Op donderdag 12 oktober 1944 vond het grote bombardement van Venray plaats. Overloon en Venray waren nog in Duitse handen en op die dag begon “Operatie Aintree”, die ten doel had de bevrijding van Venray en Overloon te realiseren. ’s Morgens om negen uur stegen 65 km ten noorden van Parijs 26 Marauders, Amerikaanse bommenwerpers, op om Venray te bombarderen. Doel was de vernietiging van het wegennet en de Duitse troepenconcentraties om zo een tegenaanval op het front in Overloon te voorkomen. ’s Morgens om negen uur was er in de Sint Petrus Bandenkerk nog een uitvaartdienst voor negen slachtoffers van het granaatvuur in de voorafgaande dagen. De kerkgangers waren net thuis, toen de bommenwerpers om 11.21 uur het centrum van Venray bereikten. In totaal vielen binnen een kwartier 464 brisantbommen van 225 pond op het centrum van Venray. Veel huizen in het centrum werden verwoest en er vielen 32 burgerslachtoffers.
Het huis van de familie Verschuuren, op de hoek Oude Oostrumseweg en de huidige Juliansingel kreeg een voltreffer en werd volledig verwoest. De moeder en de drie kinderen zaten in de kelder en vonden daar de dood. Moeder Agnes Verschuuren-Bekkers was 36 jaar, Nico was 12 jaar, Tiny 10 jaar en Mayke was 1 jaar. Vader Teng Verschuuren was niet thuis. Ook de dienstbode kwam bij het bombardement om het leven.
Hun graf ligt tegenwoordig op de Algemene begraafplaats Boschhuizen op Vak-O1.
Hun namen staan vermeld op het Venrayse oorlogsmonument in het park langs de Grote Kerk.