Op 10 december 1943 stegen drie De Havilland Mosquito’s van het RNZAF 487 Squadron om 12:45 uur op van vliegbasis RAF Sculthorpe. Zij hadden de opdracht om in de omgeving van Rütenbrock Duitse doelen aan te vallen.

Mosquito HX966 EG-D werd voor het laatst gezien op de heenweg toen het de Nederlandse kust passeerde. Hierna is er niets meer bekend over Mosquito HX966 EG-D en beide bemanningsleden, totdat het toestel om onbekende reden plotseling neerstortte. Dit gebeurde in de middag rond 14:15 uur; het toestel kwam neer op een perceel bouwland gelegen ten noorden van het Van Echtenskanaal. Tegenwoordig is dit het gebied gelegen tussen de Zuiderkeerkring en Neptunusbaan in Klazienaveen.

Beide bemanningsleden, Flying Officer Michael Lewis Frankson en Flying Officer David Edward Cake, overleefden de crash niet en zijn begraven op de begraafplaats te Nieuw-Dordrecht.

Onderluitenant J.J. Scheepmaker, groepscommandant van de marechaussee in Emmer-Compascuum, was al spoedig aanwezig op de locatie van het neergestorte toestel. Eenmaal aangekomen zag hij een totaal vernield vliegtuig en brandende wrakstukken over een grote oppervlakte verspreid liggen.

Tevens zag hij tussen de wrakstukken delen van menselijke lichamen, munitie en drie niet geëxplodeerde bommen. Een vierde niet geëxplodeerde bom lag achter de woning van landbouwer J. Kroeze aan de Mr. Ovingstraat 47, ruim 600 meter van de plek des onheils.

In de nabijheid van deze laatste bom trof onderluitenant J.J. Scheepmaker het levenloze lichaam aan van de turfmeester en opzichter Christiaan Kwint, die woonachtig was aan de Molenwijk OZ 38. Dokter S. Haverkamp stelde als doodsoorzaak een schedelbreuk en ingedeukte borstkas vast. Vermoed wordt dat de heer Kwint werd getroffen door de vallende bom. Hij werd begraven op de oude begraafplaats te Klazienaveen.

bron: https://www.slodrenthe.nl/