Gerrit Kuiper

1926-1942

0

Slachtoffer van de oorlog

Is 16 jaar geworden

Geboren op 08-07-1926 in Diever 

Overleden op 21-10-1942 in Diever 



Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

Gerrit Kuiper komt om bij luchtaanval op werkkamp Diever B

Dit artikel is tot stand gekomen dankzij mevrouw Eitje Greveling-Kuiper uit Diever. In Opraekelen 01/1 staan op de bladzijden 39 tot en met 42 drie processen-verbaal van respectievelijk de Luchtbeschermingsdienst Diever, de rijksveldwachter... Lees meer

Dit artikel is tot stand gekomen dankzij mevrouw Eitje Greveling-Kuiper uit Diever.

In Opraekelen 01/1 staan op de bladzijden 39 tot en met 42 drie processen-verbaal van respectievelijk de Luchtbeschermingsdienst Diever, de rijksveldwachter Aaldert Folkers en het hoofd van de Luchtbeschermingsdienst, Jan Boesjes, betreffende een luchtaanval op het werkkamp Diever B in de Oude Willem. Zie hiervoor ook een reactie op bladzijde 3 van Opraekelen 02/3. In het artikel in Opraekelen 01/1 wordt aandacht besteed aan de bij de luchtaan­val omgekomen 16-jarige Gerrit Kuiper, wonende op Kalteren. In een gesprek met mevrouw Eitje Greveling-Kuiper, een zuster van Gerrit, wonende in de Meyboomstraat in Diever, kwam ook het overlijden op 21 okto­ber 1942 van haar broer ter sprake.

Na de oorlog heeft de familie vele jaren nodig gehad om het verlies van Gerrit (Garriet) te verwerken. Daarbij werden ze geconfronteerd met het pijnlijke feit dat bij de jaarlijkse herdenking van de Dieverse oorlogsslachtoffers op 4 mei geen aandacht werd geschonken aan de dood van Gerrit. De familie legde zelf wel bloemen op het graf, maar de stoet van deelnemers aan de plechtigheid kwam niet langs het graf van Gerrit. Dat hield de familie bezig, tot zij eindelijk in 1992 de stoute schoenen aantrokken en over deze kwestie een brief aan de gemeente schreven. Uit nadere contacten bleek dat hiervan bij de gemeente niets bekend was. De gemeente is daarna tot actie overgegaan. Vanaf dat jaar wordt ook aandacht besteed aan het overlijden van Gerrit. Hierbij bleef het echter niet. Het deed de familie pijn, dat de naam van Gerrit niet voorkwam op de plaquette met namen, die aangebracht zou worden op de gedenksteen aan de Bosweg achter op het Marktterrein. Een familielid kwam hier toevallig achter. Zij stelde zich in verbinding met het gemeentebestuur. Dit heeft ertoe geleid, dat ook de naam van Gerrit werd vermeld. Na een suggestie van de familie Kuiper werden naast de reeds aanwezige na­men ook de namen van de in de oorlog omgekomen Dieversen Abraham Oostra, Jan Booiman en Jan Koning toegevoegd.

Zoals in genoemd artikel is vermeld woonde Gerrit op Kalteren 4 (thans Wester­drift 5). Zijn ouders waren Jan Kuiper en Harmpje Flobbe. Zij zijn respectieve­lijk in 1945 en 1950 overleden. Gerrit had acht broers en zusters, te weten Albert, Geert, Harm, Hendrik, Eltje, Johanna, Aafje en Sim. Albert, Geert, Hendrik, Johanna en Aafje zijn overleden. De anderen wonen allemaal in Diever. Op bladzijde 42 van Opraekelen 01/1 vraagt de auteur in het naschift van het artikel 'Enkele aanvullingen op het tweede artikel van Jan Hessels' zich af waarom de Engelse vliegtuigen het kamp in de Oude Willem, waarin geen Duit­sers verbleven, op de korrel namen. In het artikel worden enige veronderstel­lingen gedaan. Als aanvulling hierop werd mij medegedeeld, dat destijds in Diever geruchten de ronde deden, dat de piloten van de vliegtuigen vermoe­delijk het verkeerde kamp op het oog hadden. Wellicht was het de bedoeling geweest om het N.A.D.-kamp aan de Geeuwenbrug te bestoken. Daar ver­bleven toen namelijk wel Duitsers. Gerrit was boerenknecht, voordat hij in het kamp ging werken. Zo werkte hij onder meer bij Roelof Bisschop aan de Achterstraat. In die boerderij ves­tigde zich later Teunis Wesseling. Hierin is thans het restaurant Shake-speare ondergebracht. Nadat Gerrit was gevonden, is hij naar het werkkamp Diever B gebracht. Daar hebben dokter Van Nooten en zuster Broer zich over zijn lichaam ontfermd. Daarna is hij in het ouder­lijk huis opgebaard. Veel mensen heb­ben daar afscheid van de overledene genomen.

Ook burgemeester Meyboom en zijn echtgenote kwamen op bezoek. Bij een later bezoek van de burgemeester en een wethouder werd het voorstel gedaan om de kosten van de grafzerk voor rekening van de gemeente te ne­men. De familie heeft van dit aanbod uit piëteit jegens Gerrit geen gebruik gemaakt. Het was het laatste wat ze voor hem konden doen. Later heeft de familie veel morele steun ontvangen van de burgemeester en zijn vrouw. Bij de begrafenis van Gerrit was veel volk op de been. De meeste mensen sloten zich bij café Seinen (bij de hui­dige Eendenvijver) bij de begrafenis­stoet aan. Bij aankomst bij de begraaf­plaats bleek dat zich bij de ingang militairen hadden opgesteld. Eltje weet zich niet meer te herinneren of dit Duit­sers waren of anderen in uniform.

Enige tijd na de begrafenis nam een advocaat contact op met de ouders van Gerrit. Hij deelde mee, dat ze misschien een uitkering van het Rijk konden krijgen, omdat Gerrit als kampknecht in dienst van het Rijk was geweest. Hoe­wel de ouders hier moeite mee hadden, diende de advocaat toch een zodanig verzoek in. Het verzoek werd echter afgewezen. De reden hiervan was dat het vliegtuig hem in schafttijd had getroffen. Lambert Brugging, Tuk

Bron: “Opraekelen” 03/1, orgaan van Historische Vereniging Gemeente Diever

De beschieting van rijkswerkkamp Diever B in Oude Willem Wat ik mij verder nog herinner van de werkkampen gebeurde op 21 oktober 1942. De kampen in de Oude Willem werden beschoten vanuit een vliegtuig. Gerrit Kuiper uit Diever, die daar naar ik meen in de keuken werkte, is daarbij om het leven gekomen. Twee personen uit de naaste omgeving van het kamp, de heer H. Pool, die woonde in het pand aan de Bosweg waar nu restaurant ‘Hoeve aan den Weg’ is gevestigd en mevrouw Venema, die woonde in het bos in het landhuis ‘De Witte Raaf’, nu recreatiewoning Bosweg 21, tegenover Hoeve aan den Weg, dachten te weten dat het een Duits vliegtuig betrof van waaruit het kamp is gemitrailleerd. Jan Hessels, Diever.

Enkele aanvullingen op het tweede artikel van Jan Hessels In het archief van de voormalige gemeente Diever, dossier 23-1, vonden wij een proces-verbaal van de Luchtbeschermingsdienst Diever betreffende de luchtaanval op het werkkamp Diever B in Oude Willem. In grote lijnen geven wij hier de tekst weer. Op woensdag 21 oktober 1942 om ongeveer 14.00 uur werd mij, Jan Boesjes, hoofd van de luchtbeschermingsdienst der gemeente Diever, gerapporteerd dat de werkkampen A en B aan de straatweg Diever-Wateren vanuit een viertal Engelse vliegtuigen waren beschoten. Uit het daarop door mij ingestelde onderzoek is het volgende gebleken. Om ongeveer 12.15 uur ’s middags vlogen vier Engelse vliegtuigen over genoemde werkkampen. Plotseling begon men vanuit deze vliegtuigen met boordwapenen op kamp B te schieten. Eén der barakken bleek onder vuur genomen te zijn en werd doorzeefd met kogels. In deze barak bevonden zich drie personen, allen behorende tot het kamppersoneel. Dezen snelden, toen het schieten begon, naar buiten, het heideveld op. De vliegtuigen, die uit het noordwesten kwamen, verdwenen in oostelijke richting. Van genoemde drie personen bleken twee licht gewond te zijn, namelijk Bertus Heetebrij, oud 26 jaar, hulpkok, die een wond aan het hoofd had en Hendrik Daleman, oud 19 jaar, kampknecht, wonende in Diever, die een kogel door één der benen had. De derde persoon werd aanvankelijk vermist, doch later op de middag dood teruggevonden in een droge greppel. Hij bleek gedood te zijn door een kogel die hem in de rug had getroffen en aan de voorzijde zijn lichaam weer had verlaten. Het was de 16 jarige Gerrit Kuiper, kampknecht, wonende in Kalteren, gemeente Diever. De getroffen barak was zodanig door de kogelregen vernield dat ze ontruimd moest worden. In het kamp zijn oogstarbeiders uit de grote steden gehuisvest. Ten tijde van de beschieting waren dezen niet aanwezig doch bevonden zij zich op het land. Getekend op 23 oktober 1942 door genoemde J. Boesjes en burgemeester J.C. Meijboom.

Een proces-verbaal getekend op 22 oktober 1942 door rijksveldwachter Aaldert Folkers, verhaalt het door de politie uitgevoerde onderzoek. Wij beperken ons tot de extra en tegenstrijdige gegevens. Wat de laatste betreft, zullen de gegevens in dit proces-verbaal aannemelijker zijn omdat zij zijn opgetekend na nader onderzoek en verhoor. Op 21 oktober 1942 om omstreeks 12.15 hoorde in ten noordwesten van Diever vliegtuigen en kort daarop hoorde ik hevig mitrailleurvuur dat waarschijnlijk van de vliegtuigen kwam. Omdat zich daar de arbeidskampen A en B bevinden, heb ik onmiddellijk nadat de vliegtuigen waren verdwenen, getracht telefonisch contact te krijgen. Op herhaald bellen kwam geen gehoor, zodat ik moest aannemen dat het niet in orde was. Na dokter Van Nooten in Diever te hebben gewaarschuwd, was hij onmiddellijk bereid om per auto mee te gaan. Ter plaatse aangekomen, bleek werkkamp Diever B hevig te zijn beschoten. Van het personeel bleek de hulpkok Cornelus Heetebrei een schampschot aan de rechterzijde van zijn hoofd te hebben gekregen, hetgeen niet ernstig bleek et zijn. De kampbeheerder en enige timmerlieden, die ook aanwezig waren, hadden geen letsel opgelopen. Van de drie kampknechten was niemand meer aanwezig. Dezen waren gevlucht en niet meer teruggekomen. Omdat wij kampknechten op onze weg naar de werkkampen waren tegengekomen die in de richting van Diever liepen, werd aan hen aanvankelijk geen aandacht besteed. Op onze terugreis naar Diever haalden we dicht bij het dorp Diever de kampknecht Hendrik Daleman in. Hij verklaarde dat hij dat hij in zijn broek was geschoten. Hoe erg het was wist hij niet. Omdat door zijn kleren geen bloed was te zien en hij niet over pijn klaagde, werd hij aanvankelijk niet behandeld. Later bleek dat hij toch een schot iets beneden zijn linker heup te hebben opgelopen en is hij door dokter Van Nooten verbonden en naar bed gestuurd. Ook Heetebrei werd door dokter Van Nooten verbonden en naar bed gestuurd. Toen om 16.00 uur de kampknecht Gerrit Kuiper nog niet was teruggekeerd bij zijn ouders in Kalteren, werd onder leiding van de kampbeheerder de omgeving van kamp B afgezocht. Liggend in de heide op ongeveer 100 meter van het kamp verwijderd, werd hij door zijn vader (Jan Kuiper) en (een paar arbeiders = volgens de zuster van Gerrit, Eltje Greveling-Kuiper, niet juist –Opraeklen 02/3, blz. 3) en zijn broer Albert gevonden. De onmiddellijk opgeroepen dokter Van Nooten kon slechts de dood constateren. De fatale kogel was in zijn rug te zijn binnengedrongen en had zijn lichaam door de borst weer verlaten. Zijn lichaam werd overgebracht naar werkkamp B. Hendrik Daleman verklaarde dat hij met Gerrit Kuiper en Jan van der Molen uit Appelscha ten tijde van de overkomende vliegtuigen in kamer 1 zat te eten. Ze hoorden dat de vliegtuigen bijzonder laag vlogen. Zij gooiden de ramen open om ze beter te kunnen waarnemen. Vier vliegtuigen vlogen boven het werkkamp. Toen ze de vliegtuigen niet meer konden zien, zijn ze door het raam naar buiten gesprongen. Op dat moment begonnen de vliegtuigen het kamp te beschieten. Hij is meteen gevlucht en de heide achter het kamp ingelopen. Toen hij onder de afrastering door kroop, voelde hij een klap tegen zijn linker heup. Omdat het hem verder geen pijn deed en hij geen bloed voelde, heeft hij daar verder geen aandacht aan besteed. Gerrit Kuiper en Jan van der Molen heeft hij niet meer gezien. Toen de vliegtuigen waren verdwenen, is hij naar huis gegaan. Verschillende mensen heb ik nog gehoord, doch niemand had aandacht geschonken aan een ander, men is alleen beducht geweest voor eigen veiligheid. Op het terrein achter het kamp, in de richting waarin ook Gerrit Kuiper is gevlucht, was de grond bezaaid met kogelgaten, evenals de kamer waarin de kampknechten hadden gezeten doorzeefd was met kogelgaten. Vermoedelijk heeft Kuiper in zijn vlucht het schot in zijn rug gekregen en is hij nog een eind doorgelopen.

Tenslotte nog een proces-verbaal van 26 oktober 1942 van het hoofd van de Luchtbeschermingsdienst de heer J. Boesjes met de volgende tekst. Ten gemeentehuize werden bezorgd: 23 grote hulzen, 45 kleine hulzen met 29 grote en 78 kleinere houders, alsmede 2 kogels uit machinegeweren van Engelse vliegtuigen, die op 21 October 1942 twee werkkampen in deze gemeente beschoten hebben. Resumerend is te stellen dat, zeker gezien het laatste proces-verbaal, het wel degelijk Engelse vliegtuigen zijn geweest die het werkkamp B hebben beschoten, met als gevolg de tragische dood van Gerrit Kuiper. Het ligt in de lijn der verwachting dat de locale bevolking niet wil geloven dat een bondgenoot een vaderlander heeft gedood. Vandaar misschien het door Jan Hessels gememoreerde gerucht dat toen de ronde deed in Diever als zou het hier Duitse vliegtuigen betreffen. Het feit dat de vliegtuigen in oostelijke richting verdwenen kan mede de reden zijn geweest. Anderzijds lijkt het waanzin dat Duitse vliegtuigen zonder enige aanleiding bezet grondgebied beschoten. Het zou zo kunnen zijn dat de bemanning van deze Engelse jagers op strooptocht was om zaken die de Duitse vijand ten nutte konden zijn, te vernietigen of te ontregelen. Ze vlogen eerst laag over. Zagen ze toen de beweging van het openslaande raam, zagen ze misschien in het kamp verblijvende mensen? Het feit dat de kamer waarin de kampknechten zich bevonden om te eten en de vluchtlijn van Gerrit Kuiper en Hendrik Daleman zo grondig zijn beschoten, doet dit ernstig vermoeden. Fred Jansen, Diever Bron:”Opraekelen” Nr. 01/1, orgaan van Historische Vereniging Gemeente Diever Het kaamp in de Olde Willem is ok bescheut'n. Het was op 'n woonsdag-middag, 't regende. Ik waar veur mien mow hen de winkel ewest en toe stön'n wee ee'm bee mekaer bee Roef Grit teeg'n 't huus an te schoel'n. En toe kwaa'm Engelse vliegtuug'n leeg over de bos anvleeg'n. Het waad'n d'r veere, mit van die oranje snoet'n. Zee kwaa'm altied mit sien veer'n. Zee wödd'n ok we 'de vrolijke vier' enuumd. Zee hebt toe 't kamp in de Olde Willem, de stienfabriek op de Smilde en de fabriek an 't Oranjekanaal bescheut'n. Bee Aansen en Rheebroggen scheut'n zee op boer'n die veur de Duutsers mit peerd en waeg'n poalen hen de verdedigingwaark'n braachten. De vliegtuug'n gung'n toe vlak noast mekaer vleeg'n en dan was 't zo van: rrrrrrrrrrrt. De peerd'n völl'n dood veur de waegens neer.

“Anton Zoer vertelt over oorlogservaringen aan de Geeuwenbrug” door Anton Zoer, Coevorden, in “Opraekelen” 06/1 orgaan van Historische Vereniging Gemeente Diever.

Sluiten
Bron: “Opraekelen” 03/1, orgaan van Historische Vereniging Gemeente Diever

Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 28 november 2017

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een bijdrage toe

Log in om een bijdrage toe te voegen
Menu