Juan Cancio Coffi
1916-1942
Oorlogsslachtoffer
Is 25 jaar geworden
Geboren op 20-10-1916 in Bonaire, NA
Overleden op 10-06-1942 in Caraibische Zee a/b s.s. Crijnssen
Rang
Militair onderdeel
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Het verlies van de Crijnssen
De Crijnssen (Kapitein W. van der Giessen) vertrekt op 7 juni uit Curaçao op weg naar New Orleans (VS). Op 10 juni 1942 passeert het schip Grand Cayman, als het in de middag wordt gedetecteerd door de Duitse onderzeeboot U-504 (Korvettenkapitän...
Lees meer
De Crijnssen (Kapitein W. van der Giessen) vertrekt op 7 juni uit Curaçao op weg naar New Orleans (VS). Op 10 juni 1942 passeert het schip Grand Cayman, als het in de middag wordt gedetecteerd door de Duitse onderzeeboot U-504 (Korvettenkapitän Hans-Georg Friedrich Poske). De onderzeeboot positioneert zich onder water en wil twee hekbuizen afschieten, maar net voor de lancering raken beide buizen defect. Ongeveer op hetzelfde tijdstip ontvangt de Crijnssen een bericht uit Curaçao over de aanwezigheid van de onderzeeboot, waarin het schip wordt opgedragen naar het westen uit te wijken.
De U-504 draait snel om, maar de Crijnssen heeft een hoge snelheid en de kans op een treffer wordt snel kleiner. Daarom lanceert Poske om 18.40 alle vier de boegbuizen vanaf 2200 meter afstand. Twee torpedo’s missen hun doel, maar één of twee treffen de Crijnssen aan stuurboordzijde in de midscheeps. Het schip stopt en zet vier boten uit, maar de Crijnssen zinkt niet.
De U-504 komt onderwater dichterbij en schiet vanaf 900 meter om 18.52 uur een vijfde torpedo af uit een, inmiddels gerepareerde, hekbuis. Maar de torpedo mist haar doel. Poske ziet door de periscoop dat een deel van de bemanning nog aan boord is om 19.15 uur. Dat komt overeen met de verklaring van kapitein van der Giessen, die aangeeft met drie man nog een controle ronde over het hele schip te hebben gelopen om zeker te zijn dat iedereen van boord is.
Het schip heeft 71 bemanningsleden en 22 passagiers aan boord. De passagiers zijn opvarenden van eerder getorpedeerde schepen. Twaalf man komen van de Panamese tanker Sylvan Arrow, getorpedeerd door U-155 (Piening) op 20 mei. Tien anderen zijn afkomstig van de Noorse tanker Lise, tot zinken gebracht door de U-69 (Gräf) op 12 mei.
De U-504 komt na zonsondergang boven water en positioneert zich voor een volgende aanval. Om 20.01 uur, bijna anderhalf uur na de eerste aanval, vuurt Poske een zesde torpedo af uit een boegbuis op 500 meter afstand. Die explodeert na 25 seconden onder de schoorsteen van het schip, waarna de Crijnssen kapseist over bakboord en binnen een minuut zinkt.
De vier man die nog aan boord zijn lanceren snel een vlot. De verschillende boten en vlotten raken in het duister van elkaar gescheiden. 40 overlevenden weten met hun reddingboot de kust van Mexico te bereiken. 49 andere overlevenden worden dezelfde dag nog opgepikt door het Amerikaanse vrachtschip Lebore. Dit schip wordt op haar beurt op 14 juni getorpedeerd door U-172 (Emmermann). Alle opvarenden van de Crijnssen overleven ook deze torpedering (inclusief negen opvarenden van de Lise, voor wie dit de derde maal is binnen een maand!). Zij komen uiteindelijk in Christobal (Panama) aan wal. De kapitein en drie anderen op het vlot worden opgepikt door de Amerikaanse tanker J.A. Mowinckel en op 16 juni op Aruba afgezet. Pas later blijkt dat matroos Coffi wordt vermist. Hij is het enige slachtoffer van de aanval.
Sluiten
Bron: Nationaal Archief Den Haag, archiefinventaris 2.12.30/2.16.31/2.16.32/2.16.40/2.16.54/2.06.084; Nederlands Instituut voor Militaire Historie; Website Duitse onderzeeboten in WW2 www.uboat.net
Geplaatst door Jos Rozenburg op 06 september 2018