Het zeilschip Gaviota (kapitein A.F. Verhoeks) is een driemast schoener van 144 voet lang en 394 BRT. In 1918 gebouwd bij J.Th. Wilmink & Co. in Nederland onder de naam Gideon, in augustus 1919 afgeleverd als Haabet aan de Deense rederij Svend Nielsen en in 1920 doorverkocht aan de Canadese rederij Job Brothers & Co. Ltd. Die verkoopt de schoener in 1924 aan Jose Boccardo uit Caracas (Venezuela). Die hernoemt het schip Gaviota, met een registratie in Bluefields (Nicaragua). In 1942 wordt de schoener gevorderd door de Nederlandse autoriteiten en ingezet voor het transport van levensmiddelen naar de eilanden. Het schip vertrekt vanuit Oranjestad op 2 juni 1942, maar komt nooit aan op de bestemming Santo Domingo (Dominicaanse Republiek). Aan boord zijn de kwartiermeester Raul Ernesto Tejeda en passagier Jose Mercedes del Rosario (beiden uit de Dominicaanse Republiek), naast drie Arubaanse zeelieden waaronder kapitein Verhoeks. Het lot van de Gaviota is onzeker. Geen enkel schip of vliegtuig heeft het zeilschip na haar vertrek nog gezien. De zes Duitse onderzeeboten die op dat moment in het Caribisch gebied zijn, maken geen melding van een aanval. Toch is dat de meest waarschijnlijke oorzaak van de verdwijning. Twee van de zes Duitse onderzeeboten (U-158 en U-502), gaan verloren tijdens hun reis, en daarmee de oorlogsjournalen. Als één van beide boten verantwoordelijk was voor de aanval, lijkt daarmee de kans verloren om het lot van de Gaviota ooit te kunnen achterhalen. Maar, na bestudering van het oorlogsjournaal van de U-159 (Kapitänleutnant Helmut Witte) en een artikel uit een Braziliaans marine magazine, lijkt er ook een andere mogelijkheid te zijn. Uit het oorlogsjournaal blijkt dat de U-159 op 4 juni langs de zuidkust van de Dominicaanse Republiek patrouilleert, als ze om 22.37 uur een schaduw detecteert. Acht minuten later identificeert ze het contact als een zeilschip op noordelijke koers, met een vaart van 5 mijl per uur. Witte besluit tot een aanval met alle boordwapens en manoeuvreert zich ongezien in een goede positie. Op 23.27 uur opent hij het vuur met de 105mm en 37mm kanons, ondersteund door de 20mm mitrailleur. Omdat het zeilschip beladen is, ligt het diep in het water. Samen met de stevige deining maakt dat het afgeven van gericht vuur voor de beide kanons op het hoofddek erg lastig, maar de hoger geplaatste 20mm mitrailleur achterop de brug heeft hier geen last van. Na 25 minuten is de ongelijke strijd voorbij. Het onbekende zeilschip kapseist om 23.52 uur en de onderzeeboot verlaat het gebied in zuidwestelijke richting. Het Braziliaanse artikel gaat in op de eigen schepen die verloren zijn gegaan in de oorlog. Op 5 juni 1942 wordt melding gemaakt van een aanval op twee zeilschepen, in dezelfde positie als in het journaal van U-159. Tijdens die aanvallen wordt een onbekend zeilschip tot zinken gebracht en het zeilschip Paracury raakt beschadigd. Het is aannemelijk dat het onbekende schip de Gaviota is geweest. Sluiten