Jacob Breijer was rijksontvanger, was gehuwd en had één dochter.Op 22 april 1945 kwam hij per fiets terug van Schellinkhout, waar hij melk had gehaald. Aan het eind van de dijk, toen hij al in de buurt van de Oosterpoort was, kwam hij slager Th. Koning tegen (slagerswinkel op Grote Oost 36, tegenover het Foreestenhuis). Die waarschuwde hem dat de landwacht bij de toegang tot Hoorn fietsen aan het vorderen was. Hij keerde om en wilde proberen via een andere weg (vermoedelijk langs de Holenweg) Hoorn binnen te komen. De landwachter zag dat en schoot hem van achteren meteen dood, zonder zelfs eerst een waarschuwingsschot te lossen.De betreffende landwachter, een slechts negentienjarige jonge man, had al meer doden op zijn kerfstok. Na de oorlog is hij daarvoor berecht, in de gevangenis beland en daarna naar Duitsland vertrokken. Als excuus voor zijn daad zou hij hebben aangevoerd dat Breijer zijn bevel tot stoppen zou hebben genegeerd en dat hem pas later bleek dat Breijer doof was. Volgens Breijers dochter was daar echter geen sprake van en is haar vader, volgens slager Koning die getuige was, zonder enige waarschuwing meteen doodgeschoten. Sluiten