Arthur Edward Parsons
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Historisch kader
Flying Officer Arthur Edward Parsons, dienstnummer J11636, werd geboren in Sarnia, Ontaria (Canada). Hij werd opgeleid tot navigator en ingedeeld bij het RAF No. 77 squadron dat uitgerust was met bommenwerpers van het type Handley Page Halifax Mk.II. Hij maakte deel uit van de bemanning van de bommenwerper met het serienummer JB803 en code KN-G.
Op 30 april 1943 om 23:53 uur startte deze bommenwerper vanaf zijn thuisbasis Elvington met zijn bemanning voor een nachtelijke bombardementsvlucht naar Essen in het Roergebied in Duitsland.
Op de terugweg werd de bommenwerper naar alle waarschijnlijkheid boven het IJsselmeer, rond 02:15 uur onderschept door de tweemotorige Messerschmidt Bf-110 van Heinz Vinke die door een Himmelbett radarstation naar diens doel was geleid. Na één of meerdere aanvallen was het vliegtuig zodanig aangeschoten dat de piloot ging rondcirkelen op zoek naar een geschikt noodlandingsterrein. Het was een stikdonkere nacht met een matige zuidoosten wind, kracht 3 en motregen. Tijdens het rondcirkelen moet de piloot het bevel gegeven hebben het toestel te verlaten. Daarop sprongen vijf van de zeven bemanningsleden er klaarblijkelijk met hun parachute uit. Het risico om bij de noodlanding om te komen werd groter geacht dan de gevaren van een sprong in het duister. Maar ook de twee bemanningsleden die aan boord van de bommenwerper bleven zouden het niet overleven. Zij zouden omkomen toen hun bommenwerper omstreeks 02:26 uur neerstortte in de buurt van Muiden.
Flying officer Arthur Parsons bleek één van de bemanningsleden die de sprong in het duister hadden gewaagd. Zijn lichaam werd de volgende dag, zondag 2 mei 1943, gevonden in het water bij de (IJsselmeer)dijk, ter hoogte van wat nu de Ballasthaven wordt genoemd. Hij was verdronken in het koude IJsselmeer. Hij werd op maandag 3 mei 1943 om 20:00 uur begraven op de Algemene begraafplaats van Muiden, naast zijn twee collega’s sergeant (piloot) G.Watson en flight-sergeant (luchtdoelschutter) T.D Scarff (RCAF). Zij bleken bij de noodlanding, die mislukte, in de vroege ochtend van 1 mei 1943 te zijn omgekomen en diezelfde avond al eveneens om 20:00 te zijn begraven.
In de dagen er na werden lans de IJsselmeerdijk ook de stoffelijke overschotten aangetroffen van sergeant (bommenrichter) R. Shephard, sergeant (bommenrichter ) L. Hannam en sergeant (boordwerktuigkundige) J.D. Crawfurd. Zij werden eveneens begraven op de Algemene begraafplaats in Muiden, naast hun collega’s.
Het stoffelijk overschot van sergeant (telegrafist) W.R. Louth, die kort daarvoor was getrouwd, werd nimmer gevonden en staat tot op heden te boek als vermist. Kort na de crash zou een zwaargewonde man zijn aangetroffen in de buurt van de spoorbrug bij Weesp. Hij kon niet worden geïdentificeerd en overleed korte tijd later in het Burgerziekenhuis te Amsterdam en vervolgens anoniem begraven op de Oosterbegraafplaats aldaar.
Bronnen:
tracesofwar.nlbegraveninmuiden.nl/08http://www.arg1940-1945.nl/ ham-muiden.nl/Spuien door dhr. Guus Kroon Artikel in “De digitale Sluiz” dd. 18 augustus 2003 door dhr. Guus Kroon Krantenartikel in Weesper Nieuws, dd. 29 april 2009: “Mei 1943: de Halifax in de Noordpolder te Muiden”, Boek: "They shall never grow not old" (1992, 1e editie)door L. Allison en H. Hayward
SluitenGeplaatst door Corin Gelderblom op 21 januari 2018