Op dinsdag 17 april 1945 om 11:10 uur meldt de Wachtcommandant Van der Vennestraat aan de recherche, dat in perceel Van Ravesteinstraat 298 alhier een man, genaamd Lagrouw, zonder geneeskundige hulp is overleden. " De man is genaamd Bartholomeus Johannes Lagrouw, geb. Den Haag 31-10-1896 expeditieknecht wonende Van Ravesteinstraat 298 alhier. Hij was alleen wonend, daar zijn vrouw en kind ongeveer 2 maanden geleden naar de omgeving van Meppel vertrokken zijn in verband met de voedselschaarste. Volgens de buren leefde de man ten koste van eenige buurtbewoners, die hem af en toe wat te eten gaven. E.P.M. van Casteren geboren Van Breugel wonende Van Ravesteinstraat 258 verklaarde dat zij de man meerdere malen eten had gegeven. Zondag 15-4-'45 was hij ziek. Op 16-4-'45 heeft Van Casteren hem nog eten gebracht. Op 17-4-'45 vond zij hem dood op een hoop vodden in zijn woning liggen. Meubilair had hij reeds lang te voren verkocht. Aangenomen moet worden, dat de man van honger is omgekomen. Het lijk dat geheel uitgeteerd is, wordt naar de Algemeene begraafplaats vervoert. De Gemeentelijke Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon verzorgt begrafenis. Geen sporen van geweld. Geen misdrijf. " Op 25 april 1945 is volgens de schouwingsarts de doodsoorzaak onbekend. Opvallend is dat het schouwingsrapport op twee verschillende momenten is ingevuld. De datum en doodsoorzaak "onbekend" is op 25 april 1945 ingevuld. Dat is 5 dagen na de begrafenis.