Jan van Bruggen
1889-1943
Oorlogsslachtoffer
Is 53 jaar geworden
Geboren op 13-10-1889 in Kampen
Overleden op 03-01-1943 in Neuengamme
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
JAN VAN BRUGGEN
13 oktober 1889 – 3 januari 19431)
Familie
Jan van Bruggen werd op 13 oktober 1889 in Kampen geboren als zoon van Herm van Bruggen en Maria Rutgers Kaspers. Zijn vader was sigarenmaker. Bij zijn geboorte telde het gezin vier jongens en één meisje. Twee jongens waren al eerder overleden. Na Jan werden er nog twee kinderen geboren: een jongen en een meisje. Het jongetje werd slechts één jaar oud.
Op 8 december 1898 vertrok het gezin, dat toen uit vader, moeder en de drie jongste kinderen bestond, naar Utrecht. Daar woonden ze op vier verschillende adressen. Op 14 juli 1908 vertrok het gezin, bestaande uit vader, moeder, Jan en zijn jongere zusje Maria, naar Wijhe. Gerrit-Jan, zijn oudere broer, had het ouderlijk huis intussen verlaten. Op het moment van de verhuizing naar Wijhe waren zowel vader Herm als zoon Jan sigarenmaker “als ondergeschikte”.
Op 22 augustus 1910 verhuisde het gezin van vier personen weer naar Kampen. De gezinskaart vermeldt als beroep van vader en zoon sigarenmaker, wederom “als ondergeschikte”.
Jan trouwde op 6 april 1912 te Wijhe met Johanna Nijland. Zij was op dat moment 20 jaar oud. Haar ouders waren rietdekker Lammert Jan Nijland en Antonia Edelijn. Jan en Johanna hebben elkaar ongetwijfeld leren kennen in de periode dat het gezin Van Bruggen in Wijhe woonde.
Na hun huwelijk vestigden Jan en zijn vrouw zich in de Herensmitsteeg te Kampen, waar op 23 juli 1912 hun eerste kind Maria Antonia werd geboren. Jan was nog steeds sigarenmaker van beroep. Op 18 september 1913 verhuisden ze naar Wijhe.
Wijhe
De familie werd op 25 september 1913 in het bevolkingsregister ingeschreven. Ze woonden op de Nieuwe Dijk. Achtereenvolgens werden er vijf dochters en een zoon geboren. Eén van de dochters overleed binnen een jaar na de geboorte. Het gezin woonde tot 31 maart 1926 in Wijhe.
Politiek actief
In februari 1919 ontstond in Wijhe een afdeling van de Socialistische Partij van Kolthek. Deze bestond vooral uit sigarenmakers. Er werd besloten aan de raadsverkiezingen van mei van dat jaar deel te nemen. Jan werd lijsttrekker en op hem werden alle zes behaalde stemmen uitgebracht. In deze periode was hij tevens korte tijd voorzitter van de SP-afdeling Deventer.2)
Coöperatie “Vooruit”
Op 14 juni 1921 werd de “Coöperatieve Arbeiders Verbruiksvereniging Vooruit” ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel te Deventer. Jan was één van de bestuursleden van deze nieuwe coöperatie. Hij woonde op dat moment op de Nieuwe Dijk 17.
Eind december 1925 telde de coöperatie 114 leden. Volgens de ledenlijst woonde Jan toen aan de Nieuwstraat.
Hoewel Jan en zijn gezin in 1926 naar Deventer verhuisden, bleef hij tot 14 mei 1932 bestuurslid. In die jaren ging het de coöperatie voor de wind. Zij omvatte bij de start in 1921 een kruideniersbedrijf en brandstoffenhandel. In 1927 kwamen daar een brood- en banketbakkerij en de verkoop van manufacturen bij, in 1930 volgde de handel in huishoudelijke artikelen.
Deventer
Op 31 maart 1926 vestigden Jan en zijn gezin zich in Deventer. In Deventer werden twee zoons en een dochter geboren. Op zijn gezinskaart staat doorgehaald dat hij als zelfstandig sigarenmaker werkzaam is geweest. Waarschijnlijk is Jan in de crisisjaren zijn werk kwijtgeraakt.
Het gezin Van Bruggen woonde eerst in de Rielerwijk, later op twee adressen aan de Roelofsbeldstraat en vanaf 4 juli 1936 op de toenmalige Burgemeester van Loghemstraat 21.
Raadslid
In 1927 stond Jan als vierde op de kandidatenlijst van de Socialistische Partij voor de gemeenteraad. Hij werd niet gekozen. De SP behaalde dat jaar 2 zetels.
In 1931 werd Jan tot raadslid gekozen voor de Revolutionair Socialistische Partij (RSP). De fractie bestond naast Jan uit Johan Roebers en Cornelis van Giesen. Deze laatste overleed op 25 april 1933 en werd opgevolgd door Albert Romeijn.
De fractieleden legden op 1 september hun belofte af. Roebers maakte meteen duidelijk dat de RSP-fractie geen enkele bestuurlijke verantwoordelijkheid wilde nemen.
De fractieleden van de RSP werden in de volgende raadscommissies gekozen:
Jan van Bruggen in de Commissie van bijstand voor de lichamelijke opvoeding en ontspanning; Cornelis van Giesen in de Commissie van bijstand voor de openbare werken, het havengrond- en spoorbedrijf; Johan Roebers in de Commissie van bijstand in het beheer van het waterleidings-, het gas- en het elektriciteitsbedrijf en voor de gemeentelijke keuringsdienst van vee en vlees en voor de dienst der gemeentereiniging.
Jan van Bruggen maakte tijdens de gehele eerste raadsperiode deel uit van de bovengenoemde commissie.
In de raad voerde hij enkele keren namens de fractie het woord:
In de vergadering van 9 augustus 1933 over de financiering van arbeiderswoningen tussen de Parallelweg en de Rielerweg en over een wijziging in de verordening van de hondenbelasting, die volgens de RSP nadelig was voor de eigenaren uit de arbeidersklasse; Op 26 februari 1934, tijdens de begrotingsbehandeling voor dat jaar, verzette hij zich tegen de opheffing van de zogenaamde vervolgcursussen in het openbaar (lager) onderwijs, omdat dit zeer nadelig voor de arbeidersklasse was; Tijdens de algemene beschouwingen 1935 op 18 december 1934 over de stadsbussen.
Op de vergadering van 29 januari 1935 kwamen de fracties van RSP en CPH pas binnen tijdens de behandeling van de ingekomen stukken, omdat de burgemeester daarvoor in zijn nieuwjaarsrede de in 1934 overleden koningin-moeder Emma en prins Hendrik had herdacht.
Jan stond als tweede op de lijst voor de raadsverkiezingen van 17 juni 1935. De RSAP, waarin de RSP was opgegaan, behaalde vier zetels. Naast Johan Roebers en Jan van Bruggen kwamen Albert Johan Gerards en Johannes Frederik Scherpenhuizen in de raad.
Met vier zetels voor de RSAP, één zetel voor de CPN en 8 voor de SDAP was er in de Deventer raad een rode meerderheid. Roebers verklaarde tijdens de eerste vergadering van de nieuwe raad geen bestuurlijke verantwoordelijkheid te willen nemen. Verder betoogde hij, dat samenwerking met de SDAP “bij voorbaat was uitgesloten, omdat de S.D.A.P. heeft verklaard, niet met vertegenwoordigers van de R.S.A.P. en C.P.H. een college te willen vormen”. Zijn fractie stemde dan ook blanco bij de verkiezing van de wethouders.
Toen de RSAP daarop slechts in twee raadscommissie werd gekozen, trokken Johan Roebers en Jan van Bruggen zich terug. Vanaf dat moment werd de RSAP buiten de belangrijke raadscommissies gehouden.
Op de begrotingsvergadering van 20 januari 1936 verklaarde Jan zich namens de fractie tegen de post “Kosten van het verschaffen van ontwikkeling en ontspanning aan werkloozen”. De fractie was niet tegen het ontwikkelen van en werk verschaffen aan jonge werklozen, maar tegen het feit dat zij voor reguliere arbeid werden ingezet en daarmee een bijdrage leverden aan de afbraak van de levensstandaard van de arbeidersklasse.
In 1939 stond Jan niet op de lijst voor de raadsverkiezingen.
Verzet
Jan sloot zich tijdens de bezetting aan bij het langzaam op gang komende verzet. Zo was hij betrokken bij het verspreiden van vlugschriften.
Op 4 maart 1941 werd hij samen met twee anderen gearresteerd wegens het luisteren naar een verboden Engelse zender. Na verhoor werden ze weer op vrije voeten gesteld. Deze arrestatie vond plaats naar aanleiding van een anoniem briefje dat eind januari/begin februari naar de politie was gestuurd. Daarin stond dat elke middag van 14.00 tot 14.15 uur een aantal mensen bij een familie in de Brucestraat naar een verboden zender luisterde. De zaak werd ter behandeling doorgegeven aan de officier van justitie te Zwolle. De Aussenstelle van de SD te Enschede werd hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht.
Jan van Bruggen was dus al vroeg bij de Duitse autoriteiten in beeld.
25 juni 1941
In de vroege ochtend van 25 juni 1941 pakte de gemeentepolitie van Deventer op last van de Duitse autoriteiten 17 “revolutionairen” op. Vanuit Apeldoorn werd eveneens een verdachte van “communistische activiteit” overgebracht en ingesloten. In de loop van de dag werden vier van hen weer vrijgelaten. De overige veertien werden ’s avond om halfzeven door de Ordnungspolizei afgehaald. Hun bestemming was Kamp Schoorl.
Deze landelijke actie ging uit van Rauter, de hoogste SS- en politiefunctionaris. In Overijssel berustte de coördinatie bij de Aussenstelle van de SD te Enschede. Deze arrestaties verliepen betrekkelijk gemakkelijk, omdat de CID (Centrale Inlichtingendienst) al vanaf 1919 lijsten van radicale socialisten en communisten bijhield. Jan komen we al in 1930 op een dergelijke lijst tegen. Ook staat hij op de lijst van 1939, met daarbij ook nog de toevoeging dat hij secretaris is van de Federatie van Sigarenmakers. Hoewel het archief van de CID bij de Duitse inval werd verbrand, bevonden zich er ook exemplaren van in de archieven van de commissarissen van de koningin, van gemeentebesturen en van de procureurs-generaal.
De helft van de gedeporteerde mannen in Deventer bestond uit leden van de CPN, de andere helft was lid van de RSAP. Van deze veertien mannen kwamen twaalf voor op de CID-lijst van 1939. Tien van hen zouden de oorlog niet overleven.
Politiek gevangene
Waarschijnlijk is Jan in oktober 1941 bij de opheffing van Kamp Schoorl overgebracht naar Kamp Amersfoort.3) Daar schreef hij op 4 januari 1942 een brief aan zijn gezin, waarin hij ook verwijst naar zijn verblijf in Kamp Schoorl. In Amersfoort was hij Schutzhäftling, die onder gevangenennummer 704 in “Block 3” verbleef.
Vanuit Kamp Amersfoort werd hij gedeporteerd naar Neuengamme. Ook daar was hij Schutzhäftling. Zijn gevangenennummer was 10976. Dit nummer is rond 23 oktober 1942 uitgereikt. Jan moet dus in die periode in Neuengamme zijn aangekomen.
Op 3 januari 1943 overleed Jan daar aan de gevolgen van een nierontsteking.
Meer rampspoed
De deportatie en het overlijden van vader Jan van Bruggen was niet de enige ramp die het gezin trof. Op donderdag 22 februari 1945 werd zoon Jan jr. door de gemeentepolitie van Deventer gearresteerd. Op woensdag 28 februari werd hij door de SD van het bureau gehaald voor verhoor op Brinkgreven. Van daar werd hij overgebracht naar de SD-gevangenis Oxerhof. Jan jr. werd op 8 maart 1945 met 116 anderen bij Woeste Hoeve gefusilleerd als represaille voor de aanslag op Rauter.4)
Zorgzaam
Dochter Gerrie beschrijft haar vader als een heel zorgzame man. Als de kinderen in de zomer terugkwamen uit het IJsselbad bij de schipbrug kwam vader hen tegemoet, omdat hij niet wilde dat ze alleen door het plantsoen liepen. Zijn kinderen en de politiek waren zijn grote passie.
Naast de in de tekst genoemde bronnen is gebruik gemaakt van de volgende bronnen en literatuur:
1)Interview met Gerrie van Dijk-van Bruggen en Ineke Frazer-van Bruggen op 21 juli 2017; Stadsarchief Kampen, Gemeentebestuur Kampen, 1813 – 1933, Toegangsnummer 00002, Bevolkingsregister, inv.nr. 1201 (1192), 1227 (1239); NL-ZlHCO, Stadsarchief Zwolle, Toegangscode 0123, Burgerlijke Stand in Overijssel, inv.nr. 7947 (241), 7952 (485), 7956 (452); Het Utrechts Archief, Gemeentebestuur van Utrecht 1813-1969, deel 2: stukken over afzonderlijke onderwerpen zonder classificatienummers, Toegangsnummer 1007-2, Bevolkingsregister 1890 – 1899, inventarisnummers 7774 (6850) en 7801 (4237); NL-UtHUA, Toegangsnummer 1007-2, Bevolkingsregister 1900 – 1912, inv.nr. 7916 (1280, 1304, 1314) en 7919 (2342); SK, T00002, gezinskaarten Herm van Bruggen, Jan van Bruggen; NL-ZlHCO, Toegangscode 0123, inv.nr. 13744 (1912, akte 8); NL-ZlHCO, Stadsarchief Zwolle, Toegangscode 3, Archief burgerlijke stand en bevolking gemeente Wijhe over de periode 1811 – 1960, Bevolkingsregisters (geordend op wijk) over de periode 1900 – 1919 (14 delen), inv.nr. 78 (796); NL-DvHCO, HCO Stadsarchief Deventer, Bevolkingsregister Deventer, ID 1414, inv.nr. 336, gezinskaart Jan van Bruggen; Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant van 21 mei 1919; NL-ZlHCO, Stadsarchief Zwolle, Toegangscode 0329.1, Kamer van Koophandel Deventer, Handelsregister Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Salland te Deventer, handelsregister, 1922 – 1999, inventarisnummer 0380-00809; Deventer Dagblad, 24 mei 1927, 18 juni 1931, 26 april 1933 en 16 juni 1939; Handelingen van den Raad 1931, vergadering 8, 1 september, blz. 325-326, 327-332; 335; Handelingen van den Raad 1932, vergadering 10, 4 oktober, blz. 495 - 496; Handelingen van den Raad, 1933, vergadering 8, 13 juni, blz. 438; vergadering 10, 9 augustus, blz. 542 - 556, 575 - 578; vergadering 11, 26 september, blz. 622 - 623; Handelingen van den Raad 1934, vergadering 2, 26 februari, blz. 93; vergadering 8, 26 september, blz. 463 - 464; vergadering 12, 18 december, blz. 710; Handelingen van den Raad 1935, vergadering 1, 29 januari, blz. 2; vergadering 8, 3 september, blz. 341 - 345; Handelingen van den Raad 1936, vergadering 4, 20 februari, blz. 219 – 221; Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Amsterdam, Archief Erelijst van gevallenen, inv.nr. 8 (J. van Bruggen); NL-DvHCO, HCO Stadsarchief Deventer, ID 0759, Politie Gemeente Deventer, inv.nr. 724-3 (tb. 68/4), inv.nr. 725-1 (tb. 84). NL-DvHCO, HCO Stadsarchief Deventer, ID 1382, Gemeentebestuur van Deventer II (1930 – 1950), inv.nr. 1427 (tb. 20); NL-DvHCO, ID 0759, inv.nr. 82 (176); Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, Amsterdam, Archief Generalkommissariat für das Sicherheitswesen/Höhere SS und Polizeiführer Nordwest 1940 – 1945, inv.nr. 1188: Festgenommenen CPN-Funtionäre im Bereich der Aussenstelle Enschedé; Lijst van Nederlandse revolutionairen van 4-6-1930, blz. 105; Lijst van links-extremistische personen geordend per gemeente, met alfabetische klapper, 1939, blz. 118; Brief van Jan van Bruggen aan zijn gezin van 4 januari 1942 (particulier bezit); Schutzhäftling: gevangene in een concentratiekamp. Aan de gevangenschap lag geen rechterlijke uitspraak ten grondslag. De gevangene genoot geen enkele vorm van wettelijke bescherming; mail met bijlagen van International Tracing Service te Bad Arolsen, van 7 september 2017 aan Ineke Frazer – Van Bruggen, betreffende Jan van Bruggen. NL-DvHCO, ID 0759, inv.nr. 93 (53, 59).
2) Ron Blom, De oude Socialistische Partij van Harm Kolthek, Ontstaan, opkomst en ondergang van een “libertair-socialistische” partij (1918 -1928), Delft, 2007, blz. 142, 148 -149;
3) Dr. L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, dl. 8, Gevangenen en gedeporteerden, tweede helft, ’s-Gravenhage, 1978, blz. 554;
4) Henk Berends, Woeste Hoeve, 8 maart 1945, Kampen, 1995, blz. 162.
SluitenGeplaatst door Johan van der Veen op 27 oktober 2019