Thomas Deuel Scarff
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Historisch kader
Flight-sergeant Thomas Deuel Scarff, dienstnummer R95040, werd geboren in St James, Manitoba (Canada). Hij werd opgeleid tot luchtdoelschutter en ingedeeld bij het RAF No. 77 squadron dat was gestationeerd op de vliegbasis Elvington in het Engelse graafschap North Yorkshire. Dit squadron was uitgerust met bommenwerpers van het type Handley Page Halifax Mk.II. Flight-sergeant Scarff maakte deel uit van de bemanning van de bommenwerper met het serienummer JB803 en code KN-G.
Op 30 april 1943 om 23:53 uur startte deze bommenwerper vanaf zijn thuisbasis Elvington met zijn bemanning voor een nachtelijke bombardementsvlucht naar Essen in het Roergebied in Duitsland. Op de terugweg werd de bommenwerper naar alle waarschijnlijkheid boven het IJsselmeer, rond 02:15 uur onderschept door de tweemotorige Messerschmidt Bf-110 van Heinz Vinke die door een Himmelbett radarstation naar diens doel was geleid. Na één of meerdere aanvallen was het vliegtuig zodanig aangeschoten dat de piloot ging rondcirkelen op zoek naar een geschikt noodlandingsterrein . Het was een stikdonkere nacht met een matige zuidoosten wind, kracht 3 en motregen. Tijdens het rondcirkelen moet de piloot het bevel gegeven hebben het toestel te verlaten. Daarop sprongen vijf van de zeven bemanningsleden er klaarblijkelijk met hun parachute uit. Het risico om bij de noodlanding om te komen werd groter geacht dan de gevaren van een sprong in het duister. De tweede schutter van de bommenwerper, Flight-sergeant Scarff, bleef echter om onbekende redenen aan boord bij zijn piloot sergeant G. Watson.
De vijf bemanningsleden uit de brandende bommenwerper sprongen hun dood tegemoet. Maar ook de twee bemanningsleden die aan boord van de bommenwerper bleven zouden het niet overleven. Omstreeks 02:26 uur stortte de bommenwerper neer in de buurt van Muiden. De eigenaren van het land troffen naast de wrakstukken beide slachtoffers dicht bij elkaar aan. Beiden zaten niet bekneld en waren ook niet verminkt. Wel hadden beiden ernstige hoofdwonden. Diezelfde avond, 1 mei 1943 om 20:00, werden sergeant Watson en Flight-sergeant Scarff naast elkaar begraven op de Algemene begraafplaats te Muiden.
Op het moment dat de vijf bemanningsleden de bommenwerper verlieten was het voor hen onzeker of zij boven land of water sprongen. Ruim 24 uur na de crash werd het eerste stoffelijk in het water langs de IJsselmeerdijk aangetroffen. Dit was Flight Officer Arthur Parsons. Hij bleek te zijn verdronken. Hij werd op maandag 3 mei 1943, eveneens om 20:00, naast zijn collega’s begraven.
In de dagen daarna zouden nog drie stoffelijke overschotten worden in het water worden aangetroffen, n.l. die van Hannam, Shephard en Crawfurd. Allen bleken verdronken.
Het zevende bemanningslid, sergeant Louth, is tot op heden vermist en mogelijk als onbekende vlieger begraven op de Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam. Kort na de crash werd een onbekende en zwaargewonde man aangetroffen bij de spoorbrug in Weesp. Hij overleed kort daarna in het Burgerziekenhuis in Amsterdam en werd begraven op de Nieuw Oosterbegraafplaats aldaar.
Bronnen:
tracesofwar.nlbegraveninmuiden.nl/08http://www.arg1940-1945.nl/ham-muiden.nl/Spuien door dhr. Guus Kroon Artikel in “De digitale Sluiz” dd. 18 augustus 2003 door dhr. Guus Kroon Krantenartikel in Weesper Nieuws, dd. 29 april 2009: “Mei 1943: de Halifax in de Noordpolder te Muiden” Boek: “They shall never grow not old” (1992) door L. Allison en H. Hayward SluitenGeplaatst door Corin Gelderblom op 21 januari 2018