Lambertus Brinkhoff
1895-1944
Portret toevoegen?
Klik hierOorlogsslachtoffer
Is 48 jaar geworden
Geboren op 26-10-1895 in Ottersum
Overleden op 17-06-1944 in Wolfenbüttel, D
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Lambertus Brinkhoff, dood met gevolgen
Lambertus Brinkhoff werd op 26 oktober 1895 geboren in het Noord Limburgse Ottersum. Hij overleed op 17 juni 1944 in de gevangenis van het Duitse Wolfenbüttel een voorstad van Braunschweig, niet ver van Hannover. Zijn dood had een enorme impact op zijn vrouw, Lies Brinkhoff-van Delft en hun zoon Huub en haar familie. De dood is nooit zonder gevolgen en in dit geval was dat zeker niet zo.
Ome Joep. Zo werd Lambertus Brinkhoff binnen zijn schoonfamilie genoemd. Waarom dat gebeurde weet niemand meer. Zijn nicht Anke Losekoot werd na de oorlog geboren en heeft hem dus niet gekend. Maar ze weet wel, dat hij populair was bij de familie Van Delft. “Zo’n oom over wie jaren later nog verhalen de ronde deden. Zo had tante Lies eens een hoed voor zichzelf gemaakt. Die beviel ome Joep niet zo. ‘Wat heb je nou toch voor een koolblad op je kop’, was de reactie.”
De familie was katholiek, vrolijk en creatief. “Behalve oom Karel van Delft. Die was wel heel vrolijk en behulpzaam en is later in het leger gegaan. Alle dienstplichtigen in Ede waren bij hem thuis altijd welkom.
Ome Joep was dus getrouwd met tante Lies (Elisabeth Arnolda Antonia van Delft), de oudste zuster van mijn moeder.” Het gezin Van Delft bestond in totaal uit twee broers (Harry en Karel) en vijf zussen (Lies, Dien, Dora, Johanna - de oma van Anke Losekoot - en Riek. Gewoon een familie in het Nijmeegse, waarvan de leden zo ongeveer in de middelbare leeftijd zaten en die onderling een goede band hadden.
‘Joep’ Brinkhoff had een autorijschool met een aantal personenwagens en een vrachtwagen. In de oorlog gebruikte hij die vrachtwagen voor verzetswerk. Hij bracht geallieerden, die in de regio waren gestrand naar veiliger plaatsen. Dat was natuurlijk hartstikke link, want de Nazi’s traden keihard op tegen welke verzetsactiviteit dan ook. Op een dag, waarschijnlijk in 1942, reed hij met zijn zoon Huub (geboren in 1922) in de cabine en met een aantal piloten achterin de laadbak toen hij werd aangehouden. Vader en zoon Brinkhoff werden meegenomen, de piloten ook. Van hun lot is niets bekend maar Huub werd na een dag al weer vrijgelaten. Joep niet. Hij zou geen dag meer in vrijheid leven. Wat hem allemaal is overkomen en wat hem allemaal is aangedaan, we weten het niet. Tegen het eind van de oorlog kreeg de familie bericht dat hij in het concentratiekamp Buchenwald was gestorven. Dat was het verhaal waar een pastoor mee kwam, die zich met oorlogsslachtoffers bezig hield. En pastoors werden in die tijd nog op hun woord geloofd. Achteraf bleek uit informatie, die via de Oorlogsgravenstichting werd verkregen dat hij heel ergens anders was overleden. Namelijk in de gevangenis van Wolfenbüttel. In de jaren vijftig is hij herbegraven op het Nationaal Ereveld Loenen.
De Sterbeurkunde, die later boven water is gekomen, vermeldt als doodsoorzaak Lungentuberkulose. De Nazi’s gebruikten die doodsoorzaak als een soort containerbegrip. Buitenlandse gevangenen in Duitse gevangenissen werden destijds zeer slecht behandeld. Brinkhoffs dood kan net zo goed een gevolg zijn geweest van verregaande verwaarlozing, mishandeling of zelfs de kogel. De nazi’s hadden de macht en hun ideologie was dat wie de macht heeft zich niet hoeft te verantwoorden. De waarheid spreken hoefde evenmin.
De dood van Joep was een mokerslag voor de familie. Anke Losekoot (geboren in 1950) herinnert zich nog hoe de dood van Lambertus Brinkhoff als een zware deken op de familie lag. “Toen ik een jaar of drie was verhuisden we van Leeuwarden naar Arnhem en van daar gingen we regelmatig naar Loenen. Op de fiets. Er werd nooit meer over ome Joep gepraat. Dat gebeurde vaker in die tijd. Ome Joep kwam hooguit een keertje langs als er anekdotes over hem werden verteld. Maar zo klein als ik was voelde ik dat er iets niet goed zat. Dat gevoel klopte. In 1953 is tante Lies overleden. Ze kon haar lijden niet langer dragen en had zichzelf het leven benomen. Ik kreeg dat natuurlijk niet te horen, maar je voelde dat er wat was. Mijn neef Huub heeft later de zaak van zijn vader voortgezet en is getrouwd maar heeft geen kinderen gekregen en van lieverlee zijn de contacten verwaterd.”
Anke Losekoot heeft zich overigens wel in het lot van haar oom verdiept. “In de veronderstelling dat hij in Buchenwald was gestorven ben ik daar geweest. Heel macaber. Als je daar werd geëxecuteerd, zetten ze je in een ruimte met slechts een luikje waardoor je hoofd te zien was en dan gaven ze je de kogel.
Ik ben het graf van ome Joep ook altijd blijven bezoeken en ik ben actief betrokken bij herdenkingsbijeenkomsten van de Tweede Wereldoorlog. Voor mijn familie is de dood van ome Joep altijd een trauma gebleven en mij laat het ook nog steeds niet los.”
Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 02 februari 2024