14 October 1921 in Rotterdam was geboren. Het echtpaar kreeg twee kinderen, t.w. Joseph in Juli 1940 in Rotterdam en Benedictus die in Juli 1943 in Westerbork werd geboren De familie woonde op de Nieuwe Binnenweg 196b in Rotterdam. Zij zijn allen in de Sjoa vermoord.Louis Bremer werd op al op 7 Augustus 1942 in Kamp Westerbork geregistreerd. Hij verbleef in de barak 58 maar werd op 23 Mei 1943 opgenomen in de ziekenbarak 82. In Februari 1943 heeft hij nog pakjes in Westerbork ontvangen. Op 7 September 1943 werd hij gedeporteerd naar Auschwitz. Dit transport arriveerde daar op 9 September 1943 waar Louis werd geselecteerd om dwangarbeid te verrichten.Louis Bremer behoorde tot een grote groep dwangarbeiders, die op 7 October 1943 naar Warschau getransporteerd werden om daar het puin te ruimen van het vernietigde getto van Warschau. Zij kwamen daar terecht in een concentratiekamp dat gevestigd was in de Gestapo-gevangenis Gestiowka. (kamp Gesia). Over dat transport van Auschwitz naar Warschau is ook al geschreven in het boek “De Oorlog die Hitler won”, geschreven door H. Wielek in 1947:Op 7 October 1943 werd er in Auschwitz een transport naar Warschau samengesteld, waarbij de dwangarbeiders de puinhopen van het in de zomer van 1943 vernietigde getto van Warschau moesten opruimen. Tot 28 Juli 1944 duurde dit werk onder de meest vernederende en beestachtige omstandigheden. Toen stonden de Russen voor de stad. Een crematorium, dat in aanbouw was om alle gevangenen van het gettokamp te vernietigen kwam niet meer op tijd klaar. De Duitsers besloten tot evacuatie van het getto. Enige dagen voor vertrek deden de partisanen nog een vergeefse aanval op het kamp. Nadat de 600 zieken die niet in staat waren te lopen waren doodgeschoten, moesten de overigen 120 km marcheren tot Kutno, van waar zij in veewagens, 90 man per wagon, naar Dachau werden gebracht. Slechts 15 van de 1050 Nederlanders die naar Warschau vertrokken zijn, hebben de bevrijding in Dachau beleefd. (Bron: R.Stern uit de Oorlog die Hitler won, pagina 381 en 382 door H. Wielek, uitgegeven door De Amsterdamse Boek- en Courantmaatschapij (ABC) 1947.Ook een Amerikaanse historicus, Gerald Reitlinger schrijft dat bij het naderen van Russische troepen de overlevenden van het kamp via Kutno naar het concentratiekamp Dachau werden getransporteerd in een z.g. evacuatietransport. Volgens Reitlinger waren van het vermelde transport van 7 October 1943 van Auschwitz naar Warschau slechts 15 overlevenden overgebleven. Verder is vastgesteld dat zeer veel gevangenen van het Joodse kamp te Warschau tijdens een hevige typhus epidemie begin 1944 zijn overleden. Onder wie ook zeer vele Joden uit Nederland. (Interpretatie gebaseerd op een studie, verslagen en getuigenissen als beschreven in het boek “Etty Hillesum in perspectief”, geredigeerd door K.A.D. Smelik, Ria van den Brandt en Meins G. Coetsier. (blz. 149-151). Uitgever: Academia Press, Gent, Belgie)Louis Bremer behoorde echter niet tot de 15 overlevende Nederlanders die de bevrijding in Dauchau hebben meegemaakt maar hij kwam terecht het kamp Kaufering, één van de ergste kampen dat behoorde tot het systeem van elf subkampen van het concentratiekamp Dachau en waren gelegen om de stad Landsberg aan de Lech in Beieren, Duitsland.Uit recente informatie van de KZ-Gedenkstätte Dachau, gericht aan aan een gebruiker van deze website blijkt, dat Louis Bremer bij aankomst werd opgesloten in het concentratiekamp Dachau met gevangenennummer 88895. Hij kwam daar aan op 1 Augustus 1944 met nog 3953 andere personen uit Warschau die uit Hongarije, Polen, Frankrijk en Duitsland kwamen. Louis Bremer werd in Dachau geregistreerd op 6 Augustus 1944 maar hij is omgekomen op 17 Februari 1945 in het kamp Kaufering. Sluiten